Memory, Attention, and Consciousness
59 belangrijke vragen over Memory, Attention, and Consciousness
Wat is de definitie van bewustzijn?
Wat is de definitie van het geheugen gegeven door Baars en Franklin in 2003
vb Je krijgt een foto te zien en er wordt gezegd dat er een "bleubird" op staat. Jij ziet de bleubird. Na een poosje wordt er gevraagd wat er op de foto stond, antwoord zal Bleubird zijn. Dus je ziet bewust een foto met een bleubird, slaat dit op en haalt het later uit je geheugen weer terug. Bewustzijn en geheugen zijn synoniem aan elkaar.
Hoeveel brokjes informatie kunnen er tegelijkertijd in ons bewustzijn aanwezig zijn?
Ook hier speelt aandacht een grote rol, omdat deze brokjes informatie alleen maar in ons bewustzijn actief kunnen blijven, zolang zij in het kortetermijn- of werkgeheugen herhaald en bewerkt worden. Zodra zij verdrongen worden door andere informatie verdwijnen zij uit ons bewustzijn en worden eventueel vastgelegd in het langetermijngeheugen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
(1) Wat zijn de basisfuncties van het korte-termijn geheugen (2) en hoe is deze opslag gelijkgesteld met het bewustzijn? (3) In welke zin is het werkgeheugen vergelijkbaar met dat van een computer?
Het tijdelijk vermogen van het korte-termijn geheugen is heel klein, tussen de 2-7 dingen. Er kunnen maar enkele processen tegelijkertijd zijn in het korte-termijn geheugen.
Wat is het verschil tussen de korte termijngeheugen en het lange termijngeheugen?
- Actief (aan informatie wordt gedacht)
- Korte duur (items verdwijnen als er niet aan wordt gedacht)
- Beperkte capaciteit (7 +- 2 items)
Lange termijngeheugen:
- Relatief passief (opslagplaats van informatie)
- Lange duur (items kunnen een leven lang meegaan)
- Onbeperkte capaciteit
Sensory memory ( zintuigelijk geheugen)
Wat is de controleproces aandacht?
Working memory korte termijngeheugen
Welke twee behoeften worden tegemoetgekomen door ons aandachts-systeem? Hoe behoren de twee concepten van preattentive processing en de top-down control van de attentive gate tot deze twee behoeften?
Wat zijn automatische processen en wat zijn de veronderstellingen erover?
1) Zonder intentie vind dit proces plaats, je bent er niet van bewust.
2)Niet tussenbeide komen bij uitvoering van andere processen?!?
3)Niet te verbeteren met oefening
4)Het kan niet worden beïnvloed door intelligentie, motivatie en onderwijs.
Welk bewijs is er dat mensen effectief irrelevante geluiden wanneer zij focussen op andere perceptuele taken?
Wat zijn inspannende processen en wat zijn de veronderstellingen hierover?
1) Je bent er bewust van
2) Het interneert met de uitvoering van andere inspannende processen?!?
3) Te verbeteren door oefening
4) Te worden beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en onderwijs.
Hoe laat sensorisch geheugen ons zien of horen, met terugwerkende kracht, waar we niet onze aandacht op gevestigd hadden? Hoe hebben experimenten de duratie van auditorische- en visuele geheugen gemeten?
Onderzoekers lieten mensen op een bepaalde stimulus hun aandacht vestigen (geluid of visueel) en speelde een ander stimulus op de achtergrond af die hier contra van stond. Mensen die werden gevraagd om hun aandacht te verschuiven kort nadat de laatste stimulus gestopt was op de achtergrond, konden nog steeds dingen terughalen.
Wat is het verschil tussen intensieve cognitieve processen en automatische cognitieve processen?
Intensief (vraagt mentale resources).
• Beschikbaar voor het bewustzijn.
• Interfereren met de uitvoering van andere intensieve processen.
• Verbeteren met oefening.
• Beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opleiding.
Automatisch (vraagt geen of weinig van de beperkte capaciteit van het werkgeheugen).
• Komen zonder intentie en onbewust voor.
• Interfereren niet met de uitvoering van andere processen.
• Verbeteren niet met oefening.
• Niet beïnvloed door intelligentie, motivatie of opleiding.
Wat is pre-attente verwerking?
Wat zegt dual-processing theory of cognition?
• Snel denken is intuïtief en vraagt weinig of geen bewuste controle. Dit bevindt zich aan de automatische kant van het spectrum.
• Traag denken vraagt een bewuste aanpak en bevindt zich aan de intensieve zijde van het spectrum: beslissen welke aspecten van het probleem je aandacht wilt gaven, welke cognitieve operaties nodig zijn en het dan bewust oplossen.
Hoe weten we dat mensen informatie opslaan fonologische loop via sub-vocale repetitie.
Wat is Stroop interference effect?
Wat is het iconisch geheugen?
Hoe komt het dat het de overspanning van het werkgeheugen meestal twee dingen minder kan onthouden dan die van het geheugen?
Verwerkingsmodel Atkinson & Shiffrin
In deze geheugenopslagplaatsen wordt informatie vastgehouden en iets mee gedaan. Elke opslagplaats wordt gekenmerkt door zijn functie, zijn capaciteit en zijn duur. Het model specificeert ook een groep van contole processen, zoals aandacht, oefening, encoderen, en ophalen. Deze processen zorgen voor de verwerking van informatie binnenin de opslagplaatsen en zorgen voor de verplaatsing van informatie van een opslagplaats naar een andere.
Welke vier algemene conclusies zijn getrokken uit het executieve geheugen?
- Alle sub-componenten van het executieve geheugen correleren met elkaar. Mensen die bijvoorbeeld goed presteren op het updaten van informatie scoren meestal ook goed op andere sub-componenten.
- Er is een genetisch component voor executieve functies. Dit betekend niet dat het executieve geheugen kan worden vergroot door ervaring.
- Executieve functies zijn gerelateerd en voorspellend voor belangrijke klinische en sociale uitkomsten, door bijvoorbeeld een laag remmend vermogen.
- Over het algemeen ontwikkeld het executieve vermogen stabiel. Maar een kind dat goed presteert op executief vermogen zal later als hij/zij volwassen is ook een hoog executief vermogen hebben.
Wat is het expliciete geheugen?
Welke algemene rollen speelt de prefrontale cortex in het werkgeheugen?
Wat is echoic memory?
Het expliciete geheugen bestaat uit twee categorieën.. Welke?
Het semantische geheugen: Expliciete geheugen dat niet mentaal verbonden is aan een bepaalde ervaring in het verleden. Het omvat kennis over woordbetekenissen, feiten, ideeën over de wereld etc
Over het algemeen zijn episodische herinneringen vluchtiger en minder stabiel dan semantische herinneringen.
Er worden vele vormen van geheugen onderscheiden. Wat is de gemene deler die al deze vormen van geheugen gezamenlijk typeert?
Op wat voor manier verschillen de twee subklassen van het expliciete geheugen van elkaar?
Het impliciet geheugen heeft 3 categorieën. Welke?
Procedureel geheugen: Bewegingsvaardigheden, gewoontes, onbewust geleerde regels,
Priming: Activatie, door zintuigelijke input, van informatie dat al is opgeslagen in het lange-termijn geheugen.
Wat is een episodische herinnering?
Wat zijn voorbeelden van procedurele heugen en waarom worden zulke herinneringen geclassificeerd als impliciet?
Hoe laat het geval van H.M zien dat er een verschil is tussen werkgeheugen en lange termijn geheugen.
H.M kon nog makkelijk dingen herinneren waar hij op dat moment mee bezig was, maar zodra zijn aandacht ergens ander heenging was hij het kwijt.
Wat zegt Allan Badley over het werkgeheugen?
• Phonological loop: voor het vasthouden van verbale informatie door subvocale herhaling. De ‘short term memory span’ (cfr digit span 7 +/-2) is het aantal uitspreekbare items die een persoon in gedachten kan houden.
• Visuospatiëel sketchpad: voor het vasthouden van visuele en spatiële informatie.
• Central executive: voor de coördinatie van denkactiviteiten en het overbrengen van informatie uit het korte- en lange-termijn geheugen naar het werkgeheugen.
Wat is infantiel geheugenverlies?
Wat is working memory span?
Wat zijn de conclusies van Miyake & Friedman (2012)?
• Er is een substantiële genetische component: de erfelijkheid is hoog, maar ervaring speelt ook.
• Executieve functies zijn gerelateerd aan en een voorspeller voor klinische en maatschappelijke gedragingen: het reguleren van gedrag en emoties, mensen die goed presteren op taken van executieve functies hebben minder gedragsproblemen.
• Er is substantiële ontwikkelingsstabiliteit voor de vermogens van executieve functies: kinderen die goed presteren, zullen wellicht volwassenen worden die goed presteren.
Wat is uitwerking of uitgebreide repetitie?
Wat hoort bij het impliciet geheugen?
• Procedureel geheugen: geheugen voor motorische vaardigheden, gewoontes en aangeleerde (tactische) regels.
• Priming: blootstelling aan een stimulus kan door priming de reactie op een latere stimulus beïnvloeden. De activatie van informatie die reeds opgeslagen is in het het lange-termijn geheugen gebeurt door zintuiginput en wordt niet bewust waargenomen, maar beïnvloedt wel de daarop volgende bewuste perceptie en gedachten en legt dus een link tussen het impliciet en expliciet geheugen
Hoe helpt visualisatie bij het verbeteren van het onthouden verbale gepresenteerde informatie?
Wat gebeurt er bij schade aan de prefrontale cortex?
Welke 2 soorten prospectief geheugen heb je?
Tijd gebaseerd, (time-based) Herinnert je aan het uitvoeren van een beoogde actie na het verstrijken van ee bepaalde tijd of moment. Bijv. Beantwoorden van e-mails in 10 minuten.
Welk bewijs onderbouwd de theorie dat lange termijnherinneringen eerst een een zwakkere labielere staat bevinden (afhangend van de hippocampus) en dan, als niet verloren, steeds meer in een versterkte staat bevinden (afhankelijk van de hippocampus)
Wat zou mogelijk de waarde zijn van een vergrote aanpasbaarheid van langer-termijnherinneringen bij het terughalen van deze herinnering?
Hoe liet Bartlett zien dat cultuur specifieke schema's het herinneren van bijvoorbeeld een verhaal kan beïnvloeden?
Wat is enkel bewijs dat herinneringen van ooggetuigen niet altijd betrouwbaar zijn? En wat kan bewijs zijn dat suggesties die gemaakt worden over of na een bepaalde gebeurtenis ervoor kan zorgen dat die herinneringen veranderen?
Studies hebben laten zien dat leidende vragen iemands herinneringen kan veranderen over wie er betrokken was bij een incident. (Smashed, broken glass- hit, no broken glass)
Wat voor bewijs laat zien dat inbeelding van een gebeurtenis valse herinneringen kan construeren?
Hoe zou het kunnen dan bron verwarring en sociale druk bijdragen aan valse herinnering constructie?
Wat houdt de dual-processing theories of cognition (dubbele verwerkingstheorie) in?
-Systeem 2 : langzaam denken: inspannend, langzaam en bewust.
Expliciet.
* Het is vaak lastig om het snelle systeem uit te schakelen (stroop effect)
*Aandacht speelt een belangrijke rol.
Mentale operaties kunnen in een continuüm geplaatst worden.
Wat zijn de uitersten?
- Automatic processes: vereisen weinig of geen capaciteit van het KG.
Wat is actieve retrieval?
Hoe vullen we gaten in ons geheugen?
-Suggestieve vraagstellingen sociale druk( false eyewitness)
-inbeelding en fantasie(vb jonge kinderen)
-Verwarring van de bron( daadwerkelijk zelf ervaren of op tv gezien?)
Hoe wisselen we van aandacht?
* Echoic memory: auditief zintuigelijk geheugen: echo verdwijnt na +/- 10 sec. "horen" alsof geluiden nog aanwezig zijn.
* Iconic memory: visueel sensorisch geheugen: het beeld blijft nog +/- 0,3 sec. "zichtbaar' alsof het een korte periode in het geheugen is geprint.
* Priming: activering van informatie in het LG door sensorische stimuli. Hierdoor kunnen we informatie die we bewust waarnemen beter plaatsen.
Verschuiving van aandacht wordt gecontroleerd door gebieden van de hersenschors die anterieur( de voorzijde betreffend) zijn aan sensorische en perceptuele gebieden.
Wat zijn de componenten van het werkgeheugen in de theorie van Alan Baddely?
- De fonologische lus (phonological loop), verantwoordelijk voor het vasthouden van verbale informatie;
- Het visueel ruimtelijke schetsblok (visuospatial sketchpad), verantwoordelijk voor het vasthouden van visuele en ruimtelijke informatie;
- De centraal uitvoerende macht (central executive), verantwoordelijk voor het coordineren van de activiteiten van het brein en voor het inbrengen van nieuwe informatie in het werkgeheugen vanuit het sensorische en lange termijn geheugen.
Werkgeheugen bestaat uit 4 aparte, op elkaar inwerkende delen (Baddeley)
- Phonological loop ->vasthouden van verbale info
- visuospatial sketchpad -> vasthouden van visuele en ruimtelijke info
- central executive -> coördineert activiteiten van de geest, brengt info binnen vanuit zintuigelijk en langetermijngeheugen
- episodic buffer -> (niet beschreven in boek, toegevoegd door baddeley in 2000) "Het fungeert als een bufferopslag, niet alleen tussen de componenten van het werkgeheugen, maar koppelt ook het werkgeheugen aan perceptie en langetermijngeheugen".
Uitvoerende hersenfuncties bestaan uit 3 gerelateerde onderdelen
- Working memory/ updating- updaten, monitoren en snel toevoegen of verwijderen van de inhoud van werkgeheugen. Kan worden beoordeeld dmv dubbele taken of testen mbt werkgeheugen bereik
- switching/cognitieve flexibiliteit- snel schakelen tussen verschillende taken of manieren van denken. Kan worden beoordeeld met de wisconsin card sorting test
- inhibition -het verminderen van een reactie of het buiten de geest houden van ongewilde info. Kan worden beoordeeld met de strooptaak
Hoe luidt de verdeling van het werkgeheugen volgens Allan Baddeley?
a) Phonological loop: voor het vasthouden van verbale informatie door subvocale herhaling. De 'short term memory span' (cfr digit span 7+/-2) is het aantal uitspreekbare items die een persoon in gedachten kan houden.
b) Visuospatial sketchpad: voor het vasthouden van visuele en spatiele informatie.
c) Central executive: voor de coördinatie van denkgeheugen en het overbrengen van informatie uit het korte-en lange termijngeheugen naar het werkgeheugen.
Wat is de phonological loop?
*Working memory span: Het aantal uit te spreken items dat een persoon in gedachten kan houden tijdens het uitvoeren van wat werk (bv. Rekenen). Is 2 items kleiner dan het memory span.
*Short-term memory span/ memory span: het aantal uit te spreken items( zoals cijfers, woorden of onzin lettergrepen) dat een persoon in gedachten kan houden en nauwkeurig kan rapporteren na een korte tussen periode
- Het w.m.s .is een goede voorspeller voor de uitvoering van higher level cognitieve taken.
-Zonder actieve herhaling gaat informatie uit het werkgeheugen zeer snel verloren.
-Het werkgeheugen is beperk t(daarom is multitasking ook zo lastig)
Op welke manier kunnen de executieve functies getest worden?
- Wisconsin Card Sorting Test (WCST): een test waarbij subjecten kaarten moeten sorteren op basis van een bepaald kenmerk, maar niet weten welk kenmerk. Op basis van de bekrachtiging van de onderzoeker moet het subject achterhalen welk kenmerk het juiste is, waarbij de onderzoeker ook regelmatig wisselt van kenmerk;
- Remming kan getoetst worden door simpele taken. Bij het Stroop experiment wordt beter gepresteerd door subjecten die het lezen van de woorden kunnen remmen;
- Het werkgeheugen kan getest worden door de eerder besproken testen om te achterhalen hoeveel items iemand kan onthouden.
Welke algemene rollen speelt de prefrontale cortex bij het werkgeheugen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Memory, Attention, and Consciousness
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - Overzicht: een informatieverwerkingsmodel van de geest
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - Let op: het portaal naar bewustzijn
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - Uitvoerende functies
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - Geheugen als vertegenwoordiging van kennis
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - Geheugen als het proces van herinneren
-
Geheugen aandacht en bewustzijn - het ophalen van informatie uit het langetermijngeheugen