Gedrag en gezondheid - Gezondheidspsychologie - Preventie
11 belangrijke vragen over Gedrag en gezondheid - Gezondheidspsychologie - Preventie
Wat zijn volgens Belloc (1973) de goede gedragingen van een mens die bijdrage aan een lange levensverwachting?
7-8 uur slapen
elke dag ontbijten
niet roken
weinig eten tussen de maaltijden
dicht bij het ideale gewicht blijven
geen of beperkt alcohol gebruiken
regelmatig lichamelijke activiteit.
Bij welke groep mensen komt informatie over gezondheidsrisico's beter aan en wat voor gevolgen voor de leeftijdverwachting heeft dit?
Bij hoger opgeleiden gaat het beter als bij laag opgeleiden, vooral mannen. Dat scheelt 4,9 jaar in de levensverwachting (periode 1995-1999) voor mannen en 2,6 jaar voor vrouwen. Daarnaast heeft het ook nog invloed op het aantal jaren dat in gezondheid werd doorgebracht. Gelijkbare cijfers voor Vlaanderen (Miermans & Van Oyen, 2002)
Wie is het meest gemotiveerd gedrag te veranderen omtrent gezondhied?
Hoger opgeleide mensen meer dan lager opgeleide mensen (in het bijzon-
der mannen).
Vandaar hogere levensverwachting bij hoger opgeleiden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Factoren die geen noemenswaardige invloed hebben op het condoomgebruik (Sheeran et al, 1999)
1) kennis over hiv/aids
2) aantal seksuele partners
3) leeftijd 1e gemeenschap
4) geschatte vatbaarheid voor aids
5) zich zorgen maken over aids
6) geschatte ernst aids
7) aidslessen op school
8) mediacampagnes over aids
9) schaamte om condooms te kopen
10) mate seksuele opwinding
11) geslacht persoon
12) sociaal-economische status
13) opleiding
14) geloofsovertuiging
15) impulsiviteit persoon
Welke factoren hebben wel invloed op het condoomgebruik?
Wie publiceerde een overzicht van alle studies tussen 1997 en 1996 waaruit de factoren naar voren kwamen die wel of geen invloed hadden op het condoomgebruik?
Sheeran et al. (1999).
Tot welke conclusie kwamen Abraham et al. (2002) naar onderzoek over Engelse en Duitse HIV folders?
33% besteed geen aandacht aan de factoren die invloed hebben, 50% behandelde drie of minder factoren die invloed hadden, er was maar 1 (Duitse ) folder die alle factoren die invloed had behandelde.
Wat heeft invloed op het gebruik van condooms bij studenten (De Wit et al, 1997)
Gevoelens studenten.
Studenten die zich positief voelden bij gebruik condooms waren meer geneigd om deze ook daadwerkelijk te gebruiken dan studenten die zich negatief voelden.
Wat gebeurt er bij mensen als ze negatieve gevoelens voelen bij gebruik van condooms? (Dahl et al, 2005)
1) Men voelt weerstand om condooms te kopen en ermee rond te lopen
2) Mensen zijn bang dat ze bij hun partner de indruk zullen wekken uiteen-
lopende seksuele contacten te hebben en weinig trouw zijn. Zijn bang
hun partner op die manier te verliezen.
Leidt een goede folder over condoomgebruik ook tot gewijzigde attitude?
Uit onderzoek van Krahe et al. (2005) toonde aan dat er kleine wijziging optreedt van 3,6 naar 3,8 na 4 weken bij een groep die een folder had gelezen er een les aan had besteed en een muziekbon had gekregen als de vragen juist waren beantwoord.
Wat zijn factoren die meespelen dat mensen toch geen condoom gebruiken terwijl de kennis over het onderwerp aanwezig is?
Het onrealistische optimisme van mensen
Gevoelens die men heeft t.o.v. condooms onderzoek Dahl et al. (2005) angst om als ontrouw te worden gezien en aangezien te worden voor iemand die veel sex heeft met verschillende partners en daarmee de angst hun partner te verliezen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden