Conditionering en leren - Operante conditionering - Waarom is straf dikwijls niet effectief?

14 belangrijke vragen over Conditionering en leren - Operante conditionering - Waarom is straf dikwijls niet effectief?

Welke vijf factoren bepalen het effect van (positieve) straf?

- intensiteit van de straf - de straf moet relatief intens zijn.

- het probleem van uitgestelde straf - hij moet meteen toegediend worden.

- consistentie van de straf - hij moet consistent toegediend worden.

- associatie van straf met positieve bekrachtiging - hij mag niet geassocieerd worden met enige vorm van bekrachtiging.

- leren van ontsnappings- en vermijdingsgedrag - hij mag niet leiden tot ontsnappings- of vermijdingsgedrag.

Er zijn 5 voorwaarden waaraan voldaan moet zijn wil straf effectief zijn. Welke zijn dat?

1) Intensiteit van de straf. Voldoende intensief zijn
2) Probleem van uitgestelde straf. Straf moet volgen op gedrag
3) Consistentie van straf. Bij elk verkeerd gedrag moet straf komen
4) Associatie van straf met positieve bekrachtiging. Kind dat geen aandacht krijgt
5) Het leren van ontsnappingsgedrag en vermijdingsgedrag. Ontsnappen: straf is bezig. Vermijden: straf ontlopen.

Waarom is straf dikwijls niet effectief?

Omdat het gedrag slechts even wordt onderdrukt en komt dan terug waarbij het niet meer in zelfde mate onder invloed lijt te staan van de straf. Daarnaast kan de gestrafte de straf probereren te ontlopen zonder dat het wangedrag verandert.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is verschil tussen ontsnappings- en vermijdingsgedrag?

Bij ontsnapping is de onaangename prikkel er al en probeer je deze te stoppen (de wekker uitzetten) bij vermijding probeer je de onaangename prikkel te voorkomen (je wordt voor dat de wekker afgaat wakker en zet hem af voordat deze afloopt).

Hoe zit de tweefactorentheorie van Mowrer in elkaar?

Traumatische gebeurtenis geeft vermijdingsgedrag. Angst daalt en dat geeft versterking van het vermijdingsgedrag.
KORTOM: het verzen en vermijden van straf.

Hoe is vermijdingsleren goed bestudeerd?

Door een rat in een pendelkooi met 2 compartimenten waarbij het dier aan 1 kant van de kooi wordt geplaatst waarna er een geluid gevolgd door een schok wordt toegedient en dit wordt op geregelde momenten gegeven. OP den duur vlucht  het dier naar het anere compartiment wanneer het het geluid hoort. Ook al wordt na een tijd de schol niet meer toegedient toch vlucht het dier na het geluid naar het andere gedeelte.

Waarom schaffen hondeneigenaars een zogenaamd fence training-systeem aan en waarom is dit systeem effectief?

Halsband met sensor. Het terrein wordt afgebakend door laserstralen --> zodra de hond de laserstraal bereikt, krijgt hij een toontje te horen, kort daarop gevolgd door een relatief intense shock. --> bij het horen van de toon  keert hij op zijn stappen terug.

Welke overwegingen moet men in acht nemen bij het thema straf?

1. negatieve straf (time-out) werkt gewoonlijk beter dan positieve straf omdat die minder snel escaleert.
2. straf moet altijd gepaard gaan met bekrachtiging van gewenste gedragingen.
3. in de meeste situaties bereikt men meer met bekrachtiging dan met straf.

Welke twee factoren spelen een rol bij vermijdingsleren in de proef met de pendelkooi?

1. Men leert het waarschuwingssignaal vrezen op basis van klassieke conditionering het signaal wordt een CS voor de schok (OS)
2. Het proefdier leert op basis van een negatieve bekrachtiging (weghalen van onaamngename stimulus) aan de angst te ontsnappen door over te springen naar de andere kant van de kooi..

Dit samen wordt de tweefactorentheorie genoemd.

Wat is een gevolg van verwmijdingsleren?

Het gedrag kan lange tijd voorgezet worden nadat het gevaar geweken is. Het is een belangrijk inzicht in de behandeling van ompulsief-obsesief stoornissen en een specifieke fobie omdat dit gemotiveerd wordt vanuit de behoefte om te voorkomen.

Wanneer is straf zinvol?

1. wanneer de straf relatief intens is
2. Wanneer de straf meteen wordt toegediend
3. Hij mag niet geassocieerd worden met enige vorm van bekrachtiging
4. hij mag niet leiden tot ontsnappings-of vermijdings gedrag.

Wat kan er onstaan er als vermijdingsgedrag doorschiet?

Obsessieve-compulsieve stoornissen.

Welke overwegingen moet men in acht nemen bij het geven van straf?

1. negatieve straf werkt gewoonlijk beter dan positieve straf omdat het minder snel escaleert en werkt het beste wanneer men een goede realtie heeft met de gestrafte.
2. Straf moet gepaard gaan met bekrachtiging van gewenste gedragingen zodat de getrafte weet welk gedrag het ongewenste gedrag kan vervangen.
3. Men bereikt meestal meer met bekrachtiging dan met straf en door dit te doen kan men vaak voorkomen dat situaties uit de hand lopehn. Gedrag wat niet bekrachtig wordt heeft een grote kans om in de toekomst "uit te sterven" (extinctie).

Welke overwegingen kan met ten aanzien van straf in overweging nemen?

1. Negatieve straf (time-out) werkt beter dan positieve straf

2. Straf moet gepaard gaan met positieve bekrachtiging van gewenst gedrag

3. Je kan beter bekrachtigen dan straffen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo