Samenvatting: Psychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van psychologie
-
1 psychologie
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is framing bias?
Verschillende presentaties van dezelfde inhoud leiden tot een andere interpretatie. -
Op welke drie punten verschillen mensen van elkaar?
Resilience: het vermogen om veerkracht te bieden na een traumatische ervaring.
Hechting: de mate waarop je gewend raakt aan je primaire verzorger.
Leefstijl: Heeft veel invloed op het ziektebeloop of de kans om een ziekte te krijgen. -
Wat zijn de vier grote veroorzakers van klachten?
Organische pathologie (hogere temperatuur bij infectie, lichamelijke veranderingen bij een chronische ziekte)
Fluctuaties van lichaamsprocessen (zweten, hormonale schommelingen)
Emoties (hogere hartslag bij woede)
Omgevingsfactoren (lagere lichaamstemperatuur bij kou) -
Wat is het bijsluiter effect?
Mensen zijn geneigd een klacht te ervaren waar ze van tevoren over informeert zijn. -
In welke drie groepen kunnen stressoren worden ingedeeld?
Ingrijpende levensgebeurtenissen (diagnose van kanker, overlijden van een naaste)
Chronische stressoren (fysieke beperkingen)
Dagelijkse moeilijkheden (op zichzelf niet stressvol maar door het terugkerende karakter wel: medicatie) -
Wat zijn karakteristieken van stressoren?
Een stressor brengt verandering teweeg waar de patiënt zich aan moet aanpassen.
Beheersbaarheid: de mate waarin een persoon invloed kan uitoefenen op de situatie. Objectieve beheersbaarheid en subjectieve beheersbaarheid.
Voorspelbaarheid: beïnvloed de mate van stresservaring
Ambiguïteit: de dubbelzinnigheid van een stressor -
In welke twee groepen zijn stressreacties te verdelen?
Psychologische reacties: Cognitieve reacties (concentratieproblemen, piekeren en herbelevingen), gedragsreacties (overmatig alcoholgebruik na negatieve gebeurtenis), emotionele reacties (angst en depressieve gevoelens).
Fysiologische reacties: spelen een rol bij het in stand houden van de homeostase van lichaam en geest rond een bepaald setpoint. -
Wat is het stress-coping-model?
Er worden inschattingen gemaakt waarna de persoon in kwestie een schatting probeert te maken hoe de situatie te hanteren. Eerst wordt er dus een inschatting gemaakt van de gebeurtenis (primaire inschatting). Vervolgens wordt er een inschatting gemaakt of men beschikt over de benodigde hulpbronnen om om te gaan met de stressor (secundaire inschatting). De primaire en secundaire inschattingen bepalen vervolgens welke coping-techniek zal worden toegepast. -
Wat zijn de 3 hulpbronnen voor stress coping?
Psychologische hulpbronnen: individuele karakteristieken zoals optimisme en neuroticisme.
Sociale hulpbronnen: de sociale steun die een individu ontvangt
Praktische hulpbronnen: middelen zoals financiën en woonomstandigheden. -
Wat zijn de 2 coping strategieën?
Probleemgerichte coping: Een oplossing zoeken voor de stressor of om de stressor dragelijk te maken
Emotiegerichte coping: het reguleren van de eigen stressreactie om emotioneel weer in balans te raken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden