Samenvatting: Psychogerontologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychogerontologie
-
H1 demografie en epidemiologie
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/01/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Waar leggen etiologische studies de nadruk op?
Erfelijke factoren:de erfelijke vorm van Alzheimer wordt geassocieerd met een vroeger begin van de ziekte. Ook wordt een relatie verondersteld tussen een vroeg begin van Alzheimer en het Down-syndroom, wellicht door gemeenschappelijke biologische mechanismen. Storingen in het immuunsysteem en het toegenomen risico op Alzheimer.
Omgevingsfactoren: voedingspatroon, alcoholgebruik. Oestrogeen beschermt tegen Alzheimer, maar de studies spreken elkaar tegen.
Sociale factoren: zowel psychische stoornissen als symptomen die horen bij de ouderdom, kunnen verschillende oorzaken hebben en deze factoren kunnen invloed op elkaar hebben en tot verschillende uitkomsten leiden. -
Het sociale netwerk van ouderen blijft ongeveer hetzelfde. Uitzonderingen daargelaten. Wat is de reden en welke mensen gaan er wel flink op achteruit in hun sociale netwerk?
Ouderen die zeer ernstige gezondheidsklachten krijgen en zelf niet meer in staat zijn bij anderen op bezoek te gaan. Dit leidt soms – met name in het laatste levensjaar - tot een verkleining van het netwerk. Een plaatsing in een verzorgingstehuis kan echter juist weer zorgen tot meer sociale contacten en minder eenzaamheid. -
Uit welke elementen bestaat de diagnostische work-up van oudere volwassenen?
- geschiedenis
- medische geschiedenis
- familie assessment
- onderzoek naar mentale status
- meetschalen en gestructureerde interviews
- effectieve communicatie met de oudere -
Artikel: wat is een quasi-experiment?
Bij dit design zijn de groepen bij het experiment ingedeeld op bepaalde karakteristieken. Er is dus geen complete 'at random' situatie. Reden: zo is het makkelijker om bepaalde variabelen (bijvoorbeeld leeftijd) weg te laten om zodoende de afhankelijke variabel en de meetwaarden te verklaren. -
Artikel: wat is selectieve attritie/uitval?
Heeft ook een beetje te maken met survival of the fittest. Iedereen veroudert anders. Een succesvolle veroudering hangt bij longitudinaal onderzoek vaak samen met gezondheid, sociale contacten, IQ en huwelijk. Terwijl bij cross-sectioneel leeftijd weer een rol speelt. Wanneer mensen minder succesvol verouderen, zullen zij eerder geneigd zijn uit te vallen bij het onderzoek. Tevens kunnen mensen letterlijk wegvallen, ze overlijden. -
En wat houdt het 'oefeneffect/ practice effect' in? (tentamen!)
Mensen hebben veel tijd om te oefenen, zeker bij een longitudinaal onderzoek. Om dit te vermijden kan een onderzoeker verschillende/ alternatieve testen gebruiken. -
Wat is het doel (en de valkuil) van cross-sectioneel onderzoek?
Cross-sectioneel onderzoek is onderzoek waarbij men cohorten die elkaar opvolgen in de tijd gelijktijdig onderzoekt. Het doel is het beschrijven van leeftijdsverschillen op een bepaald moment, maar aangenomen wordt dat prestatieverschillen tussen leeftijdsgroepen het resultaat zijn van wijzigingen geassocieerd met het verouderingsproces. Dit proces is dus niet gemeten bij een cross-sectioneel onderzoek. -
Wat is een oplossing voor de beïnvloeding van cohorteffecten?
Sommige onderzoekers gebruiken drie verschillende groepen bij hun onderzoek: jongvolwassenen, middelbare leeftijd, ouderen. youg adults, middle-age and older adults. Leeftijd: middelbare leeftijd 45-60 jaar en ouderen 60+. Deze groepen worden onderling vergeleken. -
Wat is het sequentiële model?
Dit design bevat een combinatie tussen de variabelen leeftijd, cohort en tijdstip van meting. Dit onderzoek/ de metingen vindt op verschillende momenten plaats. -
Wat is het cohort-sequentieel design (meest effectieve manier van meten)?
Het cohort-sequentiële design combineert de praktische voordelen van een cross-sectioneel design met de conceptuele voordelen van een longitudinaal design. Een longitudinaal design volgt één enkel cohort longitudinaal, waardoor het onmogelijk is om leeftijdseffecten van cohorteffecten te onderscheiden (Miyazaki & Raudenbush, 2000). Omdat in een cohort-sequentieel design niet slechts één, maar meerdere leeftijdscohorten longitudinaal worden gevolgd, is het mogelijk om te controleren voor cohorteffecten, wat een belangrijk voordeel is ten opzichte van een longitudinaal design. Deze cohorten overlappen, waardoor de onderzoeker kan vaststellen of er sprake is van één gemeenschappelijke groeicurve (Duncan, Duncan, Strycker, Li & Alpert, 1999).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden