Stoornis in het gebruik van middelen

6 belangrijke vragen over Stoornis in het gebruik van middelen

Welke hersenlocaties zijn betrokken bij een verslaving?

* Preftrontale cortex (beoordelingscentrum)
* Nucleus Accumbens (beloningscentrum)
* Hippocampus (herinnering en craving)

Welke verslavende middelen?

* Stimulerend (uppers)- cocaïne, tabak, koffie, amfetamine
* Verdovend (downers)- slaapmedicatie, zware pijnmedicatie, alcohol, lachgas
* Hallucinogeen- Lsd, cannabis, paddo's, lachgas

Behandeling verdovende middelen (downers)

- Dempende medicatie, zoals benzodiazepines en bij hallucinaties bijv. Haldol
- Controle vitale functies
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Gevolg onthouding (detoxicatie) verdovende middelen (downers)

Ontploffing centraal zenuwstelsel

Gevolg teveel verdovende middelen (intoxicatie)

Hypotonie/ -thermie, gestoorde spraak en coördinatie, hartritmestoornissen, ah-depressie, coma

5 nadelen benzodiazepines bij ouderen

- spierverslappende werking (valrisico)
- complicaties (ah- en stikstoornissen, verslikpneumonie, delirium)
- niet effectief (geen evidence voor werkzaamheid)
- minder slaapkwaliteit (remt hoeveelheid diepe en REM-slaap)
- verslavende werking (forse onthouding bij stoppen)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo