Ouder wordende lichaam
34 belangrijke vragen over Ouder wordende lichaam
Hoe gebeurt ouder worden? Welke twee belangrijke theorieën zijn hier over?
- een geprogrammeerde/ genetische theorie: genetica bepaalt hoe snel men oud wordt en hoe lang men leeft.
- ‘slijtage theorie’: het vermogen van het lichaam om schade te herstellen, vermindert.
Wat is de rol van het centrale zenuwstelsel bij het ouder worden?
Hoe zit het met het gehoor en ouder worden? (tentamen)
- afname neuronen CHOCHLEAN Er is sprake van een perceptief verlies wanneer het probleem zich voordoet in het slakkenhuis (cochleair gehoorverlies). Dit doet zich voor bij beschadiging van de (buitenste en/of binnenste) haarcellen. Of wanneer het probleem zich voordoet in het auditieve zenuwstelsel.
Atrofie van de choclea: niet meer kunnen herkennen wat er gezegd wordt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de effecten van ouder worden op farmacokinetiek en farmacodynamie? Tentamen
Farmacodynamiek (effect medicijn): ouderen reageren gevoeliger op medicatie, daarom lage dosering nodig.
Welke chronische ziekten komen het meest voor bij ouderen?
Een opkomende tak van onderzoek zijn de genetische testen. Hoe kunnen deze worden ingezet bij ouderen?
De belangrijkste genetische risicofactor voor de ziekte van Alzheimer is het apolipoproteïne E ε 4 allel. Toch is het hebben van dit gen geen diagnose voor alzheimer.
Bewegingsstoornissen bij ouderen zijn in twee groepen te verdelen. Welke en wat is het verschil?
- hypokinetische bewegingsstoornissen: de beweeglijkheid vermindert of is aangetast door een neurologische conditie. Parkinsonisme, Parkinson, NPH
- hyperkinetische bewegingsstoornissen: tremors en tics, dystonia, myoclonus, chorea
Bij Parkinson zijn vele bewegingsmoeilijkheden. Welke problemen veroorzaken ze?
Verminderde houdings- en bewegingsreflexen:
voorovergebogen gang, schuifelen, snel verstoorde balans, propulsie en retropulsie, typische stand duim, ontbreken beschermende reflexen, omdraaien gaat moeilijker, arm zwaait niet meer mee bij lopen. Het valgevaar neemt toe.
Akinesie = het niet kunnen starten en uitvoeren van bewegingen.
Hypokinesie = het verminderd voorkomen en vertraagde start van bewegingen.
Bradykinesie = het traag uitvoeren van een beweging.
Wat is NPH (normal pressure hydrophalus)?
Wat is CBGD= corticaal-basale ganglia degeneratie?
En dan zijn er nog de Hemifaciale spasmen. Wat is dat? Tentamenvraag
worden gekenmerkt door enkelzijdige contracties in het gelaat die meestal beginnen rond het oog en zich in de loop van jaren uitbreiden tot de wang en de bovenzijde van de hals. Oorzaak ligt waarschijnlijk in het contact van een slagadertje met de nervus facialis, de zenuw die de motoriek van het gelaat verzorgt. Injectie metbotulinum-toxine is effectief maar niet permanent.
Hoe noem je de bewegingsstoornis, waarbij klachten afwisselend af- en toenemen: tremoren, dystonie, myoclonus.
Bij afleiding nemen de klachten af.
Welke basale neurologische concepten bestaan er zoal bij motorische problemen?
Paralyse: volledig krachtsverlies
Parese: krachtsvermindering
Monoparese: krachtsvermindering van een ledemaat
Hemiparalyse: paralyse van een lichaamshelft
Tetraparese: krachtsvermindering van alle ledematen
Tonus: spanningstoestand van weefsel, met name van spieren
Hypotonie: onvoldoende spanning van spieren
Artrose: meestal bij ouderen voorkomende degeneratie van één of meer gewrichten, ook wel bekend als gewrichtsslijtage
Artritis: een ontsteking van de gewrichten die veroorzaakt wordt door een reumatische aandoening, verwondingen of bacteriële ontstekingen
Wanneer een oudere allerlei klachten heeft, die nog niet echt onder te brengen vallen. Waarvan spreken we dan (kunnen we spreken)?
Wat zijn klachten passend bij bewegingsarmoede?
Er zijn ook specifieke stoornissen die dementie kunnen veroorzaken. Bij de specifieke vormen van dementie verschillen de prognoses en ook de behandelingen. Hoe gaat de klinische evaluatie in zijn werk?
En welke testen worden gebruikt bij een cognitieve evaluatie gericht op dementie?
Een formeel meetinstrument moet deel uitmaken van de cognitieve evaluatie. De MMSE is een summiere en gemakkelijk af te nemen test die erg bruikbaar is. Ze is niet ontworpen voor de differentiële diagnose van de verschillende vormen van dementie maar ze geeft een bruikbaar snapshot van het algemeen cognitief functioneren. Voor een uitgebreidere evaluatie gebruikt men wel de Mattis Dementia Rating Scale of de Alzheimers Disease Assessment Scale.
Hoe is de epidemiologie van Alzheimer?
Welke antioxidante 'medicijnen' zijn er?
Wat is het nut van Oestrogeen vervangende therapie bij Alzheimer?
Zijn ontstekingsremmers effectief bij Alzheimer?
Wat is Dementie door normal pressure hydrocefalie en hoe verschilt dit met andere vormen?
En dan is er nog een vorm van dementie dat kan worden veroorzaakt door ontstekingen en SOA's....?
Bij welke stoornis is cognitieve gedragstherapie (CBT) het meest nuttig?
- Social problem-solving therapy (PST): gebaseerd op een model waarin ineffectieve coping onder stress wordt verondersteld, die leidt tot de afname van probleemoplossende vermogens die vervolgens leiden tot depressie. Voordeel: kan in een beperkte tijd worden gegeven. Het ideale gebruik van PST in primaire zorg zou wel eens kunnen zijn: verhoging van medicatie en andere behandelingen te combineren.
- Psychodynamische psychotherapie. In vergelijkende studies over de effectiviteit blijkt dat de effecten van CBT en psychodynamische therapie gelijk zijn.
Is groepstherapie effectiever dan individuele therapie? Wat zijn de voordelen van groepstherapie?
Niet effectiever dan de controle groep. In tegendeel: zelfmanagement therapie en educatie groepen waren even effectief en superieur aan de wachtlijst controle conditie. Bepaalde groepstherapieën, vooral CBT in groepen, zijn veelbelovend. Een ander voordeel is dat het goedkoper is dan individuele therapie en het sociale netwerk biedt extra voordeel.
Welk symptoom kan zich uiten in moeite met koffie zetten of aankleden?
Welk principe wordt vaak als uitgangspunt genomen bij gedragstherapieën voor dementiepatiënten ?
Hoe heet een korte test met 30 vragen om een globale indruk te krijgen van het cognitief functioneren ?
Hoe is het beloop van vasuclaire dementie?
Bij welke vorm van dementie is het verloop GRADUEEL?
Bij diagnostisch onderzoek ouderen kunnen de volgende tests worden afgenomen: woordenleertest, de Stroop-kleurwoordtest en de Trail making-test afgenomen. Wat pretenderen deze tests te meten?
Stroop-kleurwoordtest = meten van interferentieverschijnselen in het cognitief functioneren.
Trail making-test = de mentale flexibiliteit. De test meet onder andere visueel scannen, cijfer sequencing, letter sequencing en motorische snelheid (bij het trekken van lijnen).
Welk belangrijk diagnostisch instrument kan worden gebruikt om de ernst van dementie vast te stellen?
Welke drie 'vormen' van slaapstoornissen zijn er te typeren?
- moeite om in slaap te komen of moeite met doorslapen (insomnia’s)
- stoornissen van overdreven slaperigheid overdag
- stoornissen van het circadiane ritme
ad 1. primaire insomnia: geen onderliggende medische of psychische oorzaak. secondaire insomnia: slaapstoornis is te wijten aan onderliggende oorzaak.
ad 2. bv apneu, periodieke bewegingen tijdens de slaap en narcolepsie.
ad 3.onbalans tussen slaap-waakritme van het individu en het gewenste of vereiste patroon.
Voor welke fysiologische processen is een goed circadiane ritme belangrijk?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden