Loopbaanontwikkeling - Beroepskeuze
10 belangrijke vragen over Loopbaanontwikkeling - Beroepskeuze
Beschrijf welke elementaire vereistenvariabelen (genoemd door Parsons) van invloed zijn op een effectieve beroepskeuze.
2. Kennis van de vereisten van en voorwaarden voor succes, de voor- en nadelen, compensatie, en de mogelijkheden en vooruitzichten van verschillende beroepen.
3. Een weloverwogen beraadslaging over de relaties tussen deze twee groepen vereisten.
Dit beschrijft echter alleen de aard van de taak zelf. Het helpt mensen niet om ook echt een goede keuze te maken.
John Holland zes beroepsprofielen.
- Praktisch/realistisch
- analytisch/onderzoekend
- artistiek
- sociaal
- ondernemend
- conventioneel: houdt van regels en voorschriften.
tegenoverliggende punten in diverse opzichten tegengesteld aan elkaar.
Leg ZKM uit en de processen van loopbaan beslissingen
1 zelf motief: iedereen is gericht op bevestiging van zelf, zelfbeeld en de vergroting en verdediging ervan.
2 ander-motief: iedere persoon wenst voor verbondenheid met iets of iemand anders.
Processen om een beslissing te maken is het concept van identiteitsstatus waarbij er 4 patronen zijn:
1 Algemene vaagheid (diffusie)
2 omgaan met onzekerheid door snel en voortijdig te beslissen (foreclosure)
3 Opzettelijk afwachten (moratorium)
4 Duidelijk zelfbegrip op basis van ervaring en overdenking (identity achievement)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe ziet de theorie van Holland er uit en wat stelde John Holland over zijn 6 beroepsprofielen?
Hij stelde dat mensen doorgaans beschreven worden over de drie profielen waarbij ze het beste passen. Niemand past precies bij een profiel en ze liggen op tegenoverliggende punten.
Wat is hollands basishypothese en welke traditie weerspiegelt dit?
Hiermee word de gevestigde traditie van op elkaar afstemmen van persoon en werk.
Wat zijn de belangrijkste theoretische stellingen over Hollands basisberoepsprofielen?
- Mensen vinden hun omgeving plezier als de gedragspatronen in de werkomgeving passen bij persoonlijkheidspatronen, dit noemen we congruentie.
- Incongruente interacties zetten aan tot gedragsverandering
- Een omgeving stoot incongruente mensen af, trekt congruente mensen aan.
2de helft tienerjaren in een loopbaanfase die hij verkenning noemt:
- Kristallisatie: duidelijkheid krijgen over het eigen zelfbeeld en de eigen identiteit
- specificatie: op basis van dat zelfbeeld passend werk kiezen
- implementatie: manieren zoeken om dat werk te doen.
Wat zijn de analyses van Arnold over hollands profiel en wat is de correlatie tussen persoon en omgeving en werktevredenheid?
Uit analyse van arnold blijkt dat hollands beroepsprofiele een goede afspiegeling zijn van persoonlijkheidsdimensies. De zeshoekige schikking is geen perfecte afspiegeling maar wel een goede benadering. De zeshoeke schikking is niet generaliseerbaar voor verschillende culturen.
Wat is de basishypothese van Holland en welke conclusies kunnen we uit deze hypothese trekken? Benoem hierbij ook wat congruentie betekent.
Hieruit kunnen we naar voren halen dat het belangrijk is om de persoon en het werk op elkaar af te stemmen. Echter congruentie tussen een persoon en zijn omgeving, zoals gedefinieerd door Holland, is een minder geode voorspellende factor voorwerktevredenheid van je zou verwachten.
Wat is het verschil in zienswijze tussen Gottfredson en Super in het maken van loopbaankeuzes bij jongeren?
In tegenstelling tot Gottfredson gaat Super ervan uit dat loopbaankeuzes worden gemaakt op basis van zelfbeeld.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden