Methods of Psychology - Statistical Methods in Psychology - Descriptive Statistics

Question

Wat zijn de 3 bekendste manieren om data samen te vatten?

Answer 1

Het gemiddelde
De mediaan
De standaarddeviatie

Answer 2

Het gemiddelde wordt berekend door scores bij elkaar op te tellen en de som te delen door het aantal scores. De mediaan is de centrale score, de middelste score in een reeks van hoog naar laag, het 50ste percentiel.

Answer 3

1. Gemiddelde (mean), het aritmetische gemiddelde bepaald door het optellen van de score en deze te delen door het aantal scores.

2. De mediaan, de centrale score die wordt vastgesteld door het waarderen van de scores en diegene vast te stellen die het exacte midden is.

3. De spreidingsmaat (variability), de mate waarin de onderzoeksresultaten van elkaar verschillen en van het gemiddelde.

Wanneer de scores in een dataset erg van elkaar verschillen, dan wordt dit een standaarddeviatie genoemd.

Answer 4

Van -1 tot 1, hoe dichter bij -1 of bij 1 hoe sterker het verband, die rechte lijn enzo.

Answer 5

Variabiliteit is de mate waarin de getallen in een data set van elkaar en van hun gemiddelde verschillen. Een veelgebruikte methode om deze te meten is de standaarddeviatie of standaard afwijking.

Answer 6

Frequentieverdeling houdt in dat je een gerangschikte set data verdeelt in gelijke intervals, met het aantal scores dat in die interval voorkomt. Op deze manier is het makkelijker om een patroon te zien in data.

Answer 7

Wanneer een hoeveelheid wordt bepaald door verschillende onafhankelijke factoren, dan zal de frequentieverdeling lijken op de normale curve, een symmetrische klokvormige curve waarbij de hoogste frequentie in het midden ligt.

Answer 8

De modus is de meest frequent voorkomende score of scorebereik in een frequentieverdeling. Bij een normale curve is er één piek in frequentie, een unimodale verdeling. Bij een bimodale verdeling zijn er twee pieken in de frequentie.

Answer 9

Bij een rechts- of linksscheve verdeling ligt de modus niet in het midden, maar meer richting één van de uitersten boven- of onderin het scorebereik. Bij een normale verdeling zijn het gemiddelde, de mediaan en de modus ongeveer gelijk, bij een rechtsscheve verdeling is het gemiddelde meestal hoger dan de mediaan en bij een linksscheve verdeling is het gemiddelde lager dan de mediaan.

Answer 10

Bepaal het gemiddelde van de set scores.
Bepaal het verschil tussen iedere score en het gemiddelde, dit verschil is de deviatie.
Bereken het kwadraat van iedere deviatie (vermenigvuldig met zichzelf).
Bereken het gemiddelde van de gekwadrateerde deviaties (door ze op te tellen en te delen door het totale aantal scores).

Resultaat: De variantie - het gemiddelde van de gekwadrateerde deviaties.

De standaard deviatie is de meest gebruikte manier om variabiliteit te meten. De SD bereken je door de wortel te nemen van de variantie.

Answer 11

De percentielscore van een bepaalde score is simpelweg het percentage scores dat gelijk of lager is aan die score, uit de hele set scores die beschikbaar zijn voor een bepaald gegeven. Dit kan bijvoorbeeld duidelijkheid geven wanneer je twee totaal verschillende dingen met elkaar wil vergelijken.

Answer 12

De Z-score is een gestandardiseerde score, wat een manier is om verschillende soorten scores met elkaar te vergelijken.

Bepaal van een score de deviatie van het gemiddelde (trek het gemiddelde van de score af).
Deel de deviatie door de standaard deviatie van de verdeling.

Een positieve Z-score betekent dat de originele score zich boven het gemiddelde bevindt en een negatieve Z-score betekent dat het onder het gemiddelde ligt.

Answer 13

In een positieve correlatie (+) valt een toename in een variabele samen met de tendens dat de andere variabele ook toeneemt. In een negatieve correlatie (-) valt een toename in de ene variabele samen met een afname in de andere variabele. De absolute waarde van de correlatiecoëfficiënt (-1.00 tot +1.00) bepaalt de sterkte van de correlatie, waarbij een correlatie dichtbij 0 betekent dat de twee variabelen statistiek ongerelateerd zijn en een uitkomst dichtbij -1.00 of +1.00 een sterke correlatie aantoont.
Een manier om de correlatie zichtbaar te maken is d.m.v. een strooidiagram.

Answer 14

De correlatiecoëfficiënt van twee verschillende sets data bereken je door voor de scores van beide sets de Z-scores te berekenen en deze met elkaar te vermenigvuldigen (zie het voorbeeld van de GPA scores en IQ van studenten) om zo de Z-score cross-products (kruisproduct) te verkrijgen. Het gemiddelde hiervan, r, is de product-moment correlatiecoëfficiënt (het meest gangbare type correlatiecoëfficiënt).

Methods of Psychology - Statistical Methods in Psychology - Descriptive Statistics

14 belangrijke vragen over Methods of Psychology - Statistical Methods in Psychology - Descriptive Statistics

Wat zijn de 3 bekendste manieren om data samen te vatten?

Wat is het verschil tussen mean (gemiddelde) en median (mediaan/doorsnee)?

Binnen de descriptieve statistiek beschrijven wij de uitkomsten in 3 termen. Welke termen zijn dit?

Hoe loopt het correlation coefficient?

Wat houdt de term variabiliteit in en hoe wordt deze gemeten?

SA - Wat betekent de term frequency distribution (frequentieverdeling)?

SA - Wat is een normale verdeling/normale curve?

SA - Wat is een modus en waarin verschillen een unimodale- en bimodale verdeling?

SA - Wat betekent een rechtsscheve- (positively skewed) of linksscheve verdeling (negatively skewed distribution)?

SA - Hoe bereken je de variantie (variance) en standaarddeviatie (standard deviation, SD) van een set scores?

SA - Wat is de percentielscore (percentile rank) en waarvoor kan deze gebruikt worden?

SA - Wat is de Z-score en hoe bereken je deze?

Hoe beschrijft een correlatiecoëfficiënt de richting en sterkte van een correlatie?

SA - Hoe bereken je de correlatiecoëfficiënt?

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Methods of Psychology - Statistical Methods in Psychology - Descriptive Statistics