Assessing validity via internal item structure
8 belangrijke vragen over Assessing validity via internal item structure
Wat is het doel van een factoranalyse?
Bij IRT is de aanname: 1 latente trek = unidimensioneel. Dit is potentieel te verwerpen d.m.v. een factoranalyse.
Welke 5 dingen levert een factoranalyse op?
- Info over aantal factoren
- Info over relatie tussen factoren (lineaire regressie, y = ax + b + e)
- Info over de verklaarde variantie vd indicatoren (items)
- De mogelijkheid om factorladingen te transformeren (rotatie)
- Bij meerdere factoren: de mogelijkheid om deze te laten correleren
Hoe bereken je de (impliciete) correlatie tussen 2 subtests gegeven de factorladingen, bv. tussen Bridge en Dammen op F1 (denksport) en F2 (fysieke sport)?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer doe je een confirmatieve factoranalyse en wat zijn 3 kenmerken ervan?
- Laat alleen de correlaties zien tussen de items en bijbehorende (hoog correlerende) factor(en) en niet tussen items en laag correlerende factoren.
- Je kan ook opgeven dat een item laadt op meerdere factoren > Biedt de mogelijkheid om correlaties / regressie tussen factoren te onderzoeken (heeft te maken met criterium validiteit).
- Biedt de mogelijkheid om gecorreleerde residuen op te nemen.
Leg de volgende formule uit: f1k= b1k*sd(PC1)
- De gewichten vermenigvuldigd met de standaard deviatie van de PC zijn interpreteerbaar: f11, f12, f13 zijn regressie coefficienten (waarbij PC = onafh variabele, test = afh variabele)
- zPC scores zijn te berekenen, deze benaderen de factor scores (de scores op de factor).
> gevolg: f is interpreteerbaar, en var(zPC1) = 1.
Samenvatting van de procedure tot zo ver. b:oorspronkelijkegewicht. f: gewichtnastandarizatie (regressie coefficient). g:gewichtnastandaardisatieenrotatie (regressie coefficient).
Wat wordt bedoeld met een orthogonale transformatie? & Oblique rotatie?
- Orthogonaal = ongecorreleerd. Dus een transformatie die de verdeling van de verklaarde variantie verandert, maar waarbij er vanuit wordt gegaan dat de factoren ongecorreleerd zijn. Bv. een Varimax rotatie. Dit bevorderd de interpreteerbaarheid van de factorladingen.
- Oblique rotatie = rotatie die wel toestaat dat de factoren gecorreleerd zijn. Bv. Oblimin rotatie.
Hoe bepaal je het aantal factoren die ten grondslag liggen aan een test op basis van het knikcriterium en het eigenwaarde-groter-dan-1 criterium? & Wat is een eigenwaarde?
- Knikcriterium: gebaseerd op screeplot van eigenwaardes (eigenwaarde = variantie PC) > hoeveel punten voor de knik > zoveel factoren.
- Eigenwaarde-groter-dan-1: Hoeveel eigenwaardes zijn groter dan 1? > zoveel factoren.
r2 = de verklaarde variantie. Dus bij vb. in pp: de verklaarde variantie van de test uitgaande van 1 factor model = 33% (uitgaande van alleen eerste PC)
Wat wordt bedoeld met multi trait multi method (MTMM)?
Moeder vs. onderwijzer ratings zijn 2 extra latente variabelen, omdat ze een andere bron van systematische variantie zijn. Ze zien het kind in andere situaties.
Multi traits zijn metingen van bv. verschillende persoonlijkheidsdimensies.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden