Samenvatting: Psychologische Stromingen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychologische stromingen
-
1 Psychologische stromingen
Dit is een preview. Er zijn 76 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de verschillende stukken in de Taart van Lambert en hoe groot zijn deze?
§40% Veranderingen in factoren buiten therapie (overlijden/relatie/baan)
§30% Algemene therapiefactoren (basisfactoren: hebben alle benaderingen gemeen)
§15% Placebo-effect (omdat je denkt dat het werkt, werkt het ook)
§15% Specifieke technieken (hierin zit de meeste invloed van de hulpverlener) -
Wat zijn de kenmerken van de psychoanalyse (Sigmund Freud)?
Vrije associatie
Duiden: aanwijzen
Langdurig karakter
Afstand/neutrale houding (Abstinentie) -
Wat is de juiste volgorde van ontwikkelingsfasen volgend Freud?
De orale fase (Baby)
De anale fase (Peuter)
De fallische fase; oedipalde fase (Kleutertijd)
De latentiefase (Kindertijd)
De genitale fase (Pubertijd) -
Op welke vorm van behoeftebevrediging zijn mensen gericht in de orale fase?
behoeftebevrediging gericht op het ontvangen via de mond (drinken, sabbelen, bijten) -
Welke fase is de de Anale fase ookwel?
De koppigheidsfase; het kind ontdekt dat hij macht heeft. -
Is overdracht belemmerend voor de therapie of juist bevorderend?
Overdracht is een belangrijk en wenselijk verschijnsel in de behandeling, -
Op welke benaderingen is de cognitief-gedragstherapeutische benadering een reactie?
Het is een fusie tussen het behaviorisme en de cognitieve psychologie. -
Wat staat er centraal in de dimensie Stabiel v.s. Instabiel
In deze dimensie word onderscheid gemaakt tussen een vaststaande eigenschap (Wat een ongelikte beer) en een niet vaststaande eigenschap (de buurman heeft vast slecht geslapen) -
Wat staat er centraal in de dimensie Intern v.s. Extern
In deze dimensie word onderscheid gemaakt tussen het toeschrijven van gebeurtenissen aan zichzelf (Ik ben niet aardig) of aan de ander (de buurman is onaardig) -
Wat staat er centraal in de dimensie Globaal v.s. Specifiek?
In deze dimensie word onderscheid gemaakt tussen of het bij iedereen zo is (niemand vind mij aardig) of alleen bij een specifieke persoon (De buurman vind mij niet aardig)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden