Leren en omgeving - hoe leren we nieuw gedrag door operante conditionering - vergelijking tussen operante en klassieke conditionering

5 belangrijke vragen over Leren en omgeving - hoe leren we nieuw gedrag door operante conditionering - vergelijking tussen operante en klassieke conditionering

Verschillen operante en klassieke conditionering

- Voedsel is bij operante conditionering een beloning en bij klassieke conditionering een ongeconditioneerde stimulus.
- Bij operante conditionering beloont nieuwe gedragingen.
- Bij klassieke conditionering leer het individu dezelfde responsen te geven op nieuwe stimuli.

Wat is het verschil tussen de operante en klassieke conditionering, geef een voorbeeld?

klassiek geconditioneerd gedrag respons op op eerdere stimulatie.
operante conditionering gaat het om straffen en belonen om een gewenst gedrag te krijgen.

Bijvoorbeeld voedsel kan bij klassieke conditionering UCS zijn, terwijl het bij de operante conditionering een bekrachtiger is.

Noem een voorbeeld waarbij klassieke en operate conditionering elkaar aanvullen.

Angst voor slangen: kind ziet slang (NS) en aantal keer gilt moeder waardoor kind bij zien van slang bang wordt. Slang wordt UCS. KLASSIEK.

Bij het angstige gedrag wordt kind door moeder getroost (aandacht; beloning). OPERANT.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem de belangrijkste 5 verschillen tussen de klassieke en operante conditionering.

Verschil in volgorde stimulus en respons:
  • Klassiek: eerst stimulus die leidt tot een respons
  • Operant: gedrag wordt gecontroleerd door gevolgen die op de respons volgen. Dus op de respons volgt een bepaalde stimulus.


straf/beloning:
  • Klassiek: geen (hoewel plezierige en aversieve stimuli kunnen worden gebruikt)
  • Respons: wel

Soort gedrag:
  • Klassiek: zelfde respons op nieuwe stimuli
  • Operant: gericht op nieuwe gedragingen


Extinctie:
  • Klassiek: komt door afwezigheid UCS
  • Operant: achterwege blijven van beloning.


Passief/actief:
  • Klassiek: lerende is passief (reageert flexmatig)
  • Operant: leren is actief, vrijwillig.

Noem de belangrijkste 5 verschillen tussen de klassieke en operante conditionering.

Verschil in volgorde stimulus en respons:
  • Klassiek: eerst stimulus die leidt tot een respons
  • Operant: gedrag wordt gecontroleerd door gevolgen die op de respons volgen. Dus op de respons volgt een bepaalde stimulus.


straf/beloning:
  • Klassiek: geen (hoewel plezierige en aversieve stimuli kunnen worden gebruikt)
  • Respons: wel

Soort gedrag:
  • Klassiek: zelfde respons op nieuwe stimuli
  • Operant: gericht op nieuwe gedragingen


Extinctie:
  • Klassiek: komt door afwezigheid UCS
  • Operant: achterwege blijven van beloning.


Passief/actief:
  • Klassiek: lerende is passief (reageert flexmatig)
  • Operant: leren is actief, vrijwillig.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo