Origins of Personality Testing
9 belangrijke vragen over Origins of Personality Testing
Cattell's Factor-analytische Trait theorie
De 5-factor theorie van karaktereigenschappen
Extraversie
Openheid tot ervaringen
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Wat zijn 4 factoren die een belangrijke rol spelen bij mogelijke vertekening van de diagnostiek?
- Biases
- Factoren van de cliënten: achtergrond kenmerken; emotionele toestand op moment test; self-report; concentratie
- Factoren van de psycholoog: positive alliance nodig (goede verhouding cliënt - psycholoog), dus niet te afstandelijk / te close.
- Type I of type II fout
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Leg deze 6 biases van de diagnostiek uit: Test populariteit; Confirmation bias; Availability bias; Theoretische oriëntatie; Negeren van de base rate; Verschillende culturen.
- Test populariteit: iedereen gebruikt dezelfde test > kan vertekend beeld geven.
- Confirmation bias: tunnelvisie, alleen bewijs vinden voor jouw hypothese.
- Availability bias: heuristiek. Hoe beschikbaar het is in de geheugen bepaald het gewicht dat je eraan geeft. Recente / extreme dingen vallen op en komen sneller terug in de diagnose.
- Theoretische oriëntatie: selectie instrumenten; selectie gestelde vragen aan patiënt; interpretatie respons patiënt en data
- Het negeren van de base rate
- Verschillende culturen: cross cultural validity van testen
Wat zijn 3 belangrijke eigenschappen van een test om bias te voorkomen?
- Multisource
- Multimethod
- Multisetting
Wat zijn 3 emerging trends in de klinische beoordeling?
- Actuarial prediction: goede verhouding tussen subjectief meten (contact met psycholoog; self-report) en objectief meten (gebaseerd op statistische informatie, bv. online testjes). Objectief meten is minder vatbaar voor bias, maar geen band met onderzoeker. > Dus: Combinatie van beide: statistisch + contact met psycholoog.
- Druk vanuit maatschappij voor bewijs diagnostiek (geen vage testen meer)
- Routine Outcome Monitoring (ROM): de methodiek waarbij regelmatig metingen gedaan worden van de toestand van de cliënten met het oog op evaluatie en eventueel bijsturing van de behandeling (behandeleffect meten).
Wat is het grootste verschil tussen diagnostiek in de wetenschap en de hulpverlening?
- Onderzoeksvraag > inzicht > handelen op LT
Hulpverlening = vooral regulatief
- Hulpvraag > inzicht > handelen
Wat is het verschil tussen een type 1 en type 2 fout en wanneer wil je dat de kans op type 1 klein is en wanneer wil je juist dat de kans op type 2 klein is?
- Vermijden als label ernstig stigmatiseert (bv. beschuldiging incest) of dure, intensieve behandeling / medicatie.
- Niet erg bij initiële screening: bv. opstelling hypothese, als het geen heftige gevolgen heeft.
- Wordt bepaald door alfa (meestal 0.05).
Type II: vals negatief, onterecht de H0 behouden (bv. test geeft -, terwijl kind wel ziek is).
- Vermijden bij ontslag uit forensische psychiatrie (kans op herhaling) of zoeken naar geneesmiddel ernstige ziekte (je wilt niet het risico lopen dat je een werkzaam geneesmiddel misloopt).
- Wordt bepaald door bèta
Wat is een conservatieve test en wat is een disconfirmatieve benadering?
Disconfirmatieve benadering = er vanuit gaan dat iemand de stoornis niet heeft.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden