Psychosociale ontwikkeling: de invloed van leeftijdsgenoten - Vriendschappen van adolescenten: kenmerk dynamiek, invloeden en effecten - effect van vriendschappen

6 belangrijke vragen over Psychosociale ontwikkeling: de invloed van leeftijdsgenoten - Vriendschappen van adolescenten: kenmerk dynamiek, invloeden en effecten - effect van vriendschappen

Wat tonen studies aan over het wel/niet hebben van vrienden (Newcomb &Bagwell, 1995)?

Adolescenten met vrienden zijn sociaal competenter en psychologisch gezien gezonder dan adolescenten zonder vrienden.
- Betere sociale vaardigheden
- Werken beter samen
- Hebben een hogere zelfwaardering
- Zijn minder eenzaam

Welke factor maakt het moeilijk de exacte betekenis van vriendschappen te beschrijven?

Adolescenten onderhouden niet alleen relaties met vrienden, maar hebben ook relaties met ouders, broers, zussen, klasgenoten enz.

Wat zijn kenmerken van vrienden?

Vrienden lijken op elkaar wat betreft schoolgerelateerde attituden, ambities en intellect (Hartup, 1996), zelfwaardering en waargenomen intelligentie. Ook zijn er grote overeenkomsten wat betreft het drinken van alcohol, roken, maar ook in agressie en regelovertredend gedrag. Daarnaast wordt ook steeds duidelijker dat vrienden op elkaar lijken wat betreft emotionele problemen zoals depressie (Giletta er al., 2011).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan de gelijkheid tussen vrienden ontstaan?

1. Selectie: menselijke voorkeur om relaties aan te gaan met anderen als wij. Positieve bevestiging. Vooral in de adolescentie, omdat de eigen identiteit en het zelfbeeld worden ontwikkelt. Verschillen kunnen een bedreiging vormen in eigen identiteit en zelfbeeld.
2. Wederzijdse socialisatie of invloed : Vrienden zien elkaar als rolmodellen en imiteren elkaars gedrag, of door  verbale en nonverbale beloning en aanmoediging van gedrag.

Socialisatie kan betrekking hebben op gedragingen. Hoe verloopt dit proces?

Of de gedragingen positief of negatief zijn is afhankelijk van hun normen, waarden en voorkeuren. Onderzoek van Dischion, McCord en Poulin (1999) heeft aangetoond dat kinderen en jongeren met een verhoogd risico op antisociaal gedrag een toename van dit gedrag laten zien wanneer ze een antisociale vriend hebben.

Recentelijk onderzoek (Jaccard, Blanton & Dodge, 2005) zet vraagtekens bij de mate waarin vrienden elkaar zouden beïnvloeden. Leg uit.

De invloed van vrienden blijkt over tijd beperkter te zijn dan vaak is aangenomen en dat veel van de gelijkheid tussen vrienden wordt veroorzaakt voor selectie- effecten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo