Psychosociale ontwikkeling: de rol van het gezin - Gezinnen van allochtone afkomst

14 belangrijke vragen over Psychosociale ontwikkeling: de rol van het gezin - Gezinnen van allochtone afkomst

Wat is over het algemeen het verschil tussen opgroeien in een gezin van allochtone afkomst en nederlandse afkomst?

Autonomie: in Nederlandse gezinnen staat autonomie centraal, zelfstandig worden.

Conformisme: in Allochtone gezinnen staat conformisme centraal. gehoorzamen. Opkomen voor eigen mening wordt als brutaal gezien.

Wat is het percentage jongeren met een allochtone achtergrond in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) volgens CBS (2012)?

38,9%

Waardoor werd het acculturatieproces van gezinnen uit de eerste generatie allochtonen bemoeilijkt?

Deze gezinnen waren meer georiënteerd op terugkeer naar het land van herkomst ipv integratie.
Zij kregen te maken met onbekende culturele normen, tradities en religies.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke problemen ervaren gezinnen van vluchtelingen en asielzoekers?

acculturatieproblemen, onbekendheid met het leven in Nederland, sociale problemen die samenhangen met ballingschap, onzekerheid over de toekomst en traumatische geweldservaringen.

Bij allochtone jongeren is vaker sprake van externaliserend en internaliserend probleemgedrag dan bij Nederlandse jongeren (Stevens & Vollbergh, 2008). Waar geldt dit vooral voor?

Leer - en concentratiestoornissen, agressief of juist teruggetrokken gedrag, identiteitsproblemen, lichamelijke klachten, slaapstoornissen enz (Eldering, 2002).

In de adolescentie ontstaan veel problemen rondom opvoeding in allochtone gezinnen (Pels, Dekovic & Model, 2006). Waarom?

Visie op adolescentie als ontwikkelingsfase, opvattingen over doelen van opvoeding, de rol en de positie van de ouders binnen het gezin, maatschappelijke positie van de allochtone gezinnen.
Meer tijd buitenshuis doorbrengen, individualisatie, experimenteren met verschillende rollen, ontwikkeling tot een gelijkwaardige partner in de interactie met ouders worden als een bedreiging gezien.

Veel allochtone gezinnen zijn afkomstig uit culturen die zich kenmerken door een grotere mate van groepsgerichtheid of collectivisme. Dit komt tot uitdrukking in de doelen van de opvoeding die deze ouders voor ogen staan. Hoe vertaalt zich dit?

Ouders streven vaak conformistische doelen na in de opvoeding: gehoorzaamheid, respect voor ouderen, zich aanpassen aan culturele en religieuze regels, en zich gedragen op een wijze die de familie eer en aanzien geeft.
Het opkomen voor de eigen mening en assertief gedrag kan binnen allochtone culturen worden gezien als uitingen van brutaliteit en gebrek aan respect. (Janssens et al., 1999).

Waarin verschilt de ouderlijke controle in allochtone gezinnen (Wissink et al., 2008)?

Jongeren uit allochtone gezinnen worden minder op zelfstandigheid en verantwoordelijk gedrag aangesproken. Het sturen van het gedrag van jongeren gebeurt op een autoritaire manier. De regels zijn strikt, de autoriteit van ouders wordt niet in twijfel getrokken. De beslissingen worden door ouders genomen. Straffen is een belangrijk onderdeel van de opvoeding.

Waardoor worden er in allochtone gezinnen veel scherper onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes?

Dit is een gevolg van traditionele normen. Jongens krijgen meer vrijheid, meisjes worden meer betrokken bij huishoudelijke taken en bij het verzorgen van jongere kinderen. Meisjes worden aan veel meer beperkingen onderworpen.

Hoe zorgt het feit dat allochtone jongeren zich meer oriënteren op de Nederlandse samenleving dan hun ouders voor problemen?

De jongeren maken zich de Nederlandse normen en waarden eerder eigen dan hun ouders. Dit verstoort de normale hiërarchische verhouding tussen ouder en kind. Deze ongelijkmatige ontwikkeling in het aanpassingsproces leidt vaak tot conflicten. Ouders zijn bang dat kinderen hun eigen taal, cultuur en religie verliezen. (Bouwmeester et al., 1998)

Welke risicofactoren kunnen relaties binnen allochtone gezinnen beïnvloeden?

Langdurige scheiding van ouder(s) en kinderen. Na de hereniging kan het moeilijk zijn de onderlinge relaties weer vorm te geven.
Veel allochtone gezinnen hebben een ongunstig sociaaleconomische positie. Dit kan een negatieve invloed hebben op de status en het aanzien van de ouder als identificatiefiguur en op het beeld dat jongere vormen over hun eigen kansen in de Nederlandse samenleving, alsmede hun bereidheid om te investeren in hun eigen toekomst.

Materiële problemen kunnen tussen ouders en kinderen van allochtone afkomst voor conflicten zorgen (Eldering, 2002). Hoe?

Ouders kunnen niet voldoen aan de wensen en behoeften van hun kinderen. 60% woont in wijken met een hoog percentage inwoners van allochtone herkomst. Deze achterstandswijken kenmerken zich door gezinnen met een laag inkomen, kleine behuizing, veel werkloosheid en een hoog criminaliteitscijfer.

Als er patronen zijn in de opvoeding die het probleemgedrag beïnvloeden verschillend zijn voor autochtone en allochtone jongeren zijn er 2 modellen die van toepassing zouden kunnen zijn. Welke zijn dit?

Culturele waardenmodel
Etnisch equivalentiemodel (Lamborn & Felbab, 2003).

Wat toonde de Nederlandse studie over allochtone jongeren mbt hun relatie tot hun ouders aan (Wissink, Dekovic & Meijer, 2008)?

Een positieve relatie met ouders is de belangrijkste voorspeller van een hoge zelfwaardering van adolescenten, onafhankelijk van etniciteit. (etnisch equivalentiemodel).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo