Onthouden en vergeten - Informatie oproepen - De hypothese van de codeerspecifiteit

12 belangrijke vragen over Onthouden en vergeten - Informatie oproepen - De hypothese van de codeerspecifiteit

Volgens de hypothese van de codeerspecificiteit is terugkeren naar de plek van een gebeurtenis een goede manier om herinneringen te activeren. Waarom?

Wanneer mensen iets ervaren, dan coderen ze daar een aantal aanvullende aspecten van en bewaren die samen met de herinnering. Deze aspecten houden o.a. verband met het moment en de plaats van de gebeurtenis.

Wie hebben een overzicht gemaakt van de studies die aangetoond hebben dat mensen zich informatie beter herinneren als deze wordt opgeroepen in dezelfde situatie?

Smith & Vela (2001).

Wanneer is het effect van omgevingsaanwijzingen het sterks als het gaat om het oproepen van herinneringen?(Koens relativeerde hiermee de duikproef leren en herinneren aan land en onder water)

1. wanneer het materiaal dat onthouden moet worden weinig inzichtelijk denken nodig heeft.
2. wanneer er geen intrensieke relatie bestaat tussen de context en het materiaal dat geleerd moet worden.
3. het materiaal maakt geen deel uit van de leefwereld van de proefpersoon en deze is ook niet intrensiek gemotiveerd om het materiaal te onthouden.

V.b. geneeskunde studenten laat dit zien zij wisten ongeacht de omgeving dezelfde info op te roepen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Godden & Baddeley (1975) hebben en spectaculaire proef met duikers uitgevoerd. Verklaar.

Herinneren aan land en onder water. Indeze proef leerde een groep duikers een woordenlijst aan land of 6 meter onder water. Nadien werd hun geheugen voor de woordenlijst gemeten ofwel in dezelfde omgeving ofwel in de andere omgeving. Uit de resultaten bleek dat de proefpersonen zich 50% meer woorden herinnerden als de omgeving bij het oproepen dezelfde was als tijdens het leren, zoals voorspeld wordt door de hypothese van de codeerspecificiteit.

Wie deden onderzoek bij een groep duikers om woorden te onderhouden onder water en deze zowel op het land is in het water te reproduceren. Wat bleek uit dit onderzoek?

Godden & Baddeley (1975). Het bleek dat de duikers de woorden onder water beter konden reproduceren.

Wat is transfer-aangepaste verwerking?

De manier van verwerken bepaalt welke oproepsituatie het beste is om de herinnering op te halen (wanneer rijm gebruikt is bij het verwerken is rijm ook de beste manier op de herinnering terug te halen).

Wat bedoelde Morris met de transfer-aangepaste verwerking?

Alle verwerkingstypes van het bestudeerde materiaal zijn goed zolang ze getransformeerd kunnen worden naar de oproepsituatie.Het soort verwerking van een gebeurtenis is niet inherent goed of slecht Zoals beweerd bij de theorie van de verwekingsniveaus) maar hangt af van de mate waarin deze verwerking oproepaanwijzingen beklemtoont die van belang zijn bij de geheugentest. (Proef met rijm en semantische codering omcirkelen woorden die rijmen op het woord, de rijm-vraag beantwoorders scoorden beter dan de semantische vraag beantwoorders)

Koens (2005) wijst erop dat de gevolgen van omgevingsaanwijzingen niet altijd zo spectaculair zijn als bij het experiment van Godden & Baddeley. Het effect is vooral sterk wanneer aan drie voorwaarden is voldaan. Welke?

1. het materiaal dat moet onthouden worden vergt weinig inzichtelijk denken (zoals bij het van buiten leren van een lijst woorden).

2. Er bestaat geen intrinsieke relatie tussen de context en het materiaal dat geleerd moet worden (aan land of in het water vs woorden).

3. Het materiaal maakt geen deel uit van de leefwereld van de proefpersoon en de proefpersoon is ook niet intrinsiek gemotiveerd om het materiaal te onthouden.

Volgens Koens verklaren deze drie factoren waarom het contexteffect niet in alle studies gevonden wordt. Ter illustratie geven ze een studie die zij zelf uitvoerden over het effect van de context op het leren bij geneeskundestudenten (2003).  Conclusie?

De omgeving is heel wat minder belangrijk bij inzichtelijk leren van persoonsrelevante informatie dan de proef van Godden & Baddeley doet vermoeden.

Hoe verhoudt het concept van de transfer-aangepaste verwerking (Morris et al (1977)) zich tot de theorie van de verwerkingsniveau's (Craik & Lockhart (1972))?

De transfer-aangepaste verwerking (deze stelt dat herinnering beter is als het geheugen de vereiste oproepingsaanwijzing bevat) spreekt de theorie van de verwerkingsniveau tegen (die altijd betere resultaten voorspelt voor betekenisvragen).

In een proef van Morris (1977) is de oproeptest zo geconstrueerd dat ze een beroep doet op aanwijzingen die in de verwerving aanwezig waren. Conclusie?

Zoals voorspeld door de theorie van de verwerkingsniveaus herkenden de proefpersonen meer woorden waarvoor ze een betekenisvraag gekregen hadden (84%) dan woorden waarvoor ze een rijmvraag gekregen hadden (63%).

Noem twee hypothese/concepten over hoe oproepaanwijzingen effectief kunnen zijn? 

Hypothese van de codeerspecificiteit (Tulving en Thomson, 1973) en concept van de transfer-aangepaste verwerking (Morris et al, 1977).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo