Samenvatting: Psychologie & Sociologie : Basiscursus | 9789001763756 | Ella Wijsman
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychologie & sociologie : basiscursus | 9789001763756 | Ella Wijsman.
-
1 Gedrag en invloeden op gedrag
Dit is een preview. Er zijn 94 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van gedrag? Welke factoren hebben invloed op het gedrag?
Gedrag bestaat uit waarneembare handelingen en uit vormen van innerlijke activiteit die kunnen leiden tot waarneembare handelingen. De factoren die invloed hebben op het gedrag zijn: 1. fysieke factoren 2. psychische factoren 3. sociale factoren 4. Culturele factoren 5. Geografische factoren -
Invloeden op menselijke gedrag:
1. Fysieke factoren (lichamelijk)
2. Psychische factoren (iemands zelfbeeld of zelfbeleving, persoonlijkheidskenmerken en degene zijn huidige levensfase)
3. Sociale factoren (mensen kunnen als imitatiemodel fungeren, collega’s zijn anders in privesituaties)
4. Culturele en spirituele factoren
5. Fysische en geografische factoren (klimaat)
-
Eysenck onderscheidde twee belangrijke dimensies, namelijk:
1. Extraversie (angst)
2. Neuroticisme (gespannenheid)
-
In de marketingtheorie worden vijf basisdimensies van persoonlijkheid (Big Five) onderscheiden, namelijk:
1. extraversie/introversie
2. vriendelijkheid/onvriendelijkheid
3. zorgvuldigheid/nonchalance
4. emotionele stabiliteit/neuroticiteit
5. openheid/conventionaliteit (voor nieuwe ideeën en ervaringen)
-
Sociale intelligentie draait om het vermogen om andere mensen te begrijpen en verstandig te handelen in menselijke relaties. In een EQ-test worden de volgende dimensies onderscheiden (DERKSEN):
1. intrapersoonlijke intelligentie (zoals zelfrespect),
2. interpersoonlijke intelligentie (zoals empathie),
3. adaptie (het toetsen van de realiteit, de flexibiliteit en het probleemoplossend vermogen),
4. stressmanagement/ecologische intelligentie (het vermogen om je te redden in het dagelijkse leven)
5. algemene stemming (optimisme versus pessimisme).
-
Wat is variabel belonen?
(af en toe belonen) kan nieuw gedrag stimuleren.
-
Wat is operante conditioneringsmechanismen?
Ouders maken vaak onbewust gebruik hiervan, zoals het belonen van een kind als het voor het eerst met mes en vork heeft gegeten.
Er kunnen ook straffen worden gebruikt om operant te conditioneren, maar belonen verdient de voorkeur.
-
Wat is Sociaal leren/Model leren?
Leren zonder beloningen door instructies op te volgen of door anderen te observeren.
-
Het geheugen wordt vaak gezien als een bewaarsysteem. Er kunnen drie bewaarsystemen worden onderscheiden, namelijk:
1. het sensorisch register (waar informatie heel kort wordt vastgehouden en nog niet wordt bewerkt),
2. het kortetermijngeheugen (waar de informatie meteen wordt geïnterpreteerd en verzonden)
3. het langetermijngeheugen (met een onbeperkte duur en capaciteit).
-
Zelfsturing is een belangrijk begrip bij het zelfstandig leren. Hiervoor zijn verschillende vermogens en vaardigheden nodig die grofweg in drieën kunnen worden verdeeld, namelijk:
1. vooruitdenken,
2. (bij)sturen en observeren
3. beoordelen en reflecteren op jezelf.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Psychologie & Sociologie : Basiscursus
-
Gedrag en invloeden op gedrag - Invloeden op gedrag
-
Persoonlijkheid - Persoonlijkheidstheotieën - Psychoanalyse
-
Leerprocessen - leerstijlen
-
Groepsprocessen - Rollen en rolconflicten
-
Cultuur en afwijkend gedrag
-
Sociale beinvloeding - Conformeren
-
Sociale relaties en sociale cultuur
-
Cultuur en afwijkend gedag