Autonomie-ontwikkeling - Het paraplubegrip autonomie: onafhankelijk vs vrijwillig functioneren

14 belangrijke vragen over Autonomie-ontwikkeling - Het paraplubegrip autonomie: onafhankelijk vs vrijwillig functioneren

Wat is individuatie en waarvan is dit een onderdeel?

Het volledig losmaken van je ouders en beslissingen nemen over je eigen leven. Onderdeel van de separatie individuatie theorie.

Over de conceptualisering en de rol van autonomie gedurende de adolescentie bestaan conflicterende opvattingen (Hill& Holmbec, 1986; Solverberg & Gondoli, 1996; Zimmer-Gembeck & Collings, 2003). Welke?

Enerzijds wordt autonomie vanuit de separatie individuatie theorie (SIT) vaak gedefinieerd als onafhankelijkheid of separatie. Toenemende afstand tussen adolescent en ouders en het feit dat de adolescent steeds meer beslissingen zelfstandig neemt.
Vanuit de zelfdeterminatietheorie (ZDT) (Ryan & Deci, 2000) wordt autonomie geconceptualiseerd als vrijwillig functioneren, beslissingen nemen op basis van authentieke persoonlijke waarden en interesses en met een gevoel van keuze en vrije wil.

Welke 2 taken moeten adolescenten volbrengen in de separatie individuatie?

1. emotioneel loskomen van de ouders
            afstand nemen van je ouders
2. individuatie
    gedragsmatige onafhankelijkheid, eigen beslissingen maken
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Volgens psychoanalytici is het separatie-individuatieproces tijdens de adolescetie een herhaling. Waarvan?

Een soortgelijk proces tijdens de kindertijd (3-6 jaar). Mahler (1972) veronderstelt daarbij dat kind het beeld van de ouders internaliseert. Dit maakt het mogelijk dat het kind het beeld van de ouders kan oproepen zonder dat ze fysiek aanwezig zijn.

Hoe omschrijft Blos het separatie verloop van de ouders als ontwikkelingstaak van de adolescent?

Vooral intrapsychische en emotioneel. Ouders worden niet langer geïdealiseerd. Sommige adolescenten reageren hierop door al hun energie te investeren in een andere persoon (idool).

Wat is een gevolg van de deïdealisatie van de ouders?

Adolescent neemt meer verantwoordelijkheid voor zijn gedrag en fouten en doet minder dwangmatig een beroep op hun ouders als ze een probleem ervaren.

Waarin uit zich de leegte die adolescenten kunnen ervaren tussen de oude en nieuwe bindingen?

Deze leegte kan bij sommige adolescenten emotionele problemen (bv. depressie) veroorzaken, omdat het uitzicht op een toekomstig volwassen leven niet bemoedigend is. Anderen zullen de ervaren leegte opvullen door zich bijna slaafs te onderwerpen aan bepaalde ideologieën, bewegingen of sektes (massificatie). Weer anderen draaien de idealisatie om in rebellie. Dit laatste kan uitmonden in externaliserende gedragsproblemen als spijbelen, stelen, vandalisme of bendevorming.

Wat wordt verstaan onder geslaagde individuatie?

Toegenomen gedragsmatige onafhankelijkheid. Bv. uiterlijk, hoe de kamer eruit ziet, wie de vrienden zijn.

Gedragsmatige onafhankelijkheid betekent niet dat jongeren op alle vlakken de banden met de ouders verbreken. Op welke gebieden blijven ouders grote inspraak houden?

Morele of conventionele zaken (zoals goede manieren, normoverschrijdend gedrag) of zaken die te maken hebben met veiligheid en gezondheid.

Wat wordt in de zelfdeterminatietheorie een agency genoemd?

Het gaat om het gevoel dat je je gedrag stuurt en reguleert op een manier die trouw is aan jezelf, die dus bij je past (Ryan, Deci & Grolnick, 1995). ZDT veronderstelt dat deze vorm van autonomie een psychologische basisbehoefte is in het leven van elk mens (Deci & Ryan, 2000).

3 verschillen tussen de psychoanalytische traditie en de zelfdeterminatietheorie op het gebied van autonomie.

1. ZDT: vrijheid om keuzes te maken, naar eigen inzicht, reflectief, toegenomen bewustzijn, internalisatie
SIT: reactief: tegen ouders

2. ZDT: Onafhankelijkheid van ouders staat los van vrijwillig functioneren. Het streven naar onafhankelijkheid of het vasthouden aan afhankelijkheid kan zowel uit vrije wil als onder druk verlopen. 

3. ZDT: relationele verbondenheid.    
SIT: onafhankelijkheid en verbondenheid uiteinden van hetzelfde spectum.

Kagitçibasi (2005) plaats de tweeddeling tussen onafhankelijkheid en vrijwillig functioneren in een cross-cultureel perspectief.

1. interpersoonlijke afstand tegen over anderen en verloopt van verbondenheid tot separatie.
2. agency, waarmee zoals in ZDT 'vrijwillig' wordt bedoeld.
Uiteinden van agency zijn autonomie (zelfbestuur) en heteronomie (onder druk van buitenaf).
Autonome verbondenheid het prototype van relaties tussen ouders en kinderen in culturen waarin de nadruk ligt op familiewaarden en familietradities.

De visie op ontwikkeling van autonomie ten koste van de kwaliteit van de ouder-kindrelatie werd sterk bekritiseerd. Hoe verloopt de autonomie-ontwikkeling zich volgens Grotevant en Cooper (1986).

Zij stellen dat autonomie-ontwikkeling niet noodzakelijk betekent dat jongeren zich losscheuren van hun ouders. Zij argumenteerden dat adolescenten een evenwicht of balans dienen te zoeken tussen het nastreven van onafhankelijkheid en het behouden van, of opbouwen van kwaliteitsvolle relaties. Het gaat niet om de groots mogelijke onafhankelijkheid, maar om een gemiddeld niveau van onafhankelijkheid dat de goede band niet in de weg staat.

Het autonoom functioneren bij adolescenten gaat gepaard met een meer open en minder defensieve omgang met ouders. Hebben adolescenten minder verbondenheid met hun ouders tijdens de periode van exploratie?

Het toewerken naar vrijwillig functioneren bij adolescenten kan tegelijk een toename in ouder-kindverbondenheid in de hand werken. (Kagitçibasi, 1996; 2005; Ryan & Lynch, 1989). Als de adolescent de ouders als veilige uitvalsbasis ziet.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo