Multidimensioneel model van persoonlijkheidsontwikkeling en emotionele ontwikkeling betekenis voor de diagnostiek - Emotionele ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en een ontwikkelingsmodel

8 belangrijke vragen over Multidimensioneel model van persoonlijkheidsontwikkeling en emotionele ontwikkeling betekenis voor de diagnostiek - Emotionele ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en een ontwikkelingsmodel

Hoe ziet de emotionele ontwikkeling eruit volgens de multidimensionele invalshoek?

De ontwikkeling is een fasisch verloop:
  1. Fase tot 6 maanden: adaptatie fase (fysiologische regulatie, sensorische regulatie, integratie van structuur van ruimte tijd en personen).
  2. Fase 6 tot 18 maanden: eerste socialisatiefase (hechting).
  3. Fase 18 tot 36 maanden: eerste individuatiefase (afstand nemen van lichamelijk contact, individuatie, autonomie).
  4. Fase 3 tot 7 jaar: identificatiefase (egovorming).
  5. Fase 7 tot 12 jaar: realiteitsbewustwordingsfase (egodifferentiatie)

Welke persoonlijkheidsstructuren of persoonlijkheidslagen kenmerken de vijf fasen van de multidimensionele invalshoek en wat houdt dit in?

  1. Psychofysiologische homeostase
  2. Hechting en basale veiligheid
  3. Zelf-ander differentiatie (objectief, of autonoom zelf)
  4. Impulsief ego
  5. Moreel ego
In iedere fase ontstaat een nieuwe persoonlijkheidslaag of een nieuwe structuur. Dit zorgt voor een nieuwe adaptatie aan de omgeving op een hoger niveau. Elke structuur wordt gekenmerkt door gedragstrekken (karakteristiek gedrag).

Hoe verloopt de persoonlijkheidsontwikkeling tijdens de kinder- en adolescentieleeftijd: welke fasen zijn er op welke leeftijd en wat is de persoonlijkheidsstructuur van deze fasen en wat de morele ontwikkeling (Kegan)?

  • Adaptatie: 0-6 maanden; psychofysiologische homeostase; geen morele ontwikkeling.
  • Eerste socialisatie: 6-18 maanden; hechting en basale veiligheid; geen morele ontwikkeling.
  • Eerste individuatie: 18-36 maanden; zelf-ander differentiatie, objectief zelf; geen morele ontwikkeling.
  • Identificatie: 3-7 jaar; ego-vorming (impulsief ego); autoriteitsconflict.
  • Realiteitsbewustwording: 7-12 jaar; egodifferentiatie (moreel ego, religieus ego); individualisme (behoeften, wensen, interesses).
  • Tweede socialisatie: 12-17 jaar; kritisch ego, ideaal ego; interpersonale verwachtingen (sociale systemen, sociaal geweten).
  • Tweede individuatie: 17-25 jaar; principieel ego, politiek ego; sociale contracten, individuele rechten, universele ethische principes.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt de adaptatiefase in en bijbehorende psychofysiologische homeostase?

In de adaptatiefase (0-6 maanden) gaat het om de adaptatie aan extra-uterien (buiten-baarmoederlijk) leven. Dus op eigen kracht ademhalen, lichaamstemperatuur houden, spijs verteren, slaap-waakritme ontwikkelen, sensorische prikkels verwerken, adapteren aan ruimte, tijd en personen.
De psychofysiologische homeostase is de eerste persoonlijkheidsstructuur. Adaptief gedrag bij deze fase: voedingsritme, spijsvertering, huilen als signaal en communicatie, glimlachen als communicatie en uitdaging tot sociale interactie, sensorische exploratie, discriminatie (ene prikkel interessanter dan de andere vinden).

Wat houdt de individuatiefase in en welke persoonlijkheidsstructuur hoort hierbij? 

18-36 maanden wordt gekarakteriseerd door afstand nemen van lichamelijk contact, communicatie op afstand en opbouw van een unieke persoonlijkheid. Op koppige manier eigen wil aan anderen duidelijk maken, eerst destructief dan pas constructief en creatief. De persoonlijkheidsstructuur zelf-ander differentiatie ofwel objectief of autonoom zelf, hoort hierbij.

Wat houdt de indentificatiefase in en welke persoonlijkheidsstructuur hoort hierbij? 

3-7 jaar waarin het kind over een ontwikkelde motoriek en een goede sensorische integratie beschikt, waarin een verbale communicatie tot stand gekomen is en waarin de waarneming en het gevoelsleven redelijk ontwikkeld en gedifferentieerd zijn. 
Impulsief ego is de persoonlijkheidslaag die hierbij hoort.

Hoe verloopt de ontwikkeling in de identificatiefase volgens Piaget, Erikson, Kegan en Kohlberg?

  • Piaget: symbolisch, intuitief en prelogisch denken. Denkbeelden en symbolen die geen logisch verband met elkaar hebben. Magisch denken en verwarring van reële en imaginaire ervaringen en objecten.
  • Sociale en emotionele ontwikkeling: Identificeren met de ouder van de eigen sekse. Neemt de regels van sociaal gedrag (superego) over. Egovorming: het kind gebruikt 'ik' in plaats van zijn eigen naam. 
  • Erikson: initiatiefase: verantwoordelijkheid dragen voor de eigen daden
  • Kegan: het impulsieve zelf: een kleuter beschikt nog niet over controle over de eigen emoties, ondanks dat hij weet wat sociaal gewenst is.
  • Kohlberg: beginnende vorming van geweten: gecontroleerd door angst voor straf.

Hoe verloopt de ontwikkeling in de realiteitsbewustwordingsfase volgens Erikson, Kegan en Kohlberg?

  • Erikson: kind past zich aan aan de wetten van de materiële wereld.
  • Kegan: imperial self: gedreven door interesses, wensen en behoeften.
  • Kohlberg: kind gelooft in 'Gouden Regels' van gedrag en probeert te voldoen aan de eisen van de autoriteit voor goed gedrag.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo