Psychopathologie - Dissociatieve stoornissen - Dissociatieve amnesie, fugue en identiteitsstoornis

6 belangrijke vragen over Psychopathologie - Dissociatieve stoornissen - Dissociatieve amnesie, fugue en identiteitsstoornis

Welke types dissociatieve amnesie zijn er?

1. Gelokaliseerd (bepaalde periode bijvoorbeeld na een traumatische ervaring)

2. Selectief (sommige dingen)

3. Veralgemeend (de volledige levensgeschiedenis)

4. Continu (tot een bepaald moment in het verleden).

De laatste twee komen het minst voor.

Welk deel van het geheugen is (gedeeltelijk) niet meer toegankelijk bij dissociatieve amnesie?

Het episodisch geheugen.

Wat is een dissociatieve identiteitsstoornis (vroeger multiple persoonlijkheidsstoornis)?

Een somatoforme aandoening waarbij iemand afwisselend twee (of meer) van elkaar te onderscheiden persoonlijkheidstoestanden kan aannemen. Ten minste twee van deze persoonlijkheden nemen regelmatig het gedrag volledig over.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Huntjens et al. (2003) voerde een onderzoek m.b.t. dissociatieve identiteitsstoornis. Vertel over het onderzoek en de uitkomsten.

Drie groepen proefpersonen: normaal, normaal zich gedragend als met de stoornis en patiënten met een dissociatieve identiteitsstoornis. De vraag was wat de groepen zich zouden herinneren van een 2e set woorden omdat er sprake is van proactieve interferentie met de 1e lijst woorden.

Alle groepen bleken gemiddeld 1 woord minder te onthouden. Wat evidentie is voor niet bestaan van een dissociatieve identiteitsstoornis, Maar dit kan ook liggen aan het feit dat het proactieve interferentieparadigma iets anders is dan het bewust ervaren van het episodisch geheugen. 

Uit wiens overzicht bleek dat er niet meer dan 100 gevallen bekend waren tot 1990. Waar denken ze dat de plotselinge stijging vandaan komt van aangemelde gevallen?

Carson en Butcher (1992). 

1. Toename kennis over stoornis en symptomen

2. (On)bewust verlangen van individuen en therapeuten om tot de diagnose te komen.

Uit wiens onderzoek is gebleken dat het mogelijk is een clinicus te overtuigen dat men een dissociatieve identiteitsstoornis heeft als de interviewer suggestieve vragen stelt en de geïnterviewde een fantasierijk persoon.

Spanos (1994).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo