Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Evolutiepsychologisch paradigma
18 belangrijke vragen over Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Evolutiepsychologisch paradigma
Wat staat centraal binnen de evolutiepsychologie?
Wat houd natuurlijke selectie in?
Hierin zijn verschillen in fitness (voortplantingskans), afhankelijk van de omgeving.
Darwin was de grondlegger van het evolutiepsychologisch paradigma. Wat verklaarde hij?
Door de natuurlijke selectie zijn allelen goed of minder goed aangepast aan de omgeving.
In Darwins tijd was nog niet duidelijk wat er varieerde en overerfd en geselecteerd werd. Pas de genetica vulde dit hiaat: het zijn de genen waarvan de allelen variëren en worden overerfd en geselecteerd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Afhankelijk van de omgeving komen allelen in relatie met andere allelen vaker of minder vaak voor, omdat hun kansen op voortplanting verschillen: er zijn verschillen in ...
Fitness wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Noem hier een voorbeeld van.
Wat houdt intraseksuele selectie in?
Wat houdt interseksuele selectie in?
Wat is inclusieve fitness?
Hypothese Draper en Harpending (1982) over vaderlijke zorg en seksuele rijpheid meisjes
De sociobiologie probeert verklaringen te vinden voor het sociale gedrag van soorten. Een aantal sociobiologen maakte al vroeg onderscheid tussen ultieme verklaringen en proximale verklaringen. Leg dit uit.
Proximale verklaringen geven aan hoe het gedrag concreet tot stand komt (psychologisch: bijv.; vertrouwen - omgeving (verwanten) - hulp).
Wat zijn de misverstanden over het concept van natuurlijke selectie?
- Fitness is geen menselijke kenmerk, maar een functie van een allel en zijn omgeving.
- Natuurlijke selectie berust maar gedeeltelijk op levensverwachting. Het voortplantingsvoordeel is doorslaggevend.
- In de westerse cultuur is er zeker nog sprake van natuurlijke selectie. Bv allelen die de kinderwens of de nonchalance bij het voorkomen van zwangerschappen bevorderen.
- Sociale omgeving speelt ook mee bij de natuurlijke selectie. Voornamelijk de rivalen van de eigen sekse bij het zoeken naar partners en partnerschappen en de partnervoorkeuren van de andere sekse, is belangrijk voor het succes.
Verschillen in persoonlijkheid berusten op basis van de evolutiepsychologische visie (EPM) vooral op 2 principes. Welke?
- conditionele ontwikkelingsstrategieën: EPM's die, afhankelijk van kenmerkende omgevingsfactoren van onze evolutionaire voorouders, op verschillende manieren richting geven aan de individuele ontwikkeling (individuele ontwikkeling aanpassen aan de omgeving/condities)
Waar is het reproductiesucces van een allel van een individu op gebaseerd?
Daarom is het adaptief (verhoogt de inclusieve fitness) om genetische verwanten te helpen.
inclusieve fitness; frequentie van een allel bij genetische verwanten
Definitie EPM (John Tooby en Lea Cosmides introduceerde in 1990 het begrip)
evolved psychological mechanism, geëvolueerd psychologisch mechanisme
en waarvan wordt aangenomen dat het genetisch wordt overerfd.
Buss (1995) gebruikte het om de grens tussen de evolutiepsychologie en de sociobiologie aan te geven. zo ontstond het evolutiepsychologisch paradigma
Hoe zou een proximaal antwoord kunnen luiden op de vraag waarom mensen zoete dingen over het algemeen lekker vinden?
Een dergelijke verklaring wijst dus op het mechanisme onderliggend aan de menselijke voorkeur voor zoete dingen.
Een evolutionaire verklaring is hiermee nog niet gegeven.
Hoe zou een ultieme verklaring kunnen luiden op de vraag waarom mensen zoete dingen over het algemeen lekker vinden en pakweg geen oorsmeer?
Eten van zoete dingen verhoogt aldus de kans op overleving en reproductie.
In een omgeving waar zoete dingen schaars zijn
(de natuurlijke omgeving waar de menselijke soort evolueerde)
levert een dergelijk mechanisme, dat leidt tot gevoelens van genot en bevrediging bij het eten van zoete dingen,
een extra motivatie om tijd en energie te steken in het zoeken naar zoet voedsel,
en kan het beschouwd worden als adaptief.
Genetische fitness (vlgs dr. hamilton) berust op 2 componenten.
Welke?
- Het succes van deze allelen bij genetische verwanten (broers, zussen, neven en nichten enz).
Hulp aan verwanten is dus adaptief (fitnessverhogend).
Volgens de hypothese van Draper en Harpending verloopt de seksuele rijping bij vrouwen via een conditionele ontwikkelingsstrategie.
Wat is hiervoor een voorwaarde en wordt deze hypothese onderbouwd?
Deze hypothese wordt door verschillende onderzoeken onderbouwd:
de seksuele rijping van meisjes wordt mogelijk mede bepaald door geurstoffen van niet-verwante mannen binnen de familie.
Menstruatie kon beter worden voorspeld door de tijd dat een meisje met stiefvaders of vrienden van de moeder samenleefde dan door de afwezigheid van de biologische vader.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden