Fundamentele ontwikkelingstheorieën - Baby - Eriksons theorie

3 belangrijke vragen over Fundamentele ontwikkelingstheorieën - Baby - Eriksons theorie

Wat wil zeggen dat een kernconflict een positieve en negatieve pool heeft?

Als iemand een kernconflict doormaakt en voldoende egosterkte heeft en voldoende sociale steun dan zal dit in een gunstige ontwikkeling resulteren anders in een ongunstige.

Vb. BABY :
conflict : vertrouwen - wantrouwen
sociale steun :  Geborgenheid vanwege verzorgers

Wat zijn de kernconflicten van elke periode volgens Erikson

baby : Vertrouwen - wantrouwen
peuter :  Autonomie - schaamte
kleuter : Initiatief - schuldgevoel
lagere schoolkind : vlijt - minderwaardigheid
adolescentie : identiteit - rolverwarring
jongvolwassenheid : Intimiteit - isolement
middenvolwassenheid : Generativiteit - stagnatie
laat volwassene : ego-integriteit - wanhoop

Welk omgevingsaspect is van invloed op het kernconflict?

baby : Geborgenheid vanwege zorgers
peuter : Gezagsvolle en kundige ouders
kleuter : Harmonieuze gezinssituatie
lagere schoolkind : Positief ingestelde volwassenen en leeftijdsgenoten
adolescentie : Loyale peergroep & positieve identificatie figuren
jongvolwassenheid : Partner & job
middenvolwassenheid : Eigen gezin & zinvol werk
laat volwassene : Bredere samenleving

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo