Inleiding: risico's en bescherming - Riskante erfelijke factoren - Riskante individuele kenmerken

11 belangrijke vragen over Inleiding: risico's en bescherming - Riskante erfelijke factoren - Riskante individuele kenmerken

In welk temperament kan een risicofactor zijn?

een licht ontvlambaar humeur en de neiging om prikkelingen en uitdagingen op te zoeken zonder acht te slaan op het gevaar (Lahey & Waldman, 2003).
Het levert gevaren op in de buitenwereld en ouders neigen naar een strenge bestraffende opvoedingsmethode (Van Aken, 2009).

Welk risicofactor heeft betrekking op het cognitieve functioneren?

Socialeinformatieverwerking SIP (Social Information Processing).

Orobio de Castro (2000) wijst op de relatie tussen een afwijkende SIP en reactieve agressie. Wat wordt hieronder verstaan.

Agressie die wordt opgeroepen door gedrag van anderen. Minder duidelijk is de relatie van SIP me proactieve agressie, dit is agressie die een persoon uit zonder daartoe geprikkeld of geprovoceerd te zijn (Polman et al., 2007).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom hebben jongeren met een verstandelijke beperking (LVB-jongeren) een groter risico?

13,6% van de Nederlandse jongeren heeft een IQ tussen 55 en 85. Zij laten meer agressie zien. gebrekkige sociale informatieverwerking is een mediërende factor en leid tot meer agressie. Zij zien er normaal uit en kunnen hun beperking goed camoufleren.

Een andere risicofactor is 'callousness". Wat houdt dit in?

Ongevoeligheid voor het wel en wee van anderen. 'callousness-unemotional" wordt gezien als de voorloper van psychopathie (Frick & Viding, 2009).

Waarom is niet iedereen positief  over de wijze waarop 'callousness" bij jongeren in verband wordt gebracht met psychopathie?

Door de negatieve etikettering en beeldvorming kunnen jongeren met callousness als onbehandelbaar worden gezien (Van der Helm, 2011).

Onderzoek laat verschillende trajecten zien in de ontwikkeling van callousness. Welke?

Fontaine et al. (2010) vonden dat bij jongens het 'stable-high" traject de callousness voor een aanzienlijk deel door erfelijke factoren wordt bepaald. Bij meisjes wordt hetzelfde traject juist door omgevingsfactoren bepaald.

Welke opvoed factoren verhogen het risico op crimineelgedrag?

Een verwaarlozende opvoedingsstijl (Hoeve, 2009).
Criminaliteit van met name de vader (Farrington, 2003).
Gebrekkige opvoedingsvaardigheden
Conflicten in het gezin.
Tienermoeder

Als ouders een goede band met hun kinderen ervaren werkt dit positief. Geldt dit ook andersom?

Nee, als jongeren een goede band rapporteren en de ouders een minder goede, werkt dat niet positief door in de ontwikkeling van de zoon of dochter.

Welke invalshoeken zijn er als het gaat om het verklaren van criminaliteit bij allochtonen?

1. criminaliteit maak deel uit van een cluster aan problemen, gezin, werk, school, gezondheid.
2. gezinsfunctioneren, Marokkaanse jongeren brengen veel meer tijd door met leeftijdgenoten dan met volwassenen. (foute vrienden, gering ouderlijk toezicht).
3. discriminatie (dit wordt bij zelfrapportage tegengesproken).

Wat zijn protectieve factoren voor criminaliteit bij allochtone jongeren?

Volledig gezin
Hoog huishoudinkomen
Min. één werkende ouder
Diploma voorgezet onderwijs

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo