Hulpverlening aan adolescenten - Programma's voor jongeren met externaliserende problemen

7 belangrijke vragen over Hulpverlening aan adolescenten - Programma's voor jongeren met externaliserende problemen

Bartels et al. (2001) hebben diverse onderzoek publicaties over effectieve interventies voor jongeren met gewelddadig gedrag op een rijtje gezet. Tot welke conclusie komen zij?

De interventies scoren beter naarmate meer aan de volgende criteria wordt voldaan:
  1. nadruk op het leren van concrete vaardigheden;
  2. concreet (vaak gedragstherapeutisch) van opzet;
  3. aandacht voor cognities (planning) en emoties;
  4. betrekking op meerdere contexten/systemen: jeugdige en ouder(s);
  5. outreachend (het gezin in);
  6. gericht op individuele risico- en beschermende factoren:
  7. aansluiten op (on)mogelijkheden van de jongere

Lipsey (1995) komt tot de conclusie dat de beste resultaten bij delinquente jongeren worden bereikt met..

cognitieve en sociale vaardigheden. (Huiswerkopdrachten en het betrekken van mensen uit het netwerk van de jongere).

Waarmee wordt gewerkt bij systeemgerichte interventies?

Gezinsgesprekken waarin aandacht is voor problematische relatiepatronen in het gezin. Problemen worden in een breder gezinsperspectief geplaatst.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat staat centraal in interventies zoals Equip?

Versterking van het moreel redeneren. Het redeneren van antisociale en delinquente jeugdigen wordt gekenmerkt door een egocentrisch perspectief van het zelfgerichte 'preconventionele niveau' (1e niveau Kohlberg, ontlopen van straf).

Wat is een belangrijk onderdeel in de verschillende programma's?

Het vergroten van de zelfcontrole. Hierbij wordt aangesloten bij de inzichten uit het sociale informatieverwerkingsmodel van Dodge (1986).

Wat beschrijft het sociale informatieverwerkingsmodel van Dodge (1986)?

Via welke cognitieve stappen het gedrag van individuen in sociale situaties tot stand komt.
Volgens dit model moet de informatie over de sociale situatie op een geordende wijze verwerkt worden.
  1. Een individu ontvangt sociale signalen middels sensorische waarneming
  2. Geeft betekenis aan de signalen
  3. Bedenkt mogelijke reacties
  4. Kiest een reactie
  5. Voert deze uit. 

Waarin verschillen agressieve en niet-agressieve kinderen en jongeren van elkaar?

In het coderen en interpreteren van informatie, het genereren van mogelijke reacities en het kiezen van de uiteindelijke reactie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo