Autonomie-ontwikkeling - Het paraplubegrip autonomie: onafhankelijk vs vrijwillig functioneren
14 belangrijke vragen over Autonomie-ontwikkeling - Het paraplubegrip autonomie: onafhankelijk vs vrijwillig functioneren
Wat is individuatie en waarvan is dit een onderdeel?
Over de conceptualisering en de rol van autonomie gedurende de adolescentie bestaan conflicterende opvattingen (Hill& Holmbec, 1986; Solverberg & Gondoli, 1996; Zimmer-Gembeck & Collings, 2003). Welke?
Vanuit de zelfdeterminatietheorie (ZDT) (Ryan & Deci, 2000) wordt autonomie geconceptualiseerd als vrijwillig functioneren, beslissingen nemen op basis van authentieke persoonlijke waarden en interesses en met een gevoel van keuze en vrije wil.
Welke 2 taken moeten adolescenten volbrengen in de separatie individuatie?
afstand nemen van je ouders
2. individuatie
gedragsmatige onafhankelijkheid, eigen beslissingen maken
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Volgens psychoanalytici is het separatie-individuatieproces tijdens de adolescetie een herhaling. Waarvan?
Hoe omschrijft Blos het separatie verloop van de ouders als ontwikkelingstaak van de adolescent?
Wat is een gevolg van de deïdealisatie van de ouders?
Waarin uit zich de leegte die adolescenten kunnen ervaren tussen de oude en nieuwe bindingen?
Wat wordt verstaan onder geslaagde individuatie?
Gedragsmatige onafhankelijkheid betekent niet dat jongeren op alle vlakken de banden met de ouders verbreken. Op welke gebieden blijven ouders grote inspraak houden?
Wat wordt in de zelfdeterminatietheorie een agency genoemd?
3 verschillen tussen de psychoanalytische traditie en de zelfdeterminatietheorie op het gebied van autonomie.
SIT: reactief: tegen ouders
2. ZDT: Onafhankelijkheid van ouders staat los van vrijwillig functioneren. Het streven naar onafhankelijkheid of het vasthouden aan afhankelijkheid kan zowel uit vrije wil als onder druk verlopen.
3. ZDT: relationele verbondenheid.
SIT: onafhankelijkheid en verbondenheid uiteinden van hetzelfde spectum.
Kagitçibasi (2005) plaats de tweeddeling tussen onafhankelijkheid en vrijwillig functioneren in een cross-cultureel perspectief.
2. agency, waarmee zoals in ZDT 'vrijwillig' wordt bedoeld.
Uiteinden van agency zijn autonomie (zelfbestuur) en heteronomie (onder druk van buitenaf).
Autonome verbondenheid het prototype van relaties tussen ouders en kinderen in culturen waarin de nadruk ligt op familiewaarden en familietradities.
De visie op ontwikkeling van autonomie ten koste van de kwaliteit van de ouder-kindrelatie werd sterk bekritiseerd. Hoe verloopt de autonomie-ontwikkeling zich volgens Grotevant en Cooper (1986).
Het autonoom functioneren bij adolescenten gaat gepaard met een meer open en minder defensieve omgang met ouders. Hebben adolescenten minder verbondenheid met hun ouders tijdens de periode van exploratie?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden