Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Para - Van het schema van Stern tot de kubus van Catell

14 belangrijke vragen over Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Para - Van het schema van Stern tot de kubus van Catell

Van wie is de fundamentele methodiek van het paradigma van persoonlijkheidstrekken afkomstig?

Van William Stern.

William Stern legde in 1911 de basis voor het paradigma van persoonlijkheidstrekken. Waar legde hij een verband tussen?

Tussen de variabelengerichte visie (een kenmerk varieert tussen verschillende personen) en de persoonsgerichte visie (meerdere kenmerken variëren bij één persoon).

Kenmerken
  • Een kenmerk bij veel indivuen > Variatieonderzoek
  • Twee of meer kenmerken bij veel individuen > Correlatie onderzoek
Individuen
  • Een individualiteit mbt veel kenmerken > Psychografie
  • Twee of meer individualiteiten mbt veel kenmerken > Comparatief onderzoek

Wat wordt er onderzocht bij correlatieonderzoek?

Vergelijkbare kenmerken van vele personen. Er wordt b.v. gekeken naar de samenhang tussen kenmerken, b.v. schoonheid en intelligentie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Stern(1911) differentiële psychologie

differentiatie van personen resp kenmerken bij deze benaderings centraal staat.
De de vier disciplines van de differentiële psychologie legde Stern verband tussen de variabelegerichte visie (een kenmerk varieert tussen verschillende personen) en de persoongerichte visie (meerdere kenmerken variëren bij één persoon)
Francis Galton en Alfred Binet deden ook belangrijk onderzoek naar meting van verschillen in trekken.

Waar wordt naar gekeken met behulp van comparatief (vergelijkend) onderzoek

Naar gelijkenissen tussen personen op vele kenmerken, b.v. of twee personen vergelijkbare intelligentieprofielen hebben. Het schema van Stern negeerde dat kenmerken langdurig stabiel moeten zijn.
Raymond Cattell hield met zijn covariantiekubus rekening met dimensie tijd.

Wat bedoelde Stern (1911) met differentiële psychologie?

differentiatie van personen en kenmerken bij deze benadering staan centraal.
oftewel,
de vergelijking van persoonlijkheden met het referentiekader staat centraal.

Het schema van Stern negeerde dat kenmerken langdurig stabiel moeten zijn, wie breidde dit uit en hoe deed hij dit?

De Brit Raymond Cattell (1905-1998) deed dit door in 1946 de covariantiekubus  met extra dimensie van meetgelegenheden toe te voegen.
De covariantiekubus operationaliseerd iemands persoonlijkheid met veel kenmerken. Bij verschillende metingen, wijkt deze nauwelijks af.

Hoe kan persoonlijkheid worden geoperationaliseerd?

Als langdurig stabiel persoonlijkheidsprofiel. Als iets langdurig stabiel is, houdt dat in dat verschillende persoonlijke trekken (persoonlijkheidsprofiel) op verschillende meettijdstippen van een vergelijkbaar karakter zijn.

Welk aspect heeft Stern genegeerd in zijn schema?

Dat kenmerken langdurig stabiel moeten zijn.

Zijn schema zou daarom uitgebreid moeten worden met de dimensie van tijd, om de eis van stabiliteit empirisch te kunnen onderzoeken.

Wanneer kan persoonlijkheid worden geoperationaliseerd als langdurig stabiel persoonlijkheidsprofiel?

Verschillende persoonlijke trekken (persoonlijkheidsprofiel) op verschillende meettijdstippen van een vergelijkbaar karakter zijn.

Kenmerk dat bij de personen van een referentiepopulatie op verschillende manieren tot uiting komt en waarbij de verschillen in kenmerken van deze personen bij twee metingen kort na elkaar zeer sterk overeenkomen en dus langdurig stabiel zijn. Iedereen is op dezelfde manier veranderd. (VB iedereen heeft bij een intelligentie test 1 p meer of 2 p minder bij het tweede test moment)

Wat is volgens catell de meetgelegenheid?

Herhaling van een meting van kenmerken met dezelfde of een heel vergelijkbare meetmethode.

Echter als de meting herhaald na 5, 10 of meer jaar, dan is de basis gelegd voor het onderzoeken van een persoonlijkheidsontwikkeling.

I.h.k.v. een longtidunaal onderzoek:

1. wanneer kan je zeggen dat een persoonlijkheid stabiel is gebleven?
2. wanneer is een trek stabiel?

1. Wanneer vrijwel alle personen zeer vergelijkbare profielen hebben.

2. Een trek is stabiel wanneer de verschillen in persoonlijkheidstrekken heel vergelijkbaar zijn.

Wie ontwierp de covariantiekubus in 1946 en wat was het verschil met Stern?

Raymond Cattell.
Hij hield rekening met de dimensie tijd d.m.v. het toevoegen van meetgelegenheden (occasions).

Hoe kunnen persoonlijkheidstrekken worden geoperationaliseerd?

O.b.v. de covariantiekubus (Catell)
als een persoonlijkheidsprofiel met veel kenmerken.

Het profiel wijkt bij 2 metingen kort na elkaar nauwelijks af en is dus langdurig stabiel.
Het kenmerk komt bij de personen van een referentiepopulatie op verschillende manieren tot uiting. Verschillen in kenmerk komen na 2 metingen kort na elkaar sterk overeen en zijn dus langdurig stabiel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo