Samenvatting: Psychofarmacologie | 9789024407255 | Leon Kenemans

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychofarmacologie | 9789024407255 | Leon Kenemans

• 1 Wat zijn psychofarmaca?

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het effect van tubocurarine?

  Tubocurarine (het werkend bestanddeel van curare) blokkeert de zenuwbanen naar het lichaam en veroorzaakt zo verlamming. Kan niet door de bloed-hersenbarrière.

• Welk effect heeft atropine?

  • Pupilverwijding (door blokkade van de pupilspier)
    
  • Dikke tong, sufheid, verwardheid (als atropine in de hersenen komt)
  • Opgewekt en rustig gevoel

• 1.1 Inname

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke volgorde heeft de meestvoorkomende manieren van toedienen van psychofarmaca? Beginnen bij de meest gebruikte methode.

  1. Voedsel
  2. Pilvorm
  3. Injecteren of infuseren
  4. Opname via neus of longen
  5. Opname via mond of huid

• Hoe werkt de opname van psychofarmaca via voeding?

  Via voeding gaat het vaak om eiwitten die in het lichaam worden opgesplitst in aminozuren. Deze aminozuren gaan vanuit bloedbaan naar de hersenen waar ze worden omgezet in neurotransmitters die een rol spelen bij signaaloverdracht tussen neuronen > vb.: dopamine of serotonine

• Hoe komt psychofarmaca via pilvorm in het bloed en wat is hier nadelig aan?

  Pilvorm: meest bekende manier, maar is omslachtig en heeft trage werking.
  Voordat de stof naar bloed gaat, passeert het de maag en andere organen, veel van het werkzame bestanddeel wordt op weg naar bloed afgebroken.
  Er zijn verschillen tussen stoffen betreffende de snelheid waarmee via de maag een bepaalde concentratie in het bloed wordt bereikt > alcohol komt bijvoorbeeld sneller in het bloed terecht dan cafeïne 

• Wat is er voordelig aan het toedienen van psychofarmaca via injecteren of infuseren?

  snelle manier om bloedspiegel op te jagen en snel effect te hebben in hersenen, dit is de meest favoriete toepassing bij bijvoorbeeld heroïnegebruik of het opwekken van een roesje.
  De snelheid van de effecten in hersenen speelt een rol bij het verslavende karakter

• Wat is voordelig aan opname via neus of longen?

  Opname via neus of longen: ook een snelle manier om de bloedspiegel te laten stijgen. Dit is de meest gebruikte methode voor bijvoorbeeld cocaïne, maar ook Marihuana en Nicotine.

• Wat is nadelig aan opname via de mond of de huid?

  Opname via de mond is langzamer en via de huid is extreem langzaam (bijvoorbeeld bij nicotine kauwgom of pleisters).
  De piekwaarde in het bloed wordt pas na ongeveer 5 uur bereikt.

• 1.2 Dosering

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke doseringen is caffeïne effectief?

  • Minimale dosering: half kopje (0,5 mg/kg)
    
  • Effect blijft hetzelfde tot 2,5 mg/kg (5 kopjes in 1 keer)

  
  
  Caffeïne is dus een weinig doelmatige stof (efficacy).

• 1.3 Bijwerkingen en therapeutisch venster

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke effecten hebben verschillende bloed-alcohol-concentraties (BAC)?

  • BAC 0,05 tot 0,1%: prettig gevoel, opgewekte stemming, gedragsmatige ontremming
    
  • Bij hogere dosering: vervormde waarneming, gebrekkige motorische coördinatie (oa dikke tong), slaperigheid

  
  
  Toegestaan in het verkeer: 0,5 promille