Loopbaanontwikkeling - In beweging: stadia, leeftijden en nieuwe banen
6 belangrijke vragen over Loopbaanontwikkeling - In beweging: stadia, leeftijden en nieuwe banen
Welke stadia zijn er tijdens de loopbaan volgens super?
1 Kristallisatie: Duidelijkheid krijgen over eigen zelfbeeld en identiteit
2 specificatie: op basis van zelfbeeld passend werk kiezen
3 Implementatie: zoeken naar hoe dit te kunnen doen
2) Keuze: persoon kiest en probeert zichzelf te bewijzen: 25-44 jaar
3) onderhoud: wil gekozen niche vasthouden 45-64 jaar
4) terugtrekking: gekenmerkt door minder betrokkenheid.
super omschreef ook 6 rollen die in de fasen betrokken zijn:
1 Huisman/vrouw
2 kostwinner
3 burger
4 levensgenieter
5 student
6 kind
Wat is generativiteit? En wanneer krijgen mensen hiermee te maken?
Hoe verhoudt leeftijd zich tot werkprestaties? En wat zijn de strategieën die oudere werknemers kunnen gebruiken om hun afnemende vloeibare energie te compenseren?
Strategieën die ouderen kunnen gebruiken zijn de SOC-strategieën:
- Selectie: concentreren op een paar belangrijke functieactiviteiten
- Optimalisatie: opfrissen van vaardigheden bijv. met een cursus
- Compensatie: vertellen tot welke taken je jezelf het best in staat acht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat beïnvloed mensen wat betreft hoe, wanneer en waarom zij doorstromen in een baan?
- Macro-economische factoren
- Organisationele/institutionele factoren (bijv. personeelsbeloop)
- Persoonlijke factoren (bijv. ontevredenheid op het werk of movement capital (in hoeverre ze aantrekkelijk zijn voor alternatieve banen) en verankering in sociale groepen op en buiten het werk).
Beschrijf de transitiecyclus van Nicholson voor de overstap naar een nieuwe baan (werkroltransities).
-> voorbereiding (voorafgaand aan de nieuwe baan) -> ontmoeten/confrontatie (de eerste dagen in een nieuwe baan) -> aanpassing (je eigen manier vinden om het werk te doen) -> stabilisatie (een ervaren werknemer zijn -> (zie start)
De fasen verschillen van elkaar, maar zijn ook onderling afhankelijk: wat in één fase gebeurt, heeft implicaties voor andere fasen.
Zie figuur 12.4, p. 350
Wat zijn de vier fasen van de transitiecyclus van Nicholson?
2. Confrontatie
3. Aanpassing
4. Stabilisatie
Zowel personen als organisaties kunnen veel doen in de voorbereidings- en confrontatiefase om ervoor te zorgen dat nieuwkomers met succes bij organisaties binnenkomen. Nieuwkomers geven over het algemeen de voorkeur aan geïnstitutionaliseerde socialisatie, omdat ze daarmee het gevoel kunnen hebben dat ze worden gewaardeerd en dat de organisatie weet waar ze mee bezig is. Ze zijn dan meer geneigd bij de werkgever te blijven.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden