Samenvatting: Psychologie En Psychomotoriek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychologie en psychomotoriek

• 1 Wat is psychologie (niet)

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de 8 principes / kenmerken van pseudowetenschappelijke therapie?

  - Negatieve resultaten worden verklaard door gebruik van verklaringen achteraf bv maar dat komt doordat..
  - De afwezigheid van zelfkritiek en zelfcorrectie.
  - Geen peer-review: ontwijken van het herzien van de methoden door andere deskundigen.
  - Voorkeur om nadruk te leggen op bevestiging van hypothesen ipv deze te weerleggen.
  - Weinig samenhang met andere disciplines.
  - Overmatig vertrouwen hebben in tussenkomst van gevalsstudies.
  - Gebruik van onduidelijk en onnodig technisch taalgebruik.
  - Afwezigheid van grenscondities: uitspraken blijven altijd geldig.

• Wat zijn de 3 eisen die de wetenschappelijke methode  van psychologie stelt?

  1. Controleerbaar zijn
  Kennis moet duidelijk beschreven worden in alle aspecten zodat andere personen kunnen controleren of conclusies juist zijn.
  2. Herhaalbaar zijn
  Het onderzoek moet kunnen overgedaan worden. Zo kan men nagaan of zelfde resultaten bekomen worden.
  3. Falcifieerbaar zijn      
  De hypothese moet zo geformuleerd worden dat men kan bewijzen dat ze onjuist is.  De hypothese moet testbaar zijn.

• Welke 2 denkfouten worden gemaakt bij pseudopsychologie?

  1. Emotionele reasoningfallacy
  Je door je gevoelens laten leiden voor het evalueren van een bewering.
  2. Bandwagon fallacy
  Omdat veel mensen het geloven geloof je dat het wel waar moet zijn.

• Leg uit wat men bedoelt met “correlatie is geen causaliteit”. Illustreer ook met jouw eigen voorbeeld.

  Correlatie betekent dat er een statistisch verband is tussen twee variabelen/kenmerken. Dit betekent niet dat dit verband oorzakelijk is.
  Voorbeeld: over een periode van een jaar merk ik dat
  A) het gras sneller groeit naarmate
  B) ik meer tijd in de tuin doorbreng en omgekeerd.
  Dit is correlatie, maar geen causaliteit. Het is niet zo dat A B veroorzaakt of B A. De uren zonneschijn is de causale factor voor beiden.

• Waarom is pseudopsychologie zo populair? (4)

  1. Mensen hebben de neiging om orde te willen scheppen in de chaos.
  2. Asophenia: spontane waarneming van verbanden en betekenis van niet verwante fenomen.
  3. Pareidolia: betekenisvolle waarnemingen zien in betekenisloze stimuli.
  4. Motivatie tot geloven: terror management theorie: hoe meer je bewust van hoe makkelijk de mens kan sterven, hoe meer je het gelooft. Dit om je angst voor de dood te hanteren.

• Wetenschapsschrijver Michael Shermer bedacht de term "patternicity“ of “patrooniciteit” om te verwijzen naar...

  de menselijke neiging om patronen te zien in betekenisloze gegevens.

• Enkele belangrijke waarschuwingstekens van pseudowetenschappelijke beweringen zijn overdreven steunen op anekdotes, overdreven beweringen, afwezigheid van verbanden met ander onderzoek, ontbreken van peer review en...

  gebruik van wetenschappelijk-klinkende termen die onzin zijn.

• Bud en Sandy vergelijken de voordelen van diverse automodellen. Bud merkt op: “Deze auto werd getest door 4 verschillende verbruikersorganisaties op basis van honderden tests met elk jaar ongeveer dezelfde uitkomst: hij is zeer betrouwbaar." Sandy gaat er tegen in: “Ja, maar mijn gebuur heeft die auto gekocht en heeft er heel wat problemen mee gehad. Ik zou hem niet kopen." Van welk kenmerk van pseudowetenschap is Sandy slachtoffer?

  Overdreven steunen op anekdotes

• Eén reden waarom mensen geneigd zijn te geloven in pseudowetenschap is dat we onze emoties gebruiken als gids om te beoordelen of beweringen geldig zijn. Dit is bekend als de gevoelsheuristiek of de....

  emotionele redenering denkfout

• 2 Bewustzijn

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is “inattentional blindness” en hoe kan dit fenomeen zich voordoen bij de logopedische begeleiding?

  Een fenomeen waarbij je kijkt naar een beeld op een scherm of in reële wereld en je aandacht is zo gevangen door de taak die je aan het doen bent dat iets dat perfect zichtbaar is niet wordt opgemerkt.
  
  = functionele blindheid = aandachtsblindheid
  
  bv telefoneren achter het stuur