Biology and Behavior - How Does the Nervous System Operate?

15 belangrijke vragen over Biology and Behavior - How Does the Nervous System Operate?

Welke 2 soorten zenuwstelsels zijn er in een menselijk lichaam en welke functies hebben ze?

  • Centrale zenuwstelsel (98% neuronen): brein en ruggenmerg -> informatie van perifere zenuwstelsel verwerken en aansturen
  • Perifere zenuwstelsel (2% neuronen): rest lichaam -> informatie naar het centrale zenuwstelsel sturen

Welke 3 basistypen neuronen zijn er?

  • Sensorische neuronen (afferent): informatie van buiten het lichaam doorgeven aan het brein
  • Interneuronen: communiceren alleen met andere neuronen (doorgeefstation)
  • Motor neuronen (efferent): informatie van brein naar spieren sturen om beweging te creëren

Welke 4 regio's van een neuron worden gebruikt voor communicatie?

  1. Dendrieten: gevoelssprieten die chemische signalen van nabijgelegen neuronen detecteren en ontvangen
  2. Cellichaam (soma): de bol onder de dendrieten waar de informatie verzameld en geïntegreerd wordt
  3. Axon: de lange buis van een neuron waardoor informatie verzonden wordt
  4. Terminale buttons: kleine knobbeltjes aan het eind van een neuron die chemische signalen van het neuron loslaten in de synaps
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een synaptische kloof?

Een mini gat tussen het zendende (presynaptische) neuron en het ontvangende (postsynaptische) neuron.

Wat is de myeline schede?

Het vettige materiaal (neuroglia) waarmee de axon van een neuron is ingewikkeld en waardoor er een snelle verplaatsing van elektrische impulsen in de axon mogelijk is.

Wat zijn de 'nodes of Ranvier'?

De ruimtes tussen de myeline schede om het axon waar ionen kanalen zitten (dus waar actie potentialen worden vervoerd).

Wat houdt het rust potentiaal in?

De ruststaat van een neuron (inactief) waarbij de lading binnen het neuron verschilt van de lading buiten het neuron (polarisatie): het neuron is negatief geladen.

Welke 2 belangrijke ionenkanalen en welke pomp dragen bij aan het rustpotentiaal van een neuron en hoe werken ze?

  • Kalium+ en natrium+kanalen: laten alleen eigen ionen toe (dus kalium alleen kalium en natrium alleen natrium); ionenkanalen hebben een afsluitmechanisme (doorgang open/doorgang dicht); doordat het celmembraan optreedt als een selectieve 'bewaker' worden er meer kalium+ dan natrium+ionen in het neuron toegelaten
  • Natrium+/kalium+ pomp: verhoogt kalium+ en verlaagt natrium+ in het neuron (2 Ka+ naar binnen : 3 Na+ naar buiten)

Welke rol spelen de 'nodes of Ranvier' bij een actiepotentiaal?

Bij iedere 'node' vindt het actiepotentiaal opnieuw plaats (ionen kanalen openen en sluiten), waardoor het impuls een boost krijgt.

Wat gebeurt er bij de neurale ziekte MS?

De myeline scheden raken in verval/gaan achteruit waardoor neurale impulsen worden vertraagd en de axonen bloot worden gelegd (kunnen gaan afbreken).

Hoe 'reizen' neurotransmitters?

In groepjes, ingepakt in 'vesicles'.

Wat gebeurt er nadat neurotransmitters zijn losgelaten in de synaptische kloof?

Ze verspreiden zich en binden zich met de (specifiek voor die neurotransmitter geschikte) receptoren van het postsynaptische neuron en gaat daarmee door en blokkeert nieuwe signalen tot zijn invloed is beëindigd.

Op welke 3 manieren kan de invloed van een neurotransmitter beëindigd worden in de synaptische kloof?

  1. Reuptake: terug de terminale buttons in van het presynaptische neuron
  2. Enzyme deactivation: vernietiging door eiwitten (verschillende eiwitten vernietigen verschillende neurotransmitters)
  3. Autoreception: binden met receptoren op PREsynaptische neuron; houdt zo informatie bij over aantal gevuurde neurotransmitters en kan presynaptisch neuron bevelen om te stoppen met vuren

Hoe wordt bepaald of een neurotransmitter een stimulerend of onderdrukkend effect heeft?

Door de eigenschappen en de locatie van de receptor waaraan de neurotransmitter zich bindt.

Welke 9 neurotransmitters zijn vooral belangrijk in de psychologie en wat doen ze?

  1. Acetylcholine: spieraansturing controleren, leren, geheugen, slaap, dromen
    -> spierverlamming, amnesie, Alzheimer
  2. background-colorEpinefrine/adrenaline: energie
  3. Norepinefrine/noradrenaline: opwinding, waakzaamheid
  4. Serotonine: emoties, impulsiviteit, dromen
    -> depressie, Prozac
  5. Dopamine: beloning, motivatie, vrijwillige beweging controleren
    -> Parkinson
  6. GABA: #1 onderdrukkende neurotransmitter; onderdrukken actiepotentialen, angstreductie, vergiftiging (via alcohol)
    -> epilepsie, angststoornissen, alcohol
  7. Glutamaat: #1 stimulerende neurotransmitter; stimuleren actiepotentialen, leren, geheugen
  8. Endorfine: pijnreductie, beloning
    -> soort natuurlijke morfine
  9. Stofje P: pijn perceptie, stemming, angst
    -> pepertjes

Monoaminen: reguleren opwinding, gevoelens en gedrag.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo