Kwaliteit van diagnstiek - Kwaliteitseisen referentiekaders, modellen en tests - Kwaliteit vd referentiekaders

12 belangrijke vragen over Kwaliteit van diagnstiek - Kwaliteitseisen referentiekaders, modellen en tests - Kwaliteit vd referentiekaders

1. Van der Werff heeft criteria opgesteld om kwaliteit te bepalen van ref-kaders over persoonlijkheid. Welke 4 criteria zijn dit?

  • Elementen en relaties uit theorie getoetst en wat is resultaat?
  • Theorie zo geschreven dat toetsing mogelijk is?
  • Theorie inspiratiebron geworden v emp onderzoek?
  • praktische toepassingen theorie onderzocht? Resultaat?

Kwaliteitsbepaling van referentiekaders (Van der Werff (2000)

A. Zijn de elementen en relaties uit e theorie getoetst en wat is het resultaat?
B. Is de theorie zo opgeschreven dat toetsing mogelijk is?
C. Is de theorie een inspiratiebron geworden van empirisch onderzoek?
D. Is er onderzoek gedaan naar de praktische toepassingen van de theorie en wat is het resultaat van dit onderzoek?

3. Welke tests/benaderingen sluiten aan bij ref-kader Ontwikkeling? Zie blz 35

Studie naar identiteitsontwikkeling en psychoanalyse >> egopsychologie van Loevinger
>> Maslows hiërarchie  van behoeften.
>> Tests zijn:  projectieve tests en instrumenten voor het meten van ontwikkelingsstadia van de ego- en identiteitsontwikkeling.
>> ego-ontw door ZALC (= Zin Aanvul Lijst Curium)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de middenklasse van RK volgens Van der Werff?

Delen van de psychoanalyse: egopsychologie van Loevinger, studie naar identiteitsontwikkeling

4. Welke tests/benaderingen sluiten aan bij ref-kader Context-georiënteerd?

Biopsychologische en sociale leertheorieën > verklaringen veranderingen in gedrag, cognities en emoties > succesvol in ontwerp effectieve interventies.
Weinig specifieke instrumenten, omdat de afhankelijke variabele een precies omschreven gedrag is als gevolg van een behandeling of interventie - zie blz 35

Wat is ondermaats volgens Van der Werff?

Een groot deel van de psychoanalytische, humanistische en existentiële psychologie

niet te toetsen, ontbreken van empirisch onderzoek

Waarom hoort eigenschapsbenadering bij de toppers van RK?

Succesvol voor de diagnosticus en heeft tot een ruim aanbod aan betrouwbare en valide intelligentie- en persoonlijkheidstesten geleid.

6. Welke 3 theorieën/benaderingen zijn volgens van der Werff TOPPERS als het gaat over kwaliteit. Zie blz 35

- Eigenschapsbenadering
- Biopsychologie
- Orthodoxe sociale-leertheorieën

Waarom hoort de biopsychologische benadering bij de toppers van RK?

Stamt uit de contextbenadering waarin gedragingen verklaard worden door ingrepen of manipulaties (ofschoon het reductionistisch wordt genoemd, is het wel succesvol in het veranderen van gedragingen, cognities en emoties).

Waarom horen de sociale leertheorieën bij de toppers van RK?

Behoren ook tot de contextoriëntatie. Hun succes danken ze vooral aan het ontwerpen van effectieve interventies. De cliënt wordt daar beschouwd als resultante van zijn waargenomen reinforcement-geschiedenis en de afhankelijke variabele is beperkt tot een precies omschreven gedag.


Voor de diagnosticus heeft dit kader niet veel instrumenten opgeleverd. Hij zal steeds zelf het te beïnvloeden gedrag moeten bepalen, er een meting voor moeten construeren, een experimenteel ontwerp moeten kiezen en een succescriterium moeten vaststellen.

Waarom hoort een groot deel van de Psychoanalytische, humanistische en existentiële psychologie als ondermaats van het RK ?

De ideeën zijn soms niet te toetsen, er ontbreekt empirisch
onderzoek en als het er al is, pakt het slecht uit (bv. Maslows hiërarchie).
Niettemin is er geen sprake van een balans tussen de grote impact van deze categorie en de kwaliteit van de instrumenten.

Welke referentiekaders zijn voor de onderzoeker het meest vruchtbaarst?

1. Kortom, voor de diagnosticus is het referentiekader van de individuele verschillen het vruchtbaarst.

2. Het contextreferentiekader is evenzeer van betekenis voor de diagnosticus, maar hij moet daar zelf het te meten gedrag bepalen.

3. Ontwikkeling wordt weliswaar voorondersteld in allerlei stadiumtheorieën, maar er is weinig ondersteunend onderzoek.

Het context- en ontwikkelingsreferentiekader hebben in beperkte mate geleid tot bruikbare diagnostische instrumenten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo