Persoonlijkheidsontwikkeling - Genetische invloeden en omgevingsinvloeden - Genetische invloeden

26 belangrijke vragen over Persoonlijkheidsontwikkeling - Genetische invloeden en omgevingsinvloeden - Genetische invloeden

Is het mogelijk om de genetische invloed op persoonlijkheidstrekken direct te bepalen en zo ja/nee waarom wel/niet.

Nee, door het grote aantal allelen.

Ronald A. Fisher (1890-1962) bedacht hoe de variantieanalyse en erfelijkheidscoefficient berekend kan worden, hoe?

De binnen een populatie vastgestelde variantie V(X) van de persoonlijkheidstrek X kent drie compenten:

V(X) = V(G) + V(O) + V(F)

V(G) staat voor het variantiegedeelte van X, afkomstig van genetische verschillen.
V(O) voor het variantiegedeelte van X, afkomstig van omgevingsverschillen en
V(F) voor het variantiegedeelte van X door meetfouten.

Het relatieve percentage genetische variantie op de gehele variantie, dus V(G)/V(X), wordt de erfelijkheidsgraad genoemd.

Het is niet mogelijk om de genetische invloed op persoonlijkheidstrekken direct te bepalen. Wat is wel mogelijk?

Om de relatieve totale invloed van genoom en omgeving op bepaalde persoonlijkheidstrekken indirect in te schatten, dankzij de methode van populatiegenetica.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvan hangt de erfelijkheid van de persoonlijkheidtrek af, Geef 3 verklaringen hiervoor?

Het is niet mogelijk om absolute uitspraken over erfelijkheid van persoonlijkheidstrekken te doen. Het kan eventueel afhangen van:
- Leeftijdafhankelijkheid
- Van de trek zelf
- Verschillen van cultuur tot cultuur

Wat betekend genoom-omgevingscorrelatie?

Het genetische en omgevingsgedeelte van de variantie kunnen elkaar overlappen.
Hun relatieve onderlinge grootheden kunnen wel worden bepaald.

De variantiegedeelte van meetfouten, kan door de betrouwbaarheid R berekend worden met: V(F)/(VX) = 1 - R

Waar berust de populatiegenetica op?

Op afwegingen ten aanzien van de graad van genetische verwantschap. Aan die afwegingen ligt ten grondslag dat sterker genetisch verwante personen meer gelijkenissen hebben bij een onderzochte trek dan personen die minder sterk genetisch verwant zijn.

De populatiegenetische aanpak heeft meerdere 4 consequenties die afwijken van de opvattingen over de genetische invloed binnen de alledaagse psychologie, welke zijn dat?

1. De erfelijkheid van een persoonlijkheidstrek hangt af van de variabiliteit (veranderlijkheid) in genomen en omgevingen binnen de onderzochte populatie.

2. De erfelijkheid van een persoonlijkheidstrek verschilt per cultuur, maar kan ook variëren op verschillende historische tijdstippen in de ontwikkeling van een en dezelfde cultuur.

3. De erfelijkheid van een persoonlijkheidstrek is leeftijdsafhankelijk.

4. De erfelijkheid van een persoonlijkheidstrek is afhankelijk van de trek zelf.

De geschatte, indirecte genetische invloed kan door de ... kwantitatief worden uitgedrukt.

variantieanalyse van Fisher

Wat zijn contrasteffecten en wat is het gevolg ervan?

De beoordelaars overdrijven de verschillen tussen broers en zussen, omdat ze hen onderling primair met elkaar vergelijken en alleen secundair met kinderen van andere families. Daardoor pakken alle correlaties tussen broers en zussen te laag uit en kunnen ze zelfs negatief uitvallen.

Welke verklaringen kunnen gegeven worden voor de hogere schatting van de variantie bij de tweelingmethode t.o.v. adoptiemethode  

- Beoordeling door ouders, broers, zussen kan tot contrasteffecten lijden waarbij 2ling en adoptiemethode tot een overschatting van de genetische invloeden kan lijden.
- Niet additieve genetische invloeden hebben daarentegen tegengestelde effecten (overschatting van de genetische invloed bij de 2lingmethode, onderschatting bij de adoptiemethode). De beperkte omgevingsvariantie in adoptiefamilies leidt tot een overschatting van de genetische invloed bij de adoptiemethode. 


Welke factoren dragen bij tot een 'te' lage correlatie tussen adoptiebroers- en zussen?

  • De tweelingmethode overschat de genetische invloed, want het grotere contrasteffect bij de twee-eiige tweelingen, wordt verkeerd geïnterpreteerd als genetische invloed.
  • De beperkte omgevingsvariantie van de adoptiefamilies (adoptiefamilies worden gekozen zodat adoptiekinderen in een omgeving opgroeien die voor hen zo bevordelijk mogelijk is).

Waar dient men bij het opsplitsen van de waargenomen variantie binnen persoonlijkheidstrek rekening mee te houden?

Het genetische gedeelte en het omgevingsgedeelte van de variantie kunnen door genoom-omgevingscorrelaties overlappen, maar hun relatieve onderlinge grootheden kunnen worden bepaald.

Caspi et al. (2004) deed het onderzoek 'controletweelingdesign', wat hield dit in?

Hij onderzocht de invloed van de attitude van de moeders op asociaal gedrag bij hun eeneiige tweelingen, apart van elkaar.
Het tweelingkind met de negatievere beschrijving werd twee jaar later niet alleen door de moeders, maar ook door de leraren als antisocialer beoordeeld.
Vier oorzaken voor de attitudes van de moeders konden worden gevonden:
- ziekte van een van de tweeling
- aannames van moeders over verschillen in persoonlijkheid tussen de tweeling; identificatie met een van de tweeling, identificatie met een van de tweeling met de ex-partner
- projectie van gevoelens over de ex-partner op het tweelingkind.

Wanneer omgevingsinvloeden op persoonlijkheidstrekken homogener worden, ... de genetische invloed op een persoonlijkheidstrek.

stijgt

Is het mogelijk om absolute uitspraken over de erfelijkheid van een persoonlijkheidstrek te doen?

Nee.

De omvang van het genetische variantiegedeelte kan worden geschat op basis van gelijkenissen van ... met een verschillende graad van ...

Dit principe staat aan de basis van twee bekende methoden van schatting van invloed, welke?

personenparen
genetische verwantschap

De tweeling- en de adoptiemethode.

Komt het resultaat bij het IQ bij de tweeling- en adoptiemethode op hetzelfde uit?

Ja, 50%.

Benoem het verschil in resultaat bij gebruik van de tweeling- en adoptiemethode bij persoonlijkheidsbeoordelingen.

De tweelingmethode leidt vaak tot hogere inschattingen van genetische invloed dan de adoptiemethode.

Dat de tweelingmethode vaak hogere schattingen van de variantie oplevert dan de adoptiemethode kent twee verklaringen, welke?

1. Kenmerken worden niet alleen bepaald door de additieve effecten van afzonderlijke allelen, maar ook door hun niet-additieve effecten (interacties tussen afzonderlijke allelen).
2. Bij persoonlijkheidsbeoordelingen van broers en zussen gaat het meestal om beoordelingen door personen die beide broers of zussen kennen. Daardoor kan er sprake zijn van contrasteffect: de beoordelaars overdrijven de verschillen tussen broers en zussen.

Waarom wordt bij contrasteffecten zowel door de tweelingmethode als de adoptiemethode de genetische invloed overschat?

Omdat contrasteffecten bij adoptiebroers- en zussen sterker uitpakken doordat ze minder op elkaar lijken.

Bij beoordelingen door ouders, broers en zussen, vrienden kunnen er contrasteffecten optreden, die bij de tweeling- en adoptiemethode tot een ... van de genetische invloed kunnen leiden. Niet-additieve genetische invloeden hebben daarentegen tegengestelde effecten, dat wil zeggen ... van de genetische invloed bij de tweelingenmethode, ... bij de adoptiemethode.

overschatting
overschatting
onderschatting

Combinatieonderzoeken schatten genetische invloeden op basis van meerdere vormen van ...

verwantschap.

Voor de Big Five werden bij de observatie van gedrag vergelijkbare genetische invloeden gevonden als bij beoordelingen via ...

vragenlijsten.

Bij adoptieonderzoeken bleek een duidelijke omgevingsinvloed op IQ en slechte schoolprestaties. Dit komt overeen met de variantieschatting, omdat bij IQ de omgeving een variantiedeel van 40% heeft. Hiermee valt het IQ-verschil door de omgeving zeker nog binnen de reactienorm van het genoom. Wat is de reactienorm van het genoom?

Het gebied waarbinnen iemands IQ-score statistisch gezien met 95% zekerheid zal vallen, mits het genoom bekend is oftewel interval.

Bij veel lichamelijke kenmerken is de genetische invloed heel hoog, bij attitudes varieert hij al naar gelang het ...

attitudeobject.

Met behulp van tweelingonderzoeken kan ook de genetisch gecontroleerde directe invloed van omgevingen worden aangetoond. Daartoe worden o.a. eeneiige tweelingen onderzocht, met een van beiden als controleconditie. Hoe wordt dit ook wel genoemd.

controletweelingdesign.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo