Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Evolutiepsychologisch paradigma

18 belangrijke vragen over Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Evolutiepsychologisch paradigma

Wat staat centraal binnen de evolutiepsychologie?

Dat de menselijke beleving en het gedrag resultaat van de evolutie zijn.Wij zouden primair aan onze evolutionaire voorouders zijn aangepast.

Wat houd natuurlijke selectie in?

Charles Darwin (1809-1882) verklaarde dat de verscheidenheid aan soorten en variaties het gevolg zijn van een ontwikkelingsproces. De genetica vulde dit aan met de genen waarvan de allelen variëren en worden overerft en geselecteerd.
Hierin zijn verschillen in fitness (voortplantingskans), afhankelijk van de omgeving.

Darwin was de grondlegger van het evolutiepsychologisch paradigma. Wat verklaarde hij?

dat variaties binnen soorten het gevolg zijn van variatie en natuurlijke selectie.

Door de natuurlijke selectie zijn allelen goed of minder goed aangepast aan de omgeving.  

In Darwins tijd was nog niet duidelijk wat er varieerde en overerfd en geselecteerd werd. Pas de genetica vulde dit hiaat: het zijn de genen waarvan de allelen variëren en worden overerfd en geselecteerd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Afhankelijk van de omgeving komen allelen in relatie met andere allelen vaker of minder vaak voor, omdat hun kansen op voortplanting verschillen: er zijn verschillen in ...

fitness (to fit = passen). De omgeving heeft dus invloed op de reproductie van allelen: er is sprake van 'natuurlijke selectie'. Dit mechanisme van natuurlijke selectie bepaalt dat allelen, genen en dus ook levende organismen zich zo aan hun omgeving aanpassen dat ze zich langdurig kunnen voortplanten.

Fitness wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Noem hier een voorbeeld van.

het principe 'de sterkte overleeft'

Wat houdt intraseksuele selectie in?

Heeft betrekking op de rivaliteit van een sekse bij het vinden van seksuele partners en het afschermen van die partners tegen rivalen. Allelen die deze vaardigheden bevorderen, hebben een voortplantingsvoordeel.

Wat houdt interseksuele selectie in?

Heeft betrekking op de seksuele aantrekkelijkheid voor de andere sekse. Allelen die lichamelijke kenmerken of gedragskenmerken bevorderen die de andere sekse aantrekkelijk vindt, hebben eveneens een voortplantingsvoordeel.

Wat is inclusieve fitness?

Adaptief om genetisch verwanten te helpen.(fitness verhogend)

Hypothese Draper en Harpending (1982) over vaderlijke zorg en seksuele rijpheid meisjes

Seksuele rijping van vrouwen loopt vie een conditionele ontwikkelingsstrategie. Voorwaarde is vroege vaderlijke zorg.  Het is voor hen adaptief om bij weinig zorg snel gelachtsrijp te worden om zo snel mogelijk kinderen te krijgen en bij veel zorg later om met veel middelen van bestaan de beste zorg aan de kinderen te kunnen geven. Deze hypothese wordt door verschillende onderzoeken onderbouwd: de seksuele rijping van meisjes wordt mogelijk mede bepaald door geurstoffen van niet-verwante mannen binnen de familie.

De sociobiologie probeert verklaringen te vinden voor het sociale gedrag van soorten. Een aantal sociobiologen maakte al vroeg onderscheid tussen ultieme verklaringen en proximale verklaringen. Leg dit uit.

Ultieme (biologische) verklaringen voor gedrag onderbouwen gedrag met voortplantingsvoordelen uit het evolutionaire verleden ( 'Hoe zullen zij zich hebben gedragen in die omgeving?')
Proximale verklaringen geven aan hoe het gedrag concreet tot stand komt (psychologisch: bijv.; vertrouwen - omgeving (verwanten) - hulp).

Wat zijn de misverstanden over het concept van natuurlijke selectie?

  • Fitness is geen menselijke kenmerk, maar een functie van een allel en zijn omgeving.
  • Natuurlijke selectie berust maar gedeeltelijk op levensverwachting. Het voortplantingsvoordeel is doorslaggevend.
  • In de westerse cultuur is er zeker nog sprake van natuurlijke selectie. Bv allelen die de kinderwens of de nonchalance bij het voorkomen van zwangerschappen bevorderen.
  • Sociale omgeving speelt ook mee bij de natuurlijke selectie. Voornamelijk de rivalen van de eigen sekse bij het zoeken naar partners en partnerschappen en de partnervoorkeuren van de andere sekse, is belangrijk voor het succes.   

Verschillen in persoonlijkheid berusten op basis van de evolutiepsychologische visie (EPM) vooral op 2 principes. Welke?

- frequentie-afhankelijke selectie: dat de fitness van een gen afhangt van hoe vaak het in een populatie voorkomt. Bv. sekse (aantallen V en M = uiteindelijk verhouding 1:1)
- conditionele ontwikkelingsstrategieën: EPM's die, afhankelijk van kenmerkende omgevingsfactoren van onze evolutionaire voorouders, op verschillende manieren richting geven aan de individuele ontwikkeling (individuele ontwikkeling aanpassen aan de omgeving/condities)

Waar is het reproductiesucces van een allel van een individu op gebaseerd?

op het feit of het voorkomt bij nakomelingen en verwanten.

Daarom is het adaptief (verhoogt de inclusieve fitness) om genetische verwanten te helpen.

inclusieve fitness; frequentie van een allel bij genetische verwanten

Definitie EPM (John Tooby en Lea Cosmides introduceerde in 1990 het begrip)
evolved psychological mechanism, geëvolueerd psychologisch mechanisme

gebiedsspecifiek proximaal mechanisme dat ultiem kan worden geïnterpreteerd
en waarvan wordt aangenomen dat het genetisch wordt overerfd.

Buss (1995) gebruikte het om de grens tussen de evolutiepsychologie en de sociobiologie aan te geven. zo ontstond het evolutiepsychologisch paradigma

Hoe zou een proximaal antwoord  kunnen luiden op de vraag waarom mensen zoete dingen over het algemeen lekker vinden?

bij het eten van zoete dingen komen in de hersenen een stof vrij die leidt tot gevoelens van genot en bevrediging.

Een dergelijke verklaring wijst dus op  het mechanisme onderliggend aan de menselijke voorkeur voor zoete dingen.
Een evolutionaire verklaring is hiermee nog niet gegeven.

Hoe zou een ultieme verklaring kunnen luiden op de vraag waarom mensen zoete dingen over het algemeen lekker vinden en pakweg geen oorsmeer?

zoete dingen bevatten veel koolhydraten die een hoge voedingswaarde hebben.
Eten van zoete dingen verhoogt aldus de kans op overleving en reproductie.

In een omgeving waar zoete dingen schaars zijn
(de natuurlijke omgeving waar de menselijke soort evolueerde)
levert een dergelijk mechanisme, dat leidt tot gevoelens van genot en bevrediging bij het eten van zoete dingen,
een extra motivatie om tijd en energie te steken in het zoeken naar zoet voedsel,
en kan het beschouwd worden als adaptief.

Genetische fitness (vlgs dr. hamilton) berust op 2 componenten.
Welke?

- Het voortplantingssucces van de eigen allelen (kinderen, kleinkinderen enz).
- Het succes van deze allelen bij genetische verwanten (broers, zussen, neven en nichten enz).

Hulp aan verwanten is dus adaptief (fitnessverhogend).

Volgens de hypothese van Draper en Harpending verloopt de seksuele rijping bij vrouwen via een conditionele ontwikkelingsstrategie.
Wat is hiervoor een voorwaarde en wordt deze hypothese onderbouwd?

Voorwaarde is vroege vaderlijke zorg.

Deze hypothese wordt door verschillende onderzoeken onderbouwd:
de seksuele rijping van meisjes wordt mogelijk mede bepaald door geurstoffen van niet-verwante mannen binnen de familie.  

Menstruatie kon beter worden voorspeld door de tijd dat een meisje met stiefvaders of vrienden van de moeder samenleefde dan door de afwezigheid van de biologische vader.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo