Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Para - Transsistuatieve consitentie

14 belangrijke vragen over Korte geschiedenis van de persoonlijkheids psychologie - Para - Transsistuatieve consitentie

Hoe wordt transsituatieve consistentie gemeten?

Door de meetgelegenheid van Catell's covariatiekubus te zien als herhaling van de meting met een identieke of sterk vergelijkbare meetmethode in verschillende situaties . (b.v. bij het uitvragen van angstig bang zijn te vragen naar angst voor bloed, slangen, examen's, dreigende werkeloosheid)

Wie was Allport en wat verklaarde hij?

Medeoprichter van de universiteit van Hamburg en heeft 2 jaar samen gewerkt met Stern. Hij verklaarde dat de lage transsituatieve consistentie met de redenering dat indivuduele relevante persoonlijkheidstrekken al naar gelang de situatie en de persoon kunnen variëren.

Wat maakt het dat  een persoonlijkheidstrek (vb eerlijkheid) een geringe transsituatieve consistentie heeft.

Dat dezelfde regelmatigheid in gedrag in verschillende situaties steeds door meerdere individuele relevante persoonlijkheidstrekken wordt bepaald
(vb oneerlijkheid kan verschillende motieven hebben per leerling is eerlijkheid verschillend ontwikkeld en niet altijd in gelijke mate relevant voor verschillende eerlijkheidssituaties)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat toonden Shoda en Mischel aan tijdens het consistentiedebat?

Een lage transsituatieve consistentie kan samengaan met stabiele persoonlijkheidstrekken, in de zin van stabiele individuele kenmerkende situatieprofielen.

Wat wordt bedoeld met transsituatieve consistentie?

Als verschillen in persoonlijkheidstrekken binnen situaties gelijkenis vertonen bij vergelijking van situaties.

bijv. iemand geeft aan bovengemiddeld bang te zijn bij het maken van een examen en bij het zien van een slang.

(vlgs emperisch onderzoek komt dit minder vaak voor dan gedacht)

Noem een voorbeeld van een trek die een geringe transsituatieve consistentie heeft. Welke verklaring gaf Gordon Allport hiervoor?

Eerlijkheid.
Gordon Allport verklaarde de lage transsituatieve consistentie met de redenering dat individuele relevante trekken al naar gelang de situatie en al naar gelang de persoon kunnen variëren. Deze verklaring was onbruikbaar omdat onopgelost bleef hoe individuele relevante trekken dan moesten worden bepaald.

Wie wist het consistentiedebat te ontketenen en wat hield dit in?

Walter Mischel 1930. Het consistentiedebat draaide om de vraag of er überhaupt persoonlijkheidstrekken kunnen bestaan, hoewel het gedrag sterk afhangt van de situatie.

Waar ging het consistentiedebat over dat werd aangewakkerd door Walter Mischel?

Dit draaide om de vraag of er Überhaupt persoonlijkheidstrekken kunnen bestaan, hoewel het gedrag sterk afhangt van de situatie.

Wat onderzoekt men wanneer men de 'meetgelegenheid' van Cattells covariantiekubus ziet als herhaling van de meting met een identieke of sterk vergelijkbare meetmethode in verschillende situaties? Noem een bv.

Dan onderzoekt men de transsituatieve consistentie van bv. persoonlijkheidstrekken.
Bijv. bij het uitvragen van angstig of bang zijn.

Kan de transsituatieve consistentie van de verschillen in gedrag groot zijn wanneer gedrag sterk afhangt van een situatie?

Ja, zo kan de omvang van de angst van de betreffende situatie afhangen, maar heeft de situatie geen invloed op de omvang van het angstig of bang zijn.

Speelt het consistentiedebat vandaag de dag nog een rol?

Nee, nauwelijks.

Noem een geringe transsituatieve consistentie volgens Gordon Allport (1937).

Eerlijkheid.
Verklaring lage transsituatieve consistentie:

Gedrag kan in verschillende situaties door meerdere individuele persoonlijkheidstrekken worden bepaald.


Iemand kan stelen omdat hij daar een kick van krijgt of omdat hij te weinig zakgeld krijgt.
Iemand kan spieken omdat hij te weinig geleerd heeft, of omdat hij een hoge prestatiemotivatie heeft.


Deze trekken zijn bij afzonderlijke leerlingen verschillend ontwikkeld en niet altijd in gelijke mate relevant voor verschillende eerlijkheidssituaties.

Wat onderzoek je bij de transsituatieve consistentie (van persoonlijkheidstrekken)?

herhaling van een meting met dezelfde meetmethode of een die er heel sterk op lijkt, maar dan in verschillende situaties.

Je wilt kijken of er t.a.v. het betreffende kenmerk in die situatie sprake is van vergelijkbare verschillen tussen personen.

Waardoor wordt gedrag bepaald, volgens de theorie van Mischel (1968)?

gedrag wordt veel sterker bepaald door situatie dan door persoonlijkheidstrekken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo