Samenvatting: Psychodiagnostische Methoden
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van psychodiagnostische methoden
-
3 visie op kwaliteitsvolle diagnostiek
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 7 pijlers van kwaliteitsvolle diagnostiek?
- Biopsychosociale visie op het menselijk functioneren
- Idiografisch karakter
- Integratief beeld
- Participatie cliënt en context
- Kwaliteitsvolle methodieken en instrumenten
- Reflexiviteit van de diagnosticus en team
- Interdisciplinaire samenwerking
-
3.1 biopsychosociaal kader
-
Wat zijn verschillende punten omrent het biopsychosociaal kader?
- Gaat uit van een
holistische visie - Ziekte en
gezondheid wordt gezien alsinteractie tussenbiologische ,psychologische en sociale factoren - in
kaart brengen vanpsychosociale dimensies bij diagnose enbehandeling wordt op hetzelfdeniveau geplaatst als de 'puurmedische ' onderzoeken - aard van
interactie tussenbiologische ,psychologische en sociale factoren moeten nog verdergespecifieerd worden opbasis van wetenschappelijk onderzoek Kritiek :- het zou generiek, te vaag gedefinieerd en niet testbaar zijn, noch bruikbaar om in de praktijk te brengen
- Gaat uit van een
-
Wat is een mogelijk raamwerk om het biopsychosociaal model in de diagnostische praktijk om te zetten?
International Classification of Functioning, Disability and Health model als mogelijk raamwerk
Het ICF stelt de interactie tussen een persoon en zijn omgeving centraal en hanteert dus een biopsychosociaal perspectief op functioneren. Het is een classificatiesysteem waarin de gezondheidstoestand va iemand beschreven wordt aan de hand van verschillende met elkaar in interactie tredende componenten. -
Op welke twee componenten wijst ICF die ondersteunend of belemmerend kunnen zij ten aandien van het functioneren van personen?
Externe factoren:- betrekking op de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven
- kenmerken van een individu die geen deel uitmaken van de gezondheidstoestand
-
3.2 ideografisch kader
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen ideografisch en nomothetisch onderzoek?
Ideografisch onderzoek betreft het beschrijven en begrijpen van individuele casussen terwijl nomothetisch onderzoek als doel heeft algemeenheden te vinden. -
3.4 participatie van cliënten context
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer spreekt men over bias of vertekening?
Wanneer er sprake is van een onbedoelde, systematische beïnvloeding van de resultaten bij het afnemen van een test van een persoon met een andere culturele achtergrond. -
Wat is verschillend tussen systematisch en onbedoelde bias?
Systematisch:- een bepaald item of de interpretatie van de items is wel betekenisvol voor de ene doelgroep maar niet voor de andere.
Onbedoeld:- de testconstrusteurs hadden niet de bedoeling om op basis van de test te differentiëren tussen verschillende doelgroepen, maar de test doet dit toch, onbedoeld, omdat de inhoud van de test verschillend is voor verschillende culturen.
-
3.5 gebruik van kwaliteitsvolle methodieken en instrumenten
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.5
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is dit methodisch werken belangijk?
Dit zorgt ervoor dat diagnostici zich kunnen wapenen tegen oordeelsfouten. Om valkuilen bij oordeelsvormen te vermijden dient de basishouding van een diagnosticus dan ook steeds te zijn om zich kritisch op te stellen, zoel ten opzichte van de gegenereerde hypothese als ten opzichte van de verzamelende data en de conclusies die hieruit getrokken worden. -
Wat wordt er bedoeld met multi-informant en multi-methodisch en waarom zo te werk gaan?
Casus benaderen vanuit verschillende bronnen en aan d e hand van verschillende methodes.
Zorgt voor het realiseren van een kritische ingesteldheid en een kwaliteitsvolle diagnostische besluitvorming. -
Welke 2 criteria formuleert EFPA betreffende gebruik van gestandaardiseerde instrumenten?
- Instrumenten dienen correct gehanteerd te worden in termen van juiste keuze van het instrument in functie van de vraagstelling, alsook in termen van testafname, scoring en interpretatie van de testscores
- instrumenten die beschikbaar zijn moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn met goede psychometrische eigenschappen. Valide, betrouwbaar en een goede normering
- Instrumenten dienen correct gehanteerd te worden in termen van juiste keuze van het instrument in functie van de vraagstelling, alsook in termen van testafname, scoring en interpretatie van de testscores
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden