Genetics and Evolutionairy Foundations of Behavior

97 belangrijke vragen over Genetics and Evolutionairy Foundations of Behavior

Wat is de definitie van evolutie zoals 150 jaar geleden beschreven door Darwin in zijn boek The Origin of Species?

Het lange termijn adaptieve proces, gedurende generaties, waardoor iedere soort voor het leven wordt uitgerust in zijn voortdurend veranderende natuurlijke habitat.


Wat stelde Charles Darwin in The Origin of Species (1859)?

  1. Alle soorten zijn aan elkaar verwant (principe van gemeenschappelijke voorouders)
  2. Alle soorten verschillen van elkaar (principe van evolutie door natuurlijke selectie)

Hoe kunnen genen gedragsmatige eigenschappen beïnvloeden via eiwitsynthese?

Alle effecten die gene hebben op gedrag komen voort door hun rol in het bouwen en veranderen van fysieke structuren van het lichaam. Deze structuren die interacties hebben met de omgeving, produceren gedrag. Dus, een gen kan misschien invloed hebben op het vermogen om te kunnen zingen, door het promoten van hersengebieden die hier mee te maken hebben.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zegt de theorie van Charles Darwin - ‘The Origin of Species’?

Een evolutietheorie die zowel de verschillen als de gelijkenissen tussen diersoorten verklaart. Alle soorten zijn gelijkend vanwege gemeenschappelijke voorouders, en alle soorten zijn uniek omdat natuurlijke selectie iedere soort heeft doen aanpassen aan de specifieke aspecten van de omgeving waarin ze leeft en reproduceert

Wat verstaan we onder evolutionaire psychologie?

Gedragssystemen (reeks handelingen) worden mede bepaald door genen en ontstaat in evolutie.

Gedrag ontstaat door de wisselwerking tussen genen en de omgeving.

Zowel de biologische structuur (het fysieke lichaam) als het gedrag adapteert.

Hoe kan het dat hetzelfde genotype verschillende fenotype produceert?

Genotype is een set genen dat je hebt geërfd, een fenotype zijn waarneembare eigenschappen. Ook al kan het genotype hetzelfde zijn, kan het zo zijn dat een individu aan verschillende omgevingsfactoren is blootgesteld en daardoor andere fenotype ontwikkeld (ander voeding, zon, etc.)

Hoe leveren genen de code voor proteïnen?

Genen beïnvloeden het lichaam doordat ze eiwit molecules produceren:
• Structurele proteïnen: vormen de structuur van elke cel in het lichaam
• Enzymes: controleren de chemische reacties in alle cellen.

Waarom is gentische variatie belangrijk?

Genetische variatie heeft de voorkeur omdat de natuurlijke selectie fysieke en gedragscomponenten zo kan aanpassen naar de beste overlevingskansen. Als we 1 soort genen zouden voort laten bestaan, bestaat de kans dat de omgeving zo veranderd dat deze soort niet overleeft.

Hoe produceert meiose ei- of spermacellen dat allemaal genetisch van elkaar verschillen?

Bij meiose kopieert een chromosoom zich één keer, maar de cel deelt zich daar twee keer. Voor de eerste celdeling worden chromosomen in een lijn geordend en wisselen willekeurig genetisch materiaal met elkaar uit. Zo kan het dat er verschillende combinaties tot stand komen.

Wat bedoelen ze met "genen werken enkel in interactie met de omgeving"?

Omgeving: elk aspect van een individu en wat hem omringt, behalve de genen zelf, o.a prenatale omstandigheden, voeding

Omgevingseffecten kunnen genen ‘aan’ en ‘uit’ schakelen wat resulteert in lichaamsveranderingen die het gedrag van het individu wijzigen.

Hoe staat het fysiologisch systeem in verband met gedrag?

Het interacteert voortdurend met de externe omgeving en geeft in reactie daarop vorm aan het gedrag.
Met dag gedrag beïnvloedt het organisme ook zijn externe omgeving waardoor het mogelijks ander gedrag gaat vertonen, en beïnvloedt zijn interne omgeving waardoor de activatie van de genen wijzigt, waardoor hun proteïne productie wijzigt, waardoor het fysiologisch systeem wijzigt, waardoor gedrag wijzigt.

Hoe werken omgeving en genen op elkaar in bij mensen met PKU (Phenylketonuria)?

Baby’s erven twee recessieve genen die betrekking hebben bij het maken van het aminozuur Phenylalaline. Als dit gen aanwezig is zorgt het ervoor dat dit aminozuur zich ophoopt in de hersenen, resulterend in intellectuele kwalen. Alleen komt dit gen tot uiting als de desbetreffende persoon eten consumeert waar Phenylalaline in zit. Baby’s worden direct getest op PKU en worden op een dieet gezet als zij dit gen hebben. Volwassenen met PKU (waarvan het gen niet tot uiting is gekomen) kunnen zonder moeten dingen met Phenylalaline eten, zonder daar gevolgen bij te hebben.

Hoe beinvloeden genen gedrag?

Genen worden geaccocieerd met gedrag, maar ze beinvloeden het gedrag niet direct. Genen bouwen en wijzigen de fysieke structuren van het lichaam.
Deze structuren i.c.m de interactie met de omgeving.

Relevant voor gedrag zijn genen  die bijdragen  aan de ontwikkeling van de sensomotorische systemen(zintuigen), het motorische systeem (spieren, organen)  en het zenuwstelsel waartoe de hersenen behoren)  zijn met name van belang voor gedrag.

(mensen, chimpansees en muizen hebben ongeveer 20.000 genen. - international human genome sequencing consortium. 2004)

Waarvoor zorgt het fysiologische proces?

Dat ons lichaam groeit en ontwikkelt tot een volwassen, levend organisme dat zichzelf in stand kan houden.

Wat zijn de drie misopvattingen over Darwins evolutietheorie?

1. Mensen denken dat het een mythische kracht is, dat zich naar een eindresultaat werkt.
2. Mensen denken dat wezens op rang kunnen worden geordend, waarbij de mens bovenaan staat en een amoebe onderaan.
3. Mensen denken dat Darwins Evolutietheorie een morele kracht heeft. Dat alles wat aansluit bij natuurlijke invloeden goed zou zijn en alles wat onnatuurlijk is ( maatschappij en uitvindingen), slecht zou zijn. Dit zou dan betekenen dat egocentrisch zijn een goede eigenschap zou zijn, wat natuurlijk niet aansluit op het idee.

Hoe worden genen doorgegeven via seksuele reproductie?

DNA komt in onze cellen voor in chromosomen. De normale menselijke cel heeft 23 chromosomen waarvan 22 echte paren in zowel man als vrouw. Het 23e paar bevat de geslachtschromosomen: XX voor vrouw (echt paar) en XY voor een man.

Hoe draagt het begrijpen van evolutie bij aan een basis voor functionalisme?

Functionalisten kijken naar hoe bepaalde gedragingen die wij nu hebben vroeger hebben meegedragen aan onze overlevingskansen als mens.

Wat bedoelen ze met de genetische diversiteit van nakomelingen?

Wanneer een ei- en spermacel samensmelten, ontstaat een nieuwe cel, de zygote. Deze bevat 23 volledige chromosomenparen, voor elk paar een chromosoom van elke ouder. Door mitose delingen groeit de zygote vervolgens uit tot een nieuwe unieke mens.

Door de herorganisatie van genen en het voortbrengen van unieke nakomelingen, verhogen ouders het aanpassingsvermogen en de overlevingskansen in de eeuwig-veranderende omgeving.

Uitzondering: ééneiige tweelingen of monozygotische tweelingen zijn genetische wél identiek, twee-eiige tweelingen of dizygotische tweelingen dan weer niet.

Wat zijn vier redenen van het bestaan van eigenschappen of gedragingen dat niet een overlevingsdoel reproductieve functie hebben?

- Sommige eigenschappen zijn rudimentair, ze dienden vroeger een doel, maar nu niet meer
- Sommige eigenschappen zijn adaptaties of bij effecten dat opkwam in natuurlijke selectie.
- Sommige eigenschappen zijn puur ontwikkeld oor geluk en kans
- Zelfs geëvolueerde mechanismen, zoals schuldgevoel, zijn niet bruikbaar in elke situatie waarin ze actief zijn.

Wat is de functie van structurele eiwitten in cellen?

Een klasse eiwitten die structurele eiwitten wordt  genoemd, vormt de structuur van elke cel van het lichaam.

Een andere, veel grotere klasse,genaamd enzymen regelt de snelheid van elke chemische reactie in elke cel (voorbeeld is glycololyse-)

Wat is een distal verklaring?

Een distal verklaring is op evolutionair niveau. Welke functie (gedrag of fysieke aanpassing) heeft ervoor gezorgd dat de soort heeft overleefd in zijn huidige vorm.

Hoe laat emotionele uiting zien dat soort-typerend gedrag kan worden aangepast door leren?

Sommige emoties, zoals het ophalen van de wenkbrauwen, kan per cultuur verschillend worden gebruikt. Waarbij bijvoorbeeld het ophalen van de wenkbrauwen en lachen (een vorm van groeten) in Japan vooral wordt gebruikt naar kinderen toe, maar bij andere culturen bijvoorbeeld bij bijna iedereen wordt toegepast.

Wat zegt Gregor Mendel’s patroon van erfelijkheid ahv de kruising erwtenplanten?

Wanneer een eigenschap in een patroon zoals dat van Mendel overgeërfd wordt, kan men ervan uitgaan dat de ze eigenschap resulteert uit een variatie van allelen op een enkele locus die zich ontwikkelt op een dominant-recessieve manier.

Wat is het verschil tussen Homologie en analogie, hoe kunnen onderzoekers weten wanneer er een overeenkomt tussen twee soorten in een eigenschap hebben dan een ander?

- Homologie: Elke overeenkomst dat bestaat tussen soorten door een gedeelde voorouder.
- Analogie: Komt voort uit convergerende evolutie. Een gedeelde eigenschap door een gedeelde omgeving of woonomgeving die de bepaalde overeenkomst uitlokt.

Wat een vestigial functie?

Aanwezig gedrag of fysieke eigenschappen die geen evolutionair doel meer hebben. Handje baby, blinde darm etc

Hoe worden homologieën gebruikt om fysiologische mechanisme en evolutionaire “pathways” te begrijpen van soort-typerend gedrag?

Ze worden gebruikt om te kijken naar soorten die met ons een gedeelde voorouder hebben en zo te kunnen verklaren waarom wij een bepaalde eigenschap of emotie hebben.

Wat kwam er uit het onderzoek van John Paul Scott & John Fuller over Mendeliaanse erfelijkheid van angst in honden?

Onderzoek naar het gedrag van Basenji honden, Cocker honden en hun mixed-breed nakomelingen.

Basenji’s zijn timide en angstig naar mensen en hebben veel zachte behandeling nodig om dit af te leren.Cockers daarentegen tonen weinig angst.

Na kruising bleken alle F1 nakomelingen angstig, ongeacht hun opvoeding door een Basenji of Cocker moeder.

Scott en Fuller concludeerden dat de angst voortkwam uit hun genen en niet aangeleerd werd.

Door de nakomelingen te kruisen, ontstond inderdaad een F2 generatie die 3/4 angstig was. De angst werd in dit geval dus bepaald door één enkel gen.

Wat is Trivers theorie van ouderlijke investering?

Het idee dat dat er verschil is tussen een “Mating Effort” en “parental effort” en dat beide hier anders naar een partner zoeken. Thrivers stelde dat het sekse die meer gefocust is op het opvoeden en opbrengen van een kind, veel kritischer zal zijn in partner keuzen dan iemand die hier minder in wilt investeren.

Wat zegt mendeliaanse erfelijkheid over genetische afwijkingen?

PKU, phenylketonuria: als een kind beide genen recessief erft, zal het gezondheidsproblemen krijgen wanneer het phenylalanine opneemt via de voeding.

Daarom worden kinderen bij de geboorte gescreend en zullen de betrokken kinderen een aangepast dieet volgen, waardoor ze alsnog normaal ontwikkelen. Niet de genen zelf, maar de opname van phenylalanine veroorzaakt dus het ziektebeeld!

Wat is biological preparedness?

Sommige functies zijn aangeboren, maar moeten geactiveerd worden door leren/oefenen ; praten, lopen

Wat zijn categorical karakteristieken?

Categorical karakteristieken: sterk afgelijnd: je hebt PKU of niet, erwten zijn rond of rimpelig, mixed-breed Basenji-Cockers zijn angstig of niet.

Wat zijn species typical behaviours?

Dit zijn functies die het lichaam bezit zonder ervaren/leren. Zoals lachen of boos kijken.

Genetici maken overderscheid tussen 2 verschillende soorten genen. Welke 2 zijn dat?

Coderende genen en regulerende genen.

Welke condities begunstigen de evolutie van polyandrie?  Hoe steunt het sekse verschil binnen polyandrie Thrivers theorie?

Komt niet voor in zoogdieren, maar wel in sommige vissen en vogels. Door een kleinere vruchtbaarheid-cyclus is de vrouw in staat om in een kleinere tijd meerdere nakomelingen te produceren dan zij voor kan zorgen, hierdoor laat zij meestal de zorg bij het mannetje achter. Door deze tegengestelde rollen in polyandrie tegenover polygynie, is het vrouwtje in deze soorten groter en sterker.

Wat zijn continuous karakteristieken?

Continuous karakteristieken: wanneer een eigenschap meetbaar is in ‘graad’ en niet onder te brengen zijn in 1 van 2 afgelijnde groepen.

Men spreekt hier van normale distributie: de meeste scores vallen rond het midden van de range en de frequentie neemt af in de richting van de extremen. Deze eigenschappen worden ook polygenetische karakteristieken genoemd.

Hoe word een 1 eiige tweeling in de biologie genoemd?

Monozygoot

Welke condities promoten de evolutie van monogamie? Waarom is overall de grote en kracht binnen sekse in monogame soorten afwezig?

Als het niet hoeft gestreden te worden, man en vrouw gelijk zijn in het investeren van zorg over het kind, en zorg van twee ouders nodig is voor het jong om te overleven.

Wat zegt selectief breeding?

‘Selective breeding’. Hiertoe worden individuen gekoppeld die aanleunen bij de extremen van een bepaalde eigenschap. Bij single-gene eigenschappen zijn die effecten onmiddellijk waarneembaar, maar voor polygenische eigenschappen zullen de effecten gradueel en cumulatief over generaties zijn.

Selective breeding kan nagenoeg elke gedragseigenschap beïnvloeden, want gedrag hangt af van bepaalde zintuiglijke, motor en neurale structuren, die allemaal opgebouwd zijn uit proteïnen die door de genen geproduceerd worden.

Om wat voor redenen zouden mannen en vrouwen binnen een monogame relatie copuleren met andere partners dan hun eigen partner?

Voor het mannetje zou het bevorderlijk zijn omdat er dan rivaliserende mannetje in de buurt van zijn partner komt. Voor het vrouwtje zou het bevorderlijk zijn, omdat ze een kans ziet in een beter kans om levensvatbare jongen te krijgen. Genen die deze hersenstructuren bevorderen worden per generatie eerder doorgegeven dan genen die dat niet doen.

Wat kwam er uit het onderzoek van "Selectief fokken voor doolhof-leren"?

Tyron testte een genetisch diverse groep van ratten op hun vermogen om een bepaald doolhof te leren. Daarna kruiste hij degenen met de minste fouten voor een lijn van ‘maze-bright’ ratten en die met de meeste foute voor een lijn van ‘maze-dull’ ratten.

Door opeenvolgende generaties van selectief fokken, maakte een steeds hoger percentage van de slimme ratten minder fouten en een steeds groter aantal van de domme ratten meer fouten. In een latere studie werd ontdekt dat domme en slimme ratten in andere taken gelijkaardig presteerden

Welke metingen zijn het meest interessant voor psychologen: continuous en normally distributed of selectief paren?

De meeste metingen van menselijk gedrag die interessant zijn voor psychologen (bvb scores op persoonlijkheidstesten) zijn continuous en normally distributed. Omdat selectief paren met mensen onethisch is, onderzoekt men vaak mensen die verwant zijn tov niet verwanten of gaat men vaak werken met tweelingstudies, adoptiestudies.

Wat is een dominant gen?

Produceert zichtbare effecten als het allel homozygotisch of heterozygotisch is.

Wat voor bewijs suggereert dat de mens is geëvolueerd as een deels monogame en polygene soort? Hoe sluit het aan bij Thrivers ouderlijke-investeringstheorie? 

De zorg is gelijk en er is zorg voor twee ouders nodig over een lange periode. Daarnaast is een lagere aantal in witte bloedcellen gevonden onder mensen, dan onder bonobo’s en chimpansees. De hoge aantal in chimpansees en bonobo’s zouden hen evolutionair meer hebben gewapend tegen soa’s dan in mensen, wat zou kunnen uitwijzen dat wij al in de prehistorische tijd een monogame/ polygene relatie(s) zouden hebben. Het sluit aan op Thrivers theorie omdat de verschillen in grote en sterkte tussen man en vrouw klein zijn vergeleken met die van bijvoorbeeld walrussen.

Wat zegt epigenitica en wat zijn epigenetische effecten?

Genen zijn niet de enige zijde van het verhaal, er zijn ook verschillen, zelfs in identieke tweelingen, die niet kunnen toegeschreven worden aan de genen.

Epigenetische effecten zijn veranderingen in de genfunctie die de onderliggende DNA structuur niet aantasten, maar resulteren in het aan- en uitschakelen van genen (dit proces is omkeerbaar). De epigenetica bestudeert hoe genetisch materiaal onder verschillende omstandigheden geactiveerd of gedeactiveerd wordt.

Wat houdt een dominantie gen (of allel) in?

Een dominant gen zal zijn waarneembare effect produceren in een homozygoot of de heterozygoot toestand. AKA hij wint van een recessief gen.

Wat heeft ertoe geleid dat wetenschappers hun definitie van gen hebben veranderd?


Recent moleculair onderzoek heeft ertoe geleid dat veel genetici hun definitie van gen hebben bijgewerkt, zodat het delen van DNA ook andere functies bevat dan alleen codering van eiwitmoleculen.

het niet-coderende DNA werd junk-DNA genoemd omdat wetenschappers geloofden dat het geen doel had. Recent onderzoek (Encode project consortium 2012.) heeft bewijsmateriaal geleverd dat 80% van je het DNA functies vervult zols het reguleren van het activiteit van het coderende DNA.
wetenschappers maken onderscheid tussen coderende genen en regulerende genen.

Wat is een recessief gen?

Produceert alleen zichtbare effecten als het allel homozygotisch is.

Vanuit een evolutionair perspectief, wat zijn de functies van romantische liefdes en seksuele jaloersheid en hoe wordt dit onderbouwd door cross-species vergelijking?

Mechanisme in de hersenen zijn aanwezig die beide romantische liefdes en seksuele jaloersheid bevorderen. Deze mechanisme zijn bijvoorbeeld minder aanwezig in chimpansees en bonobo’s. Romantische gevoelens maakt de banden en jaloezie behoudt ze.

Wat is een polygene eigenschap?

Eigenschappen die variëren per persoon.
De geërfde eigenschap wordt beïnvloed door meerdere genen.
Omgeving is hierbij van invloed.

Hoe is mannelijk geweld naar kinderen, naar andere mannen en naar vrouwen verklaard vanuit een evolutionair perspectief?

Geweld naar kinderen en ze zelfs doden laat de lactatie van vrouwen stoppen en zal ze weer laten beginnen met ovuleren, geweld naar mannen om hoger in hiërarchie te komen en aantrekkelijker te lijken voor andere vrouwen, en naar vrouwen voor copuleren en het tegengaan van copuleren met anderen.  

Wat is een voorbeeld van epigentische overerving?

Zwangere vrouwen tijdens hongersnood WOII zetten baby’s met een normaal geboortegewicht op de wereld die een hoger risico hadden op obesitas op latere leeftijd. Wanneer hun dochters vervolgens voor nakomelingen zorgden, bleken hun baby’s dan weer een hoger geboortegewicht te hebben. De ervaring van de grootmoeder tijdens de zwangerschap beïnvloedde dus de ontwikkeling van de kleinkinderen.

Waar is sprake van als een eigenschap sterk varieert over verschillende individuen, maar die variatie wel geleidelijk verdeeld is over alle individuen?

Een polygene eigenschap

Wat zijn monozygotische tweelingen?

Eeneiig tweeling uit 1 zygote zijn genetische identiek.

Wat is het verschil tussen "artificiële selectie’ en "natuurlijke selectie’ van Charles Darwin?

Darwin gebruikte de term ‘artificiële selectie’ voor menselijk gecontroleerd selectief kweken van planten en dieren. Hij stelde dat ook natuurlijke voortplanting selectief is en over generaties voor veranderingen kan zorgen. Darwin noemde dit ‘natuurlijke selectie’. Dit is niet afhankelijk van de noden of wensen van mensen, maar van de obstakels voor overlegging en reproductie die ontstaan vanuit de natuurlijke omgeving

Wat deed Robert Tryon in 1942?

Tryon wilde aantonen dat een soort gedrag dat veel door psychologen wordt bestudeerd sterk kan worden beïnvloed door variatie in genen. Dit deed hij aantonen met doolhof slimme- en domme ratten.

Wat zijn kernconcepten van Darwin’s theorie van natuurlijke selectie?

  • Er is een overproductie van nakomelingen in elke generatie •
  • Er is een variatie in features en eigenschappen binnen de leden van een generatie.
  • ndividuele verschillen worden overgeërfd van de ene op de andere generatie
  • Individuen met eigenschappen die beter passen bij hun omgeving zullen beter aangepast zijn om te overleven en voort te planten.

Wat zijn  2 belangrijke oorzaken waarop de matuurlijke selectie inwerkt op genetische variabiliteit?

  • De her-organisatie van genen bij seksuele voortplanten (zie meiose).
  • Mutaties van genen: fouten die occasioneel en onvoorspelbaar voorkomen bij DNA replicatie, waardoor het replica niet helemaal identiek is aan het origineel. Mutatie is op lange termijn de ultieme bron voor alle genetische variatie. Wanneer een mutatie nuttig is, zal het gemuteerde gen generatie na generatie frequenter voorkomen.

Wat bedoelen ze met observed evolution?

Observed evolution: wanneer de evolutie zo snel plaatsvindt dat het kan waargenomen worden. De evolutie van eenvoudige of kleine veranderingen kan zich voordoen in enkele generaties, maar meer complexe veranderingen vragen veel meer tijd.

Uit welke principes bestaat Darwin's natuurlijke selectie theorie?

- elke generatie heeft een overschot aan nakomelingen
- binnen een generatie is er variatie binnen de mensen
- individuele verschillen worden genetisch doorgegeven van de ene generatie op de volgende
- de individuen die de beste eigenschappen hebben om zich aan te passen aan locatie omstandigheden, krijgen de meeste nakomeligen en hebben het grootste kans om te overleven.

Wat is het verschil tussen distant en proximate verklaringen van gedrag?

Distal explanations (ultimate causation): verklaringen op evolutionair niveau over hoe gedrag bijdroeg aan het overbrengen van de genen van de voorouders naar de volgende generatie om zo de overleving en productie over de evolutionaire tijd te bevorderen.

Proximate explanations: deze verklaringen gaan niet over functie, maar over mechanismes waardoor een bepaald gedrag zich voordoet: zij behandelen zowel de omstandigheden binnen als buiten het individu die gedrag uitlokken.

Wat zijn de oorzaken van genetische variatie?

- het door elkaar schudden van genen bij seksuele reproductie.
- mutaties: onvoorspelbare fouten bij het kopiëren van DNA = ultieme bron van genetische variatie.

Door natuurlijke selectie kunnen schadelijke mutaties worden uitgeroeid en nuttige doorgegeven.

Wat dacht Lamarck?

Dat je verworven kenmerken kan erven, maar dit is niet waar.

Wat zijn special-typical behaviors?

Species-typical behaviors, ook wel instincten, zijn eigen aan een soort, bvb miauwen bij katten of dammen bouwen bij bevers.

Wat zijn 3 misvattingen over evolutie?

- evolutie heeft als doel overleven
- mensen zijn niet verder in de evolutie dan anderen
- naturalistic fallacy: er is geen goed of fout of moraliteit in de natuur. Samen werken en vechten zijn allebei natuurverschijnselen.

Hoe kan hetzelfde genotype verschillende fenotypen voortbrengen?

Twee individuen met hetzelfde genotype kunnen behoorlijk verschillend zijn qua fenotype als gevolg van verschillen in hun omgeving.

bijvoorbeeld Genetisch identieke ratten zullen fenotypisch verschillen in hun gedrag ten opzichte van jonge ratten als de ene eerder is blootgesteld aan jonge ratten en de andere niet. Genetisch identieke menselijke tweelingen zullen in grootte verschillen als ze op verschillende manieren zijn blootgesteld aan groeibevorderende factoren in hun omgeving (vb verschillende posities baarmoeder 3.2), en ze zullen verschillen in gedrag als ze verschillende leerervaringen hebben gehad.

Wat stelde Charles Darwin in The Expression of the Emotions in Man and Animals?

Darwin ontdekte dat mensen automatisch humeur en gedragsintenties communiceren aan elkaar via niet verbale signalen: lichaamshouding, beweging en gezichtsuitdrukkingen. In zijn boek ‘The Expression of the Emotions in Man and Animals’ stelt hij dat bepaalde gezichtsuitdrukkingen bij mensen samen gaan met bepaalde gevoelens en dat deze universeel zijn, zelfs bij blind geboren mensen die ze dus niet konden leren via observatie. We zijn dus biologisch voorbestemd om bepaalde emoties uit te drukken op een bepaalde soort-specifieke manier.

Wat is de naturalistische denkfout?

Mensen denken dat alles wat natuurlijk is (door natuur gemaakt)goed is. Maar de natuur maakt goed en slecht. Natuurlijke selectie is geen morele kracht.

Wat zijn de zes basisemoties volgens Paul Ekman en Wallace Friesen?

  • Verrassing
  • Angst
  • Afkeer
  • Boosheid
  • Vreugde
  • verdriet

Wat zijn de 4 beperkingen van functionalisme voor het verklaren van gedrag?

- overbodig geworden:  vroeger was drang naar suiker nuttig, nu niet meer
- neveneffecten: navel heb je enkel nodig in de baarmoeder, daarbuiten niet meer.
- toeval
- nadelig: schuldgevoel

Hoe beoordeelt men of gedrag soort-specifiek is?

• Welke omgevingsomstandigheden zijn nodig voor de volle ontwikkeling van het gedrag?
• Welke interne mechanismen zijn betrokken in de voortbrenging van het gedrag?
• Welke gevolgen heeft dit gedrag voor het dagelijks leven van het individu?
• Waarom werden de genen die aan de basis liggen van het gedrag door de evolutie gefavoriseerd?

Wat is species-typical behavior?

Gedrag dat specifiek is voor een bepaalde soort.
Het is een product van evolutie mar kan beïnvloed worden door leren of leren kan er nodig bij zijn.
= afhankelijk van biological preparedness
= relatief (omgeving speelt altijd mee)

Wat zijn de 4 categorieën van paringsgedrag te onderscheiden in de verschillende diersoorten?

Polygynie: één mannetje paart met meerdere vrouwtjes. • Polyandrie: één vrouwtje paart met meerder mannetjes. • Monogamie: één man en één vrouw paren steeds samen. • Promiscuïteit: leden van een groep paren met meer dan één vrouwtje of mannetje en met elkaar.

Psychologen gebruiken de woorden "instinct" en "aangeboren" niet met 2 redenen. Noem deze 2 redenen.

1) Dat impliceert dat mensen geen ervaring nodig hebben (genetisch determinisme). Terwijl gedrag komt niet van je genen maar ook een groot dele van ervaringen.
2) Daarnaast is het ook niet goed te defineren

Wat zijn patronen van helpen? (Helpen: elk gedrag wat de overlevings- of reproductiekansen van een ander individu vergroot)

  • Coöperatie: wanneer een individu een ander helpt terwijl het zichzelf helpt.
  • Altruïsme: een andere individu helpen ondanks een daling van de eigen kans op overleving of reproductie daardoor daardoor. Hiervoor bestaan er twee theorieën the kin selection theory of altruism en de reciprocity theory of apparent altruism.

Wat is parental investment?

De tijd, energie en risico nodig om nageslacht te produceren, te voeden en te verzorgen.

Wat is het verschil tussen The kin selection theory of altruism en The reciprocity theory of apparent altruism?

  • The kin selection theory of altruism: niet het individu, maar wel de genen van het individu overleven door de altruïstische daad van het helpen van dichte verwanten die genetisch aanleunen bij de helper.
  • The reciprocity theory of apparent altruism: een ander helpen om in de toekomst eventueel zelf geholpen te worden.

Wat is het doel van agressie in paringsgedrag?

Agressie en vechten komt voor om bronnen van overleving en voortplanting veilig te stellen.
Komt voort uit jaloezie en status.
Vrouwen vechten om kinderen en voedsel te verdedigen.
Mannen vechten veel meer omdat ze daarmee concurrentie voor het paren willen weg nemen of om een specifiek vrouwtje te kunnen krijgen

Wat is het voordeel van het voortbrengen van genetisch diverse nakomelingen?

In een voortdurend veranderende omgeving hebben genen een betere overlevingskans als ze bij elke generatie opnieuw worden gerangschikt. Er zijn veel verschillende manieren om verschillende soorten lichamen te produceren, dan wanneer ze allemaal in hetzelfde soort lichaam worden gestopt - een bijna letterlijk voorbeeld van het oude gezegde: 'Leg niet al je eieren in één mandje.' Door diverse nakomelingen voort te brengen, verkleinen ouders het risico dat al hun nakomelingen zullen sterven als gevolg van een onvoorziene verandering in de omgeving.

Welke 2 verklaringen zijn er voor altruïsme?

Kin selectie theorie: (Hamilton) door je familie te helpen, help je je eigen genen in stand te houden.
Wederkerigheid: (reciprociteit) op lange termijn komt het weer terug en help je dus eigenlijk jezelf. (wie anderen helpt, helpt je ooit terug)

Hoe worden monozygote tweelingen gevormd?

Er zijn echter mensen die genetisch identiek aan elkaar zijn: eeneiige tweelingen. (identical twins)  Ze worden gevormd wanneer twee bundels cellen van elkaar scheiden tijdens de vroege mitotische delingen na de vorming van een zygoot. Omdat ze uit één zygoot voortkomen, worden eeneiige tweelingen ook wel monozygote tweelingen genoemd.

Tot welke mate hebben dizogyte tweelingen gelijkenissen als twee niet tweelingbroers-zussen?

Twee-eiige tweelingen (fraternal twins) , of dizygote tweelingen, zijn afkomstig van twee zygoten, elk gevormd uit verschillende eicellen en spermacellen. Twee-eiige tweelingen hebben dezelfde mate van genetische gelijkenis als twee niet- tweelingbroers en -zussen.

Hoe is het idee ontstaan dat de eenheden van erfelijkheid in paren dominante en of recessieve voorkomen?

Het idee dat de eenheden van erfelijkheid in paren voorkomen en dat het ene lid van een paar dominant kan zijn over het andere, werd halverwege de negentiende eeuw ontwikkeld door een Oostenrijkse monnik genaamd Gregor Mendel

Waarom vertoont driekwart van de nakomelingen van twee heterozygote ouders de dominante eigenschap en een kwart de recessieve eigenschap? (Mendels Ratio)?

Wanneer twee heterozygote ouders samenkomen, betekent dat de kinderen 3/4 kans hebben op het dominante eigenschap en 1/4 kans op het recessieve eigenschap.


Wanneer een erwtenplant die heterozygoot is voor ronde versus gerimpelde zaden wordt bestoven door een andere erwtenplant die eveneens heterozygoot is, komen er vier mogelijke gencombinaties voor in de nakomelingen. Hier staat R voor het dominante, rondproducerende allel, en r voor het recessieve, rimpelproducerende allel. Het fenotype van drie van de nakomelingen zal rond zijn en dat van één gerimpeld. Deze verhouding van 3:1 was de beroemde bevinding van Mendel

Wie hebben de bekende dubbele helixstructuur ontdekt?

Watson, Crick en Franklin in de jaren '50.

Waarom zou het een vergissing zijn om uit het werk van Scott en Fuller te concluderen dat angst bij honden slechts door één gen wordt veroorzaakt, of dat angst alleen door genen wordt veroorzaakt en niet door de omgeving?

Nee, het werk van Scott en Fuller toont alleen aan dat het verschil tussen cocker-spaniëls en basenji-honden in een bepaalde angsttest wordt bepaald door een enkel gen.

1. In een breder context, veel verschillende genen  zijn nodig om bij te dragen aan een complexe zenuwstructuur welke nodig is om angst te ervaren en te uiten in gedrag.

2. Hun onderzoek vermindert niet de invloed van de omgeving.( In ander onderzoek toonde Scott (1963) aan dat elke puppy die de eerste vier maanden van zijn leven van mensen wordt geïsoleerd, bang voor mensen zal zijn.)

Wat is een verschil in vraagstelling tussen distale en proximale verklaringen?

Distaal - Waarom..? Of waar is het goed voor?  Meer gericht op factoren die verder terug in de tijd liggen.
Proximaal - Welke...? Gericht op het onderliggend mechanisme van een individu.

Hoe beïnvloeden genen en de omgeving individuen met PKU? (phenylketonuria/fenylalanine)?

Ook al heb je “defecte” genen , door aanpassing van de omgeving (bijv. Dieet) hoeven er niet per se negatieve consequenties te ontstaan hierdoor.

Hoe wordt fluent afasie ook wel genoemd?

Afasie van Wernicke. Zij hebben moeite taal te begrijpen en produceren zinnen met betekenisloze woorden. Het is een beschadiging van de linker hemisfeer in de temporaalkwab. Vlakbij de primaire auditieve cortex.

Wat is non fluent afasie?

Afasie van Broca. Men praat in telegramstijl, met veel werkwoorden en zelfstandige naamwoorden. en is zich bewust van de afwijking. Het is een beschadiging in de frontaalkwab van de linker hemisfeer vlak voor de primaire motorcortex.

Hoe zijn de kenmeren van dieren gevormd doormiddel van selectief fokken?

De procedure was in elk geval in wezen hetzelfde: de leden van elke generatie die het gewenste type het beste benaderden, werden gepaard om de volgende generatie voort te brengen, wat resulteerde in een voortdurende genetische vorming in de richting van de variëteiten die we vandaag de dag zien.
gedrag is afhankelijk van bepaalde sensorische, motorische en neurale structuren, die allemaal zijn opgebouwd uit eiwitten waarvan de productie afhangt van genen.

Hoe produceerde Tryon ‘doolhof heldere’ en ‘doolhof saaie’ rattensoorten? Hoe liet hij zien dat het verschil het resultaat was van genen en niet van opvoeding?

Hij maakte doolhof slimme en domme ratten door selectief fokken van ratten die de doolhof goed hadden opgelost en de ratten die deze niet hadden opgelost. Door de moeders (slim/dom) te verwisselen, liet hij zien dat het grootbrengen geen invloed had op de slimme/domme ratten.

Waarom wordt het door Tryon geproduceerde spanningsverschil niet goed gekarakteriseerd in termen van “helderheid” of “saaiheid”?

Tryon wilde aantonen dat een type gedrag dat vaak door psychologen wordt bestudeerd, sterk kan worden beïnvloed door variatie in genen maar heeft tijdens zijn onderzoek geen rekeing gehouden met de andere factoren die van invloed zijn op iemand intelligentie, bijv. Zintuigen, motoriek, motivatie en leerprocessen.

Het is vandaag de dag nog steeds moeilijk om selectief te fokken op gedrag op basis van genen. Ze zijn vaak moeilijk te herhalen in andere laboratoria door subtiele verschillen.

Welke probleem doet zich vaker voor in gedrags genetische onderzoeken?


Het probleem dat zich vaker voordoet in gedrags genetisch onderzoeken, waarbij nieuwe diersoorten (meestal muizen) worden gecreëerd door bekende genen toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen met behulp van geavanceerde genetische manipulatiemethoden.

De gedragsverschillen tussen twee stammen die in het ene laboratorium worden aangetroffen, komen vaak niet voor in een ander laboratorium, blijkbaar vanwege subtiele verschillen in de manier waarop de dieren worden gehuisvest of getest (Cabib et al., 2000; Crabbe et al., 1999

Wat zijn polygene kenmerken?

Kenmerken die continu variëren, worden over het algemeen door veel genen beïnvloed en worden daarom polygene kenmerken genoemd (dus gedrag dat niet gerelateerd is aan één gen, maar aan de combinatie van vele genen op verschillende loci, het voorvoegsel poly betekent veel).

Wat realiseerden biologen zich na de eerste volledige ontwerpen van het menselijke genoom in 2001?

.Het duurde niet lang na de publicatie van de eerste ‘volledige’ ontwerpen van het menselijk genoom in februari 2001 (International Human Genome Sequencing Consortium, 2001; Venter et al., 2001) dat biologen zich realiseerden dat genen slechts een deel van het verhaal zijn In plaats daarvan zijn ze toegeschreven aan epigenetische effecten.

Hoe beinvloeden epigenetische effecten zoals DNA methylatie de genen?

We erven van onze ouders niet alleen DNA, maar ook een verscheidenheid aan chemische markers die genen reguleren (op bepaalde tijdstippen aan en op andere tijden weer uit) en bepalen hoeveel eiwitten ze produceren.

Het best begrepen mechanisme voor epigenetische effecten is dat van DNA-methylatie, Methylering verandert niet het eiwit dat een gen zal produceren, maar heeft eerder invloed op de vraag of de genen het eiwit überhaupt zullen produceren. De meeste sterk gemethyleerde genen produceren hun eiwitten niet; dat wil zeggen, ze zijn "uitgeschakeld


Welke 2 theorieën zijn er om altruïstisch hulpgedrag te verklaren?

1. The kin selection theory (de theorie van verwantschapsselectie), welke stelt dat altruïsme voortkomt uit natuurlijke selectie omdat de voorkeur voor dit gedrag wordt gegeven aan nabije familie die genetisch gelijk is aan de helper. Hetgeen overleeft is niet de helper maar de genen van de helper.

2. De theorie van reciprociteit, deze theorie stelt dat altruïstische hulp verleent wordt erop vertrouwend dat deze hulp op een later moment wordt teruggeven wanneer nodig.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo