Psychodiagnostiek bij oudere volwassenen: (differentiaal)

37 belangrijke vragen over Psychodiagnostiek bij oudere volwassenen: (differentiaal)

Wat zijn enkele kenmerken van depressie en dementie bij differentiële diagnostiek?

  • Depressie aangezien voor (vasculaire) dementie
  • Dementie met comorbide depressie
  • KGT en LTG evenveel aangedaan

Wat zijn mogelijke reacties bij NPO bij depressie en dementie?

  • Antwoorden vaker met “Weet ik niet”
  • Fout antwoord (confabuleren)

Hoe verschillen de omvang van cognitieve stoornissen tussen depressie en dementie?

  • Meestal beperkt bij depressie, deels invloed op dagelijks leven
  • Meestal uitgebreider bij dementie, invloed op dagelijks leven
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn mogelijke redenen voor het optreden van depressie bij dementie?

  • Als reactie op verlies van grip/controle
  • Als aparte ziekte in dementieproces
  • Reactie op veranderingen, bv. verhuizing

Hoe kan depressie bij ouderen vaak moeilijk worden gediagnosticeerd?

  • Door rapportage uit omgeving
  • Cruciale rol bij cognitieve stoornissen

Waarom is de rapportage uit de omgeving cruciaal bij het diagnosticeren van depressie bij ouderen met cognitieve stoornissen?

  • Ouderen zelf minder betrouwbaar
  • Omgeving observeert gedragsveranderingen beter

Waarom vereist de CSDD observatie voor het diagnosticeren van depressie bij dementie?

  • Omdat patiënten dit niet zelf kunnen beantwoorden
  • Omgeving speelt cruciale rol bij beoordeling

Welk soort vragen worden gesteld in de Cornell Scale for Depression in Dementia?

  • Open vragen
  • Observatievereisten

Waarom is de aanwezigheid van een psycholoog belangrijk bij het invullen van de CSDD-observatielijst?

  • Om context van gedrag te verduidelijken
  • Om de relevantie van bepaalde vragen aan te geven

Waarom kan de Geriatrische Depressie Schaal (GDS-15) nuttig zijn bij het diagnosticeren van depressie bij ouderen?

  • Hulpmiddel bij zelfrapportage van gevoelens
  • Eenvoudige ja/nee vragen

Wat zijn de mogelijke categorieën van kenmerken die worden geëvalueerd bij de Cornel Scale for Depression in Dementia?

  • Stemmingsgerelateerde kenmerken
  • Gedragsstoornissen
  • Lichamelijke kenmerken
  • Cyclische functies
  • Stoornissen in de gedachte inhoud

Waarom kan de Cornell Scale for Depression in Dementia nuttig zijn?

  • Om depressieve symptomen te identificeren
  • Voor gestandaardiseerde observatie

Waarom kunnen ja/nee vragen handig zijn bij het diagnosticeren van depressie met de GDS-15?

  • Vereenvoudigt zelfrapportage
  • Biedt duidelijke antwoordopties

Wat houdt de tweede stap in de diagnostische cyclus in?

  • Situatie-/probleemanalyse
  • Objectieve beoordeling/plaatsing van de klachten door de psycholoog

Wat wordt er gedaan tijdens de derde stap van de diagnostische cyclus?

  • Opstellen en toetsen van onderzoekshypotheses/diagnosestelling
  • Verklaringsanalyse

Waar bestaat de vierde stap uit in het model van de diagnostische cyclus?

  • Opstellen van een Actieplan
  • Indicatieanalyse

Wat is de aanmeldingsprocedure voor een specialist ouderengeneeskunde?

  • Door huisarts
  • Met uitgebreide informatie over de patiënt

Wat is de indicatie voor neurocognitieve problemen bij een MMSE-score onder de 24?

- MMSE-score onder de 24

Waarom kan een neuropsychologisch onderzoek (NPO) essentieel zijn voor ouderen?

  • Draagt bij aan kwaliteit van leven
  • Geeft inzicht in behandelmogelijkheden

Waarom wordt een NPO soms niet uitgevoerd bij ouderen die al in een verpleeghuis verblijven?

  • Belasting weegt soms niet op tegen resultaten
  • Psychoeducatie kan ook zonder NPO plaatsvinden

Wat zijn mogelijke vragen die gesteld kunnen worden bij het overwegen van een NPO bij ouderen?

  • Kan de persoon nog zelfstandig functioneren?
  • Zijn er behandelmogelijkheden aanwezig?
  • Is overplaatsing naar een andere afdeling vereist?

Welke rol speelt psychoeducatie bij het uitvoeren van een NPO?

  • Geeft gevoel van controle aan de patiënt of de omgeving
  • Verbetert begrip over de aandoening en mogelijke behandelingen

Hoe kan een NPO helpen bij het bepalen van de juiste zorg voor een oudere patiënt?

  • Leidt tot indicatiestelling voor optimale zorg en ondersteuning
  • Geeft inzicht in de behoeften en mogelijkheden van de patiënt

Wat geeft een score van 0-9 punten aan op de Mini-Mental State Examination?

- Aanduiding voor ernstig cognitief verstoord.

Welke score op de Mini-Mental State Examination wijst op matige cognitieve verstoring?

- Score tussen 10 en 20 punten betekent matig cognitief verstoord.

Wanneer wordt iemand licht cognitief verstoord beschouwd volgens de Mini-Mental State Examination?

- Bij een score van 21 tot 24 punten.

Welke alternatieven zijn er voor de Mini-Mental State Examination?

  • Alternatieven: Montreal Cognitive Assessment (MoCA)
  • Cross Culturele Dementiescreening

Welke informatie wordt verkregen tijdens het opvragen van een medisch dossier?

- Hypertensie - Gewichtsverlies (10 kilo in vijf maanden) - Geen verdere bijzonderheden

Wat zijn enkele symptomen en veranderingen die de zoon van de patiënt heeft opgemerkt?

- Vergeet afspraken - Dubbele inname van medicatie - Problemen met apparaten - Karakterveranderingen: goed van vertrouwen, snel emotioneel

Welke instrumenten worden gebruikt om de cognitieve functies van de patiënt te testen?

COGNITIEVE FUNCTIE
  • AANDACHT EN EXECUTIEF FUNCTIONEREN
  • - BADS: sleutelzoektaak en dierentuin
  • - Cijferreeksen (WAIS-IV)
  • - Trail Making Test (TMT-A en B)
  • - GEHEUGEN EN ORIËNTATIE
  • - Visuele associatietest (VAT)
  • - 8-woordentest (ADS-6)
  • - Cognitieve screeningstest (CST)
  • - TAALFUNCTIES
  • - Nederlandse benoemtest
  • - Fluency (ADS-6)
  • - PRAXIS EN VISUEEL CONSTRUCTIEVE FUNCTIES
  • - Kloktekentest
  • - Figuren natekenen (ADS-6)
  • - STEMMING
  • - Geriatrische Depressie Schaal-15

Welke veranderingen in gedrag zijn opgemerkt in de zoon van de patiënt volgens de hetero-anamnese?

- Goed van vertrouwen - Snel emotioneel - Problemen met apparaten - Wisselend functioneren

Welke testbatterijen worden vaak gebruikt in de ouderenzorg voor het testen van cognitieve functies?

- CAMCOG: Cambridge Cognitive Examination - ADS-6 screening: Alzheimer, Vasculair - Verscheidene subtests inclusief Fluency en 8 WT

Wat waren enkele observaties tijdens de testafname bij Dhr.?

  • Maakt wat onzekere indruk, snel emotioneel
  • Bewustzijn helder, aandacht goed te richten maar slecht vast te houden
  • Zeer traag werktempo, snel afgeleid
  • Controleert eigen werk, herstelt soms fouten

Hoe verliep de leercurve bij Dhr. tijdens de acht woorden test?

  • Woorden werden vijf keer herhaald
  • Van drie naar zes woorden onthouden

Wat toont het eerste voorbeeld aan in de sleutelzoektaak uit de BADS?

  • Het toont een gestructureerde aanpak met overzicht.
  • Er zijn rechte lijnen gebruikt om het veld systematisch te doorzoeken.

Welke criteria zijn er volgens de DSM-5 voor een neurocognitieve stoornis?

  • Significante cognitieve achteruitgang vergeleken met eerder functioneren.
  • Merkbaar voor de omgeving.
  • Vast te stellen door neuropsychologisch onderzoek.
  • Beïnvloedt ≥ 1 cognitief domeinen zoals aandacht, executieve functies, leren, taal, perceptueel-motoriek of sociaal-cognitief.
  • Belemmert zelfstandige uitvoering van dagelijkse activiteiten in vorm van beperkt of uitgebreid NCS.
  • Niet veroorzaakt door delier of psychische aandoening.

Wat toont de grafiek met betrekking tot neurocognitieve stoornissen?

  • De grafiek toont de normale verdeling van cognitieve prestaties.
  • Beperkte NCS valt binnen -1 tot -2 standaarddeviaties.
  • Uitgebreide NCS valt onder -2 standaarddeviaties.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo