Persoonlijkheisontwikkeling

7 belangrijke vragen over Persoonlijkheisontwikkeling

Waarop berust de aanname van indirecte genetische invloed?

Deze berust op de afweging dat een genetische invloed op persoonlijkheidstrek X binnen een bepaalde populatie van mensen te herkennen is aan het feit dat familieleden met een hogere graad van genetische verwantschap bij dit kenmerk meer op elkaar lijken dan personen met een minder hoge graad van verwantschap.

Van wie is de variantieanalyse en de erfelijkheidscoëfficiënt uit welke gedeelte bestaat dit?

Deze is van Fisher en bestaat uit 3 componenten:
V(G) = variantiegedeelte van X afkomstig van genetische verschillen.
V(O) = variantiegedeelte van X afkomstig van omgevingsverschillen.
V (F) = variantiegedeelte van X door meetfouten.

De vastgestelde variantie van een persoonlijkheidstrek heeft 2 gedeelten:
1) Genetische gedeelte afkomstig van verschillen in het genoom.
2) Omgevingsgedeelte afkomstig van verschillen in de omgeving.

Beschrijf genetisch onderzoek a.d.h.v. tweelingonderzoek.

De tweelingmethode berust op de aanname dat de omgevingsvariantie van een- en twee-eiige tweelingen even groot is. Eeneiige tweelingen hebben alleen een nog grotere genetische gelijkenis. Het IQ van eeneiige tweelingen correleert in westerse culturen onderling voor .85 en tussen twee-eiige tweelingen voor .60. Het genetische gedeelte van de IQ variantie is daarmee 2x (.85-.60)= .50.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beschrijf genetische onderzoek a.d.h.v. de adoptiemethode.

De adoptiemethode gaat uit van de aanname dat de omgevingsvariantie van adoptie broers- en zussen even groot is als de omgevingsvariantie van eigen broers en zussen. Het IQ van eigen broers en zussen correleert voor .50 en tussen geadopteerde broers en zussen voor .25. Het genetische gedeelte van  de IQ variantie is daarmee 2x (.50 -.25) = .50.

Wat is de verhouding van de omgevings en genetische invloed bij een betrouwbaarheid van .90?

Bij een betrouwbaarheid van .90 is het foutenpercentage van de IQ-variantie 10%; van de omgevingsvariantie dus 40%. De verhouding is van 5:4. Dus over het geheel gezien ligt bij het IQ genetische invloed boven de omgevingsinvloed.

Welke 4 verschillende attitudes komen er naar voren over de attitude van de moeder a.d.h.v. interviews met de moeder over tweelingen.

1) Ziekte van een van beide tweelingen.
2) Aannames van de moeder over verschillend in persoonlijkheid tussen de tweelingen.
3) Identificatie met een van de tweelingkinderen.
4) Identificatie met een van de tweelingkinderen met de ex- partners.

Wat is het verschil tussen gedeelte en niet gedeelte omgevingsinvloeden?

Bij gedeelde omgevingsinvloeden vertoont een personenpaar door de omgevingsinvloeden gelijkenis bij een bepaalde persoonlijkheidstrek.
Bij niet gedeelde omgevingsinvloeden vertoont een personenpaar geen gelijkenis bij een bepaalde persoonlijkheidstrek.

De verschillen in IQ berusten meer op gedeelde dan op niet gedeelde omgevingsinvloeden. Maar niet gedeelde omgevingsinvloeden van broers en zussen zijn aanzienlijk belangrijk dan gedeelde.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo