Memory, Attention, and Consciousness

59 belangrijke vragen over Memory, Attention, and Consciousness

Wat is de definitie van bewustzijn?

Bewustzijn (of zelf-bewustzijn) kan gedefinieerd worden als het ervaren van de eigen mentale gebeurtenissen op een zodanige manier dat deze gerapporteerd kunnen worden aan anderen.

Wat is de definitie van het geheugen gegeven door Baars en Franklin in 2003

Het geweten (self awareness) is de opgedane ervaring van een individu die daarna doorgegeven kan worden aan andere of herhaald kan worden.
vb Je krijgt een foto te zien en er wordt gezegd dat er een "bleubird" op staat. Jij ziet de bleubird. Na een poosje wordt er gevraagd wat er op de foto stond, antwoord zal Bleubird zijn. Dus je ziet bewust een foto met een bleubird, slaat dit op en haalt het later uit je geheugen weer terug. Bewustzijn en geheugen zijn synoniem aan elkaar.

Hoeveel brokjes informatie kunnen er tegelijkertijd in ons bewustzijn aanwezig zijn?

Ons kortetermijn- of werkgeheugen, waar de informatie zich bevindt waarvan wij ons bewust zijn, kan ongeveer zeven plus minus twee (dat wil zeggen: vijf tot negen) brokjes informatie vasthouden op enig moment. Die brokjes informatie kunnen afkomstig zijn uit het zintuiglijk geheugen, of uit het langetermijngeheugen.
Ook hier speelt aandacht een grote rol, omdat deze brokjes informatie alleen maar in ons bewustzijn actief kunnen blijven, zolang zij in het kortetermijn- of werkgeheugen herhaald en bewerkt worden. Zodra zij verdrongen worden door andere informatie verdwijnen zij uit ons bewustzijn en worden eventueel vastgelegd in het langetermijngeheugen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

(1) Wat zijn de basisfuncties van het korte-termijn geheugen (2) en hoe is deze opslag gelijkgesteld met het bewustzijn? (3) In welke zin is het werkgeheugen vergelijkbaar met dat van een computer?

(1)Het ontvangen en aandacht houden bij sensorische informatie die binnenkomt en hier kort wordt opgeslagen. (2) Het is waar bewust waarnemen, voelen, vergelijken en redeneren plaatsvindt (werkgeheugen). (3)Informatie kan hier binnenkomen vanuit het lange-termijn geheugen en vanuit het sensorische geheugen. Je zou het kunnen vergelijken met een computer, waarvan directe informatie kan worden ingebracht via een toetsenbord of vanuit het ram geheugen van een computer.

Het tijdelijk vermogen van het korte-termijn geheugen is heel klein, tussen de 2-7 dingen. Er kunnen maar enkele processen tegelijkertijd zijn in het korte-termijn geheugen.

Wat is het verschil tussen de korte termijngeheugen en het lange termijngeheugen?

Korte termijngeheugen:
- Actief (aan informatie wordt gedacht)
- Korte duur (items verdwijnen als er niet aan wordt gedacht)
- Beperkte capaciteit (7 +- 2 items)

Lange termijngeheugen:
- Relatief passief (opslagplaats van informatie)
- Lange duur (items kunnen een leven lang meegaan)
- Onbeperkte capaciteit

Sensory memory ( zintuigelijk geheugen)

Het geheugenspoor dat de oorspronkelijke informatie in een sensorische stimulus bewaart gedurende een korte periode na het beëindigen van de stimulus; het wordt ervaren alsof men nog steeds de originele prikkel voelt. Er wordt aangenomen dat elk zintuigelijksysteem een eigen zintuigelijke geheugenopslagplaats heeft. Van de meest informatie in deze opslagplaatsen zijn wer niet bewust, alleen als we onze aandacht er op richten.

Wat is de controleproces aandacht?

Aandacht: bepaalt wat er vanuit het zintuiglijk geheugen doorgespeeld wordt naar het korte termijn geheugen. Omdat het korte termijn geheugen een kleine opslagcapaciteit heeft, moet de informatie beperkt worden vanaf de eerste seconde.

Working memory korte termijngeheugen

Geheugelopslag dat wordt gezien als de belangrijkste werkplaats van de geest. Dit wordt onder andere ook gezien als de plek van bewust denken en redeneren. Hier komt de informatie uit de zintuigelijke opslagplaats waar aandacht aan is besteed. Deze opslagplaats wordt ook wel het werkgeheugen genoemd. Onderzoekers gebruiken de term werkgeheugen om te refereren aan het proces van opslaan van informatie en het transformeren van informatie dat wordt vastgehouden in de korte termijn geheugenopslagplaats. Deze opslagplaats is de plek van bewuste gedachten. Informatie in deze oplsagplaats kan komen vanuit zowel het zintuigelijk geheugenopslagplaats en het langer termijngeheugenopslagplaats.

Welke twee behoeften worden tegemoetgekomen door ons aandachts-systeem? Hoe behoren de twee concepten van preattentive processing en de top-down control van de attentive gate tot deze twee behoeften?

Een van onze behoefte is het aandacht houden bij de taak waarmee wij bezig zijn en de andere is het blijven monitoren van omgevingsstimuli. Preattentive processing analyseert omgevingsstimuli en worden vergeleken met al bestaande informatie in onze lange- en korte termijngeheugen, die dan (als het nodig is) de poort openzetten om de informatie binnen te laten in het korte termijngeheugen.

Wat zijn automatische processen en wat zijn de veronderstellingen erover?

Automatische processen zijn processen die weinig of geen van de beperkte capaciteit van het kortetermijngeheugen vereist.

1) Zonder intentie vind dit proces plaats, je bent er niet van bewust.
2)Niet tussenbeide komen bij uitvoering van andere processen?!?
3)Niet te verbeteren met oefening
4)Het kan niet worden beïnvloed door intelligentie, motivatie en onderwijs.

Welk bewijs is er dat mensen effectief irrelevante geluiden wanneer zij focussen op andere perceptuele taken?

Cocktailparty fenomeen

Wat zijn inspannende processen en wat zijn de veronderstellingen hierover?

Inspannende processen zijn processen die gebruiken maken van mentale middelen om ze met succes te voltooien.

1) Je bent er bewust van
2) Het interneert met de uitvoering van andere inspannende processen?!?
3) Te verbeteren door oefening
4) Te worden beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en onderwijs.

Hoe laat sensorisch geheugen ons zien of horen, met terugwerkende kracht, waar we niet onze aandacht op gevestigd hadden? Hoe hebben experimenten de duratie van auditorische- en visuele geheugen gemeten?

Auditorisch sensorisch geheugen wordt ook wel echoic memory genoemd, en een kleine spoor van geluid een echo. Voor het visueel sensorisch geheugen wordt dit iconic memory en icoon genoemd.

Onderzoekers lieten mensen op een bepaalde stimulus hun aandacht vestigen (geluid of visueel) en speelde een ander stimulus op de achtergrond af die hier contra van stond. Mensen die werden gevraagd om hun aandacht te verschuiven kort nadat de laatste stimulus gestopt was op de achtergrond, konden nog steeds dingen terughalen.

Wat is het verschil tussen intensieve cognitieve processen en automatische cognitieve processen?

Cognitieve processen kunnen gerangschikt worden op een continuüm tussen:

Intensief (vraagt mentale resources).
• Beschikbaar voor het bewustzijn.
• Interfereren met de uitvoering van andere intensieve processen.
• Verbeteren met oefening.
• Beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opleiding.

Automatisch (vraagt geen of weinig van de beperkte capaciteit van het werkgeheugen).
• Komen zonder intentie en onbewust voor.
• Interfereren niet met de uitvoering van andere processen.
• Verbeteren niet met oefening.
• Niet beïnvloed door intelligentie, motivatie of opleiding.

Wat is pre-attente verwerking?

Alle informatie die door de zintuigen wordt opgepikt worden kort in het sensorische geheugen ingevoerd. Hier worden ze onbewust geanalyseerd of ze relevantie zijn bij belangrijke taken zoals overleven of het welzijn van een persoon. Deze analyse van de relevatie gebeurd onbewust en wordt pre-attente verwerking genoemd.

Wat zegt dual-processing theory of cognition?

Tijdens het oplossen van problemen gebruiken mensen 2 methodes:
• Snel denken is intuïtief en vraagt weinig of geen bewuste controle. Dit bevindt zich aan de automatische kant van het spectrum.
• Traag denken vraagt een bewuste aanpak en bevindt zich aan de intensieve zijde van het spectrum: beslissen welke aspecten van het probleem je aandacht wilt gaven, welke cognitieve operaties nodig zijn en het dan bewust oplossen.

Hoe weten we dat mensen informatie opslaan fonologische loop via sub-vocale repetitie.

Talen die kortere benamingen hebben voor bijvoorbeeld cijfers, kunnen dus ook meerdere cijfers onthouden. Hetzelfde geld die wat langzamer of langere benamingen hebben voor cijfers, die kunnen er dus minder onthouden.

Wat is Stroop interference effect?

Proefpersonen moeten de gedrukte kleur benoemen. Voor kolom C gebeurt dit het traagst, omdat de gekleurde letters de naam vormen van een ander kleur.

Wat is het iconisch geheugen?

Ook wel visueel sensorisch geheugen. Het korte geheugenspoor voor een specifieke visuele stimulus wordt het pictogram genoemd.

Hoe komt het dat het de overspanning van het werkgeheugen meestal twee dingen minder kan onthouden dan die van het geheugen?

Werkgeheugen blijkt te concurreren met de mentale bronnen die die nodig zijn om informatie op te slaan.

Verwerkingsmodel Atkinson & Shiffrin

Deze dient als een raamwerk om te denken en te praten over de geest. Dit model portretteert de geest als bestaande uit drie type geheugenopslagplaatsen: zintuigelijk geheugen, korte termijn geheugen (werkgeheugen) en lange termijn geheugen.
In deze geheugenopslagplaatsen wordt informatie vastgehouden en iets mee gedaan. Elke opslagplaats wordt gekenmerkt door zijn functie, zijn capaciteit en zijn duur. Het model specificeert ook een groep van contole processen, zoals aandacht, oefening, encoderen, en ophalen. Deze processen zorgen voor de verwerking van informatie binnenin de opslagplaatsen en zorgen voor de verplaatsing van informatie van een opslagplaats naar een andere.

Welke vier algemene conclusies zijn getrokken uit het executieve geheugen?

  • Alle sub-componenten van het executieve geheugen correleren met elkaar. Mensen die bijvoorbeeld goed presteren op het updaten van informatie scoren meestal ook goed op andere sub-componenten.
  • Er is een genetisch component voor executieve functies. Dit betekend niet dat het executieve geheugen kan worden vergroot door ervaring.
  • Executieve functies zijn gerelateerd en voorspellend voor belangrijke klinische en sociale uitkomsten, door bijvoorbeeld een laag remmend vermogen.
  • Over het algemeen ontwikkeld het executieve vermogen stabiel. Maar een kind dat goed presteert op executief vermogen zal later als hij/zij volwassen is ook een hoog executief vermogen hebben.

Wat is het expliciete geheugen?

Dit is het soort geheugen dat in iemands bewustzijn gebracht kan worden. Ook wel declaratieve geheugen.

Welke algemene rollen speelt de prefrontale cortex in het werkgeheugen?

De prefrontale cortex blijkt het neurale middelpunt te zijn van executieve functies, het organiseert de inspanningen van andere hersengebieden en helpt het ze zo te focussen op een taak. De prefrontale cortex ontvangt informatie van de sensorische cortex en staat in connectie het motor cortex, limbisch system en basal ganglia.

Wat is echoic memory?

Auditief zintuiglijk geheugen of echoic memory: echo verdwijnt na +/- 10 sec, proefpersonen kunnen ‘horen’ alsof de geluiden nog steeds aanwezig zijn

Het expliciete geheugen bestaat uit twee categorieën.. Welke?

Het episodische geheugen: Het expliciete geheugen van iemands eigen geschiedenis.
Het semantische geheugen:  Expliciete geheugen dat niet mentaal verbonden is aan een bepaalde ervaring in het verleden. Het omvat kennis over woordbetekenissen, feiten, ideeën over de wereld etc
Over het algemeen zijn episodische herinneringen vluchtiger en minder stabiel dan semantische herinneringen.

Er worden vele vormen van geheugen onderscheiden. Wat is de gemene deler die al deze vormen van geheugen gezamenlijk typeert?

Al deze vormen van geheugen worden gekenmerkt doordat zij een representatie inhouden van onze kennis, of ons begrip van de wereld. Zij bevatten herinneringen aan zaken die automatisch uitgevoerd kunnen worden, of in het bewustzijn van het kortetermijn- of werkgeheugen teruggebracht kunnen worden. Ze zijn dus allemaal varianten van het langetermijngeheugen.

Op wat voor manier verschillen de twee subklassen van het expliciete geheugen van elkaar?

In het episodisch geheugen (autonoëtisch) zitten herinneringen van vroeger, in het semantische geheugen (noëtisch) meestal weetjes, woorden en andere soorten kennis (waarvan je meestal niet weet wanner of hoe je die kennis hebt opgedaan).

Het impliciet geheugen heeft 3 categorieën. Welke?

Klassieke conditionering: Geconditioneerde emotionele reacties
Procedureel geheugen: Bewegingsvaardigheden, gewoontes, onbewust geleerde regels,
Priming:  Activatie, door zintuigelijke input, van informatie dat al is opgeslagen in het lange-termijn geheugen.

Wat is een episodische herinnering?

Het episodisch geheugen is een vorm van expliciet geheugen dat onze ervaringen uit het verleden omvat. Hiebij gaat het dan vooral om onze herinnering aan autobiografische gebeurtenissen die we in ons bewustzijn kunnen terugroepen en bewust kunnen omschrijven. Hierbij speelt de aandacht dus weer een belangrijke rol.

Wat zijn voorbeelden van procedurele heugen en waarom worden zulke herinneringen geclassificeerd als impliciet?

Het onder de knie krijgen van bepaalde vaardigheden zoals het rijden van een fiets, timmeren en zwemmen. De vooruitgang wordt onthouden van de ene oefening naar de andere. Het valt onder impliciet geheugen, omdat al deze dingen non-declaratief zijn en alleen kan worden gemeten binnen context.

Hoe laat het geval van H.M zien dat er een verschil is tussen werkgeheugen en lange termijn geheugen.

In een operatie die epilepsie zou moeten tegengaan werd bij H.M delen in de temporale kwab en zijn hippocampus eruit gehaald, hierdoor had hij geen lange termijngeheugen meer.
H.M kon nog makkelijk dingen herinneren waar hij op dat moment mee bezig was, maar zodra zijn aandacht ergens ander heenging was hij het kwijt.

Wat zegt Allan Badley over het werkgeheugen?

Allan Baddely: verdeelt het werkgeheugen in afzonderlijke, doch interagerende componenten:

• Phonological loop: voor het vasthouden van verbale informatie door subvocale herhaling. De ‘short term memory span’ (cfr digit span 7 +/-2) is het aantal uitspreekbare items die een persoon in gedachten kan houden.

• Visuospatiëel sketchpad: voor het vasthouden van visuele en spatiële informatie.

• Central executive: voor de coördinatie van denkactiviteiten en het overbrengen van informatie uit het korte- en lange-termijn geheugen naar het werkgeheugen.

Wat is infantiel geheugenverlies?

We kunnen ons niet onze kindertijd herinneren/

Wat is working memory span?

Het korte-termijn geheugenbereik (working memory span) is tijdens het uitvoeren van een taak +/- 2 items kleiner dan het memory span. Dit is een goede voorspeller voor de uitvoering van higherlevel cognitieve taken. Zonder actieve herhaling gaat informatie uit het werkgeheugen zeer snel verloren.

Wat zijn de conclusies van Miyake & Friedman (2012)?

• Executieve functie tonen zowel eenheid als verscheidenheid: de performances op verschillende executieve functies (updating, switching, inhibition) correleren met elkaar.

• Er is een substantiële genetische component: de erfelijkheid is hoog, maar ervaring speelt ook.

• Executieve functies zijn gerelateerd aan en een voorspeller voor klinische en maatschappelijke gedragingen: het reguleren van gedrag en emoties, mensen die goed presteren op taken van executieve functies hebben minder gedragsproblemen.

• Er is substantiële ontwikkelingsstabiliteit voor de vermogens van executieve functies: kinderen die goed presteren, zullen wellicht volwassenen worden die goed presteren.

Wat is uitwerking of uitgebreide repetitie?

Het is een item koppelen aan een informatiestructuur die al in het langetermijngeheugen bestaat.

Wat hoort bij het impliciet geheugen?

• Klassieke conditionering: de interne wijzigingen (geheugen tgv klassieke conditionering) die ervoor zorgen dat een persoon of dier reageert op geconditioneerde stimuli.

• Procedureel geheugen: geheugen voor motorische vaardigheden, gewoontes en aangeleerde (tactische) regels.

• Priming: blootstelling aan een stimulus kan door priming de reactie op een latere stimulus beïnvloeden. De activatie van informatie die reeds opgeslagen is in het het lange-termijn geheugen gebeurt door zintuiginput en wordt niet bewust waargenomen, maar beïnvloedt wel de daarop volgende bewuste perceptie en gedachten en legt dus een link tussen het impliciet en expliciet geheugen

Hoe helpt visualisatie bij het verbeteren van het onthouden verbale gepresenteerde informatie?

Door het koppelen van informatie aan al bestaande informatie, het zou kunnen helpen als een hint om het makkelijker te onthouden wanneer het visuele beeld wordt gepresenteerd

Wat gebeurt er bij schade aan de prefrontale cortex?

Onvolwassenheid of schade aan de prefrontale cortex: kinderen jonger dan 4 jaar of ouderen vertonen meestal een slechter episodisch dan semantisch geheugen.

Welke 2 soorten prospectief geheugen heb je?

Gebeurtenisgebaseerd, (event-based) Dat je je herinnert een bepaalde actie uit te voeren wanneer deze wordt aangehaald door een doelgebeurtenis. Bijv. Een bericht geven aan een vriend om af te spreken.

Tijd gebaseerd, (time-based) Herinnert je aan het uitvoeren van een beoogde actie na het verstrijken van ee bepaalde tijd of moment. Bijv. Beantwoorden van e-mails in 10 minuten.

Welk bewijs onderbouwd de theorie dat lange termijnherinneringen eerst een een zwakkere labielere staat bevinden (afhangend van de hippocampus) en dan, als niet verloren, steeds meer in een versterkte staat bevinden (afhankelijk van de hippocampus)

Retrograde amnesie,

Wat zou mogelijk de waarde zijn van een vergrote aanpasbaarheid van langer-termijnherinneringen bij het terughalen van deze herinnering?

Het geeft het brein de kans om herinneringen aan te passen, door bijvoorbeeld iets er aan toe te voegen (auto),  het te verwerpen (parkeerplek)

Hoe liet Bartlett zien dat cultuur specifieke schema's het herinneren van bijvoorbeeld een verhaal kan beïnvloeden?

Bartlett liet een groep studenten een verhaal herinneren en liet ze later hem uit geheugen vertellen. Het viel hem op dat niet relevante stukken niet werden verteld en wel relevante overdreven. Ook veranderde de student bepaalde aspecten die beter aansloten op hun opvattingen of kennis (geesten veranderde in ouders)

Wat is enkel bewijs dat herinneringen van ooggetuigen niet altijd betrouwbaar zijn? En wat kan bewijs zijn dat suggesties die gemaakt worden over of na een bepaalde gebeurtenis ervoor kan zorgen dat die herinneringen veranderen?

In de 90e jaren werden er veel DNA onderzoeken gedaan bij misdadigers en kwamen erachter dat de meesten die vals beschuldigd waren kwam door overtuigde ooggetuigen.

Studies hebben laten zien dat leidende vragen iemands herinneringen kan veranderen over wie er betrokken was bij een incident. (Smashed, broken glass- hit, no broken glass)

Wat voor bewijs laat zien dat inbeelding van een gebeurtenis valse herinneringen kan construeren?

Een onderzoeker liet een groep mensen geloven dat ze waren kwijtgeraakt in een winkelcentrum en werden geholpen door een lieve oudere vrouw, terwijl zij dit nooit hadden meegemaakt. Na meerdere sessies konden zij deze herinneringen terughalen alsof zij het echt hadden meegemaakt. Een ander onderzoek, die hetzelfde principe gebruikte, deed dit bij mensen en liet hen geloven dat ze een misdaad hadden gepleegd, bij de derde sessie geloofde 70% dat zij hierbij betrokken waren en in aanraking met politie waren gekomen.

Hoe zou het kunnen dan bron verwarring en sociale druk bijdragen aan valse herinnering constructie?

Ee  persoon die zich onder druk voelt gezet, ook al is het maar een beetje, is meer geneigd om een vaag en mogelijke herinnering te identificeren; en hoe meer de herinnering wordt herhaald, de meer lof die persoon krijgt door het te herinneren, hoe meer de persoon zelfverzekerd wordt in deze herinnering. Het omgekeerde kan ook gebeuren als iemand sterk in een herinnering geloofd, maar door zijn omgeving wordt verteld dat diegene hierin overdrijft. (ouders die hun kind vroeger mishandelde, etc.)

Wat houdt de dual-processing theories of cognition (dubbele verwerkingstheorie) in?

-Systeem 1 : Snel denken:  Automatisch, snel en onbewust. Impliciet.

-Systeem 2 : langzaam denken:  inspannend, langzaam en bewust.
Expliciet.

* Het is vaak lastig om het snelle systeem uit te schakelen (stroop effect)
*Aandacht speelt een belangrijke rol.

Mentale operaties kunnen in een continuüm geplaatst worden.
Wat zijn de uitersten?

- Effortful processes: vereisen mentale bronnen voor succesvolle voltooiing
- Automatic processes: vereisen weinig of geen capaciteit van het KG.

Wat is actieve retrieval?

Speelt een rol bij geheugenconsolidatie. Zorgt ervoor dat de herinnering versterkt, verzwakt of gewijzigd wordt. Lange termijn herinneringen zijn dus dynamisch.

Hoe vullen we gaten in ons geheugen?

-Algemene overtuigingen of schema's(verjaardag)
-Suggestieve vraagstellingen sociale druk( false eyewitness)
-inbeelding en fantasie(vb jonge kinderen)
-Verwarring van de bron( daadwerkelijk zelf ervaren of op tv gezien?)

Hoe wisselen we van aandacht?

Een belangrijke functie van het sensorisch geheugen is dat stimuli waaraan geen aandacht wordt besteed lang genoeg kan vasthouden zodat het alsnog aandacht kan krijgen als blijkt dat het gaat om belangrijke stimuli. Dat gaat door onbewuste verwerking van stimuli ( ook betekenis) dmv :

* Echoic memory: auditief zintuigelijk geheugen: echo verdwijnt na +/- 10 sec. "horen" alsof geluiden nog aanwezig zijn.
* Iconic memory: visueel sensorisch geheugen: het beeld blijft nog +/- 0,3 sec. "zichtbaar' alsof het een korte periode in het geheugen is geprint.
* Priming: activering van informatie in het LG door sensorische stimuli. Hierdoor kunnen we informatie die we bewust waarnemen beter plaatsen.

Verschuiving  van aandacht wordt gecontroleerd door   gebieden van de hersenschors die anterieur( de voorzijde betreffend) zijn aan sensorische en perceptuele gebieden.

Wat zijn de componenten van het werkgeheugen in de theorie van Alan Baddely?

Baddely verdeelt het werkgeheugen in een aantal separate, maar op elkaar inwerkende componenten:
  1. De fonologische lus (phonological loop), verantwoordelijk voor het vasthouden van verbale informatie;
  2. Het visueel ruimtelijke schetsblok (visuospatial sketchpad), verantwoordelijk voor het vasthouden van visuele en ruimtelijke informatie;
  3. De centraal uitvoerende macht (central executive), verantwoordelijk voor het coordineren van de activiteiten van het brein en voor het inbrengen van nieuwe informatie in het werkgeheugen vanuit het sensorische en lange termijn geheugen.

Werkgeheugen bestaat uit 4 aparte, op elkaar inwerkende delen (Baddeley)

  1. Phonological loop ->vasthouden van verbale info
  2. visuospatial sketchpad -> vasthouden van visuele en ruimtelijke info
  3. central executive -> coördineert activiteiten van de geest, brengt info binnen vanuit zintuigelijk en langetermijngeheugen
  4. episodic buffer -> (niet beschreven in boek, toegevoegd door baddeley in 2000) "Het fungeert als een bufferopslag, niet alleen tussen de componenten van het werkgeheugen, maar koppelt ook het werkgeheugen aan perceptie en langetermijngeheugen".

Uitvoerende hersenfuncties bestaan uit 3 gerelateerde onderdelen

  1. Working memory/ updating- updaten, monitoren en snel toevoegen of verwijderen van de inhoud van werkgeheugen. Kan worden beoordeeld dmv dubbele taken of testen mbt werkgeheugen bereik
  2. switching/cognitieve flexibiliteit- snel schakelen tussen verschillende taken of manieren van denken. Kan worden beoordeeld met de wisconsin card sorting test
  3. inhibition -het verminderen van een reactie of het buiten de geest houden van ongewilde info. Kan worden beoordeeld met de strooptaak

Hoe luidt de verdeling van het werkgeheugen volgens Allan Baddeley?

Hij verdeelt het werkgeheugen in afzonderlijke , doch interagerende componenten:

a) Phonological loop: voor het vasthouden van verbale informatie door subvocale herhaling. De 'short term memory span' (cfr digit span 7+/-2) is het aantal uitspreekbare items die een persoon in gedachten kan houden.
b) Visuospatial sketchpad: voor het vasthouden van visuele en spatiele informatie.
c) Central executive: voor de coördinatie van denkgeheugen en het overbrengen van informatie uit het korte-en lange termijngeheugen naar het werkgeheugen.

Wat is de phonological loop?

Het verbale geheugenbereik van KG.  Het onderhoudt verbale informatie door subverbale repetitie en geeft de mogelijkheid tot verbale gedachten. Bestaat uit:

*Working memory span: Het aantal uit te spreken items dat een persoon in gedachten kan houden tijdens het uitvoeren van wat werk (bv. Rekenen). Is 2 items kleiner dan het memory span.
*Short-term memory span/ memory span: het aantal uit te spreken items( zoals cijfers, woorden of onzin lettergrepen) dat een persoon in gedachten kan houden en nauwkeurig kan rapporteren na een korte tussen periode

- Het w.m.s .is een goede voorspeller voor de uitvoering van higher level cognitieve taken.
-Zonder actieve herhaling gaat informatie uit het werkgeheugen zeer snel verloren.
-Het werkgeheugen is beperk t(daarom is multitasking ook zo lastig)

Op welke manier kunnen de executieve functies getest worden?

  • Wisconsin Card Sorting Test (WCST): een test waarbij subjecten kaarten moeten sorteren op basis van een bepaald kenmerk, maar niet weten welk kenmerk. Op basis van de bekrachtiging van de onderzoeker moet het subject achterhalen welk kenmerk het juiste is, waarbij de onderzoeker ook regelmatig wisselt van kenmerk;
  • Remming kan getoetst worden door simpele taken. Bij het Stroop experiment wordt beter gepresteerd door subjecten die het lezen van de woorden kunnen remmen;
  • Het werkgeheugen kan getest worden door de eerder besproken testen om te achterhalen hoeveel items iemand kan onthouden.

Welke algemene rollen speelt de prefrontale cortex bij het werkgeheugen?

Bij het werkgeheugen is het voorste gedeelte van de prefrontale cortex betrokken. Bij neuroimaging studies is een verhoogde activiteit zichtbaar als een persoon opzettelijk verbale of visuele informatie probeert te onthouden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo