Indirecte methoden, observatie en interviews - Kenmerken van professionele gedragsobservatie - Ongestandaardiseerde observatie

3 belangrijke vragen over Indirecte methoden, observatie en interviews - Kenmerken van professionele gedragsobservatie - Ongestandaardiseerde observatie

2. Tversky en Kahneman (1980) > menselijke neiging om theorieën te genereren op grond van inadequate data door heuristieken = informatieverwerkingsstrategieën. Noem 2 heuristieken die van invloed kunnen zijn op de professionele observatie in een klinische en gezondheidscontext.

1. Toegankelijkheid >  directe beschikbaarheid van bepaalde herinneringen > gisteren in gesprek met cliënt A met syndroom van Gilles de la Tourette > dan eerder kenmerken van dit syndroom (menen te) zien bij cliënt B dan wanneer hij cliënt A jaren geleden zag.
2. Vasthouden aan hun eerste indruk, ook als ze later informatie krijgen die daarmee strijdig is.
Blijkt dat psychologen in hun oordeel over de prognose worden beïnvloed wanneer ze vrij vroeg in het diagnostische proces informatie krijgen over een ernstige stoornis. Dezelfde informatie later beschikbaar? > beoordelingsproces niet of nauwelijks beïnvloedt.

4. Wat is het verschil tussen observaties tijdens tijdens en tijdens interview?

Test > gedragsaspecten
Interview > observeren om hypo's te maken over klachten cliënt.

5. Actor-observatorfenomeen is een observator-bias. Hoe ontstaat deze en wat is het?

Is afhankelijk van theoretische achtergrond > = oorzaak eigen gedrag ligt aan externe, situationele factoren MAAR gedrag vd ander ligt aan diens eigenschappen/ persoonlijkheidskenmerken.
  • Psycho-analy psycholo meer dit fenomeen dan gedragstherap psycholo.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo