Personality - Personality as Behavioral Dispositions or Traits

24 belangrijke vragen over Personality - Personality as Behavioral Dispositions or Traits

Wat is het doel van persoonlijkheidstrektheorieen?

Nadruk ligt op het beschrijven van persoonlijkheid, veel trektheoretici zien genen en erfelijkheid als belangrijke determinanten van persoonlijkheid.

15.1.1 Waarom wordt tegenwoordig het vijf-factor model van persoonlijkheid van Fiske gebruikt ipv Cattells theorie?

Veel onderzoekers vinden de 16-factoren theorie te complex. Veel van Cattells eigenschappen zijn sterk met elkaar gerelateerd. Fiske heranalyseerde Catell's data en dat resulteerde in de vijf-factoren oplossing.

Wat zijn de Big Five

1. Neuroticisme (versus emotionele stabiliteit)

2. Extroversie (versus introversie)

3. Openheid (versus geslotenheid)


4. Vriendelijkheid (versus vijandigheid)


5. Consciëntieusheid (versus slordigheid)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het doel van een goede trait theorie van persoonlijkheid?

Het specificeren van een werkbare set van verschillende persoonlijkheid dementie's welke gebruikt kan worden als opsomming van de fundamentele psychologische verschillen tussen individuen.

15.1.1 Wat is het vijf-factor model van persoonlijkheid?

Vijf-factor model van persoonlijkheid =
Big five theory=
Iemands persoonlijkheid kan het best beschreven worden in termen van zijn score op ieder van deze vijf relatief onafhankelijke algemene eigenschapsdimensies:
  1. neuroticisme
  2. extraversie
  3. open staan voor ervaringen
  4. vriendelijkheid
  5. nauwkeurigheid

Iedere eigenschapsdimensie omvat zes facetten. De verschillende facetten binnen een eigenschapdimensie correleren met elkaar, maar de correlatie is verre van perfect.

Waar bestaat de Big Five Theory uit?

  • Neuroticisme <> Stabiliteit (bezorgd - kalm) (N)
  • Extraversie <> Introversie (gezellig - gereserveerd) (E)
  • Openheid <> Geen openheid voor ervaringen (brede interesse - beperkte interesse) (O)
  • Antagonistisch <> Inschikkelijk (onbeschoft - hoffelijk) (A)
  • Conscientieus <> Ongericht (nauwkeurig - slordig) (C)

15.1.2 Hoe valide zijn persoonlijkheidstesten?

Een persoonlijkheidstest is valide in die mate dat de scores op iedere eigenschap correlatie vertoont met aspecten van het gedrag van die persoon in de echte wereld. (gedrag dat relevant is voor die eigenschap)

Verschillen in persoonlijkheid komen het sterkst naar voren als mensen in een nieuwe, dubbelzinnige, stressvolle situatie komen en in overgangssituaties. Omdat de aanwijzingen welke acties verwacht worden afwezig of zwak zijn.

Waarom heeft het 5 factor model (the big 5 theorie) van persoonlijkheid voor veel psychologen de voorkeur boven het 16 source traits Personality Factors (PF) van Cattel?

Er wordt geargumenteerd dat de 16 traits van Cattel overlap hebben, D.W. Fiske argumenteert dat ze met elkaar correleren en men vindt het model vaak te complex. Dit model heeft wel de grondslag gelegd voor het 5 factor model ookwel Big 5 theorie van persoonlijkheid.

15.1.3 Verandert persoonlijkheid gedurende de levensloop of blijft het stabiel?

  • De persoonlijkheid van volwassenen is relatief stabiel en wordt stabieler hoe ouder men wordt.
  • Een stijgende leeftijd gaat vergezeld van verhoogd nauwkeurigheid en vriendelijkheid en met verlaagde neuroticisme en verlaagde openheid voor ervaringen.
  • Als reactie op een grote gebeurtenis kan iemands persoonlijkheid in bepaalde mate veranderen in iedere richting op iedere leeftijd.

15.1.4 Hoe erfelijk zijn persoonlijkheidseigenschappen?
En in hoeverre heeft nurture effect op de ontwikkeling van deze eigenschappen?
Hoe hebben onderzoekers dat onderzocht?

Uit onderzoeken waarbij eeneiige en twee-eiige tweelingen werden vergeleken blijkt dat de erfelijkheid voor persoonlijkheid ongeveer .50 is. Vrij hoog dus.

De persoonlijkheid van biologische verwanten die zijn opgegroeid in dezelfde familie zijn over het algemeen net zo verschillend van elkaar als van twee verwanten die apart van elkaar zijn opgegroeid.

Opgroeien in dezelfde familie heeft een bijna verwaarloosbaar effectop persoonlijkheid.
De aspecten van de familieomgeving die bijdragen aan persoonlijkheid zijn voor ieder individu anders: twee kinderen die opgroeien in dezelfde familie kunnen die omgeving totaal verschillend ervaren.

Wat zijn de 2 eigenschappen van een persoonlijkheidstest?

  • Betrouwbaarheid: test-herstest betrouwbaarheid: r tussen 0.5 en 0.7, nog beter na 30e levensjaar.
  • Validiteit: criterium validiteit, correlatie met daadwerkelijk gedrag en correlaties vooral in onzekere situaties.

15.1.1 Wat is factor analysis?
Noem de 3 stappen.

Factor analysis =
Een statistische techniek die trait theorists gebruiken.
Een methode voor het analyseren van patronen of correlaties om wiskundig gedefinieerde onderliggende factoren te onttrekken die helpen om deze patronen te begrijpen.

  1. verzamelen van data van grote groepen mensen
  2. factor extraction: items die sterk met elkaar gerelateerd of geclusterd zijn identificeren (wiskundig)
  3. de onderzoeker verzint een label voor de factoren (subjectief)

15.1.4 Hoe zou de variatie van enkele genen de persoonlijkheid kunnen beïnvloeden?

Er zijn correlaties gevonden tussen specifieke persoonlijkheidseigenschappen en specifieke genen die neurotransmissie wijzigen.

Voorbeeld:

Neuroticisme: een gen dat de activiteit van serotonine in de hersenen beïnvloed komt in twee allelen - een short (s) form en een long (l) form. Mensen die homozygoot zijn voor de l form zijn over het algemeen lager in neuroticisme. Serotonine speelt een rol in hersenprocessen die betrokken zijn bij emotionele opwinding.

Variatie in persoonlijkheid komt ongetwijfeld voort uit de gecombineerde effecten van vele genen die interactieren met invloeden uit de omgeving.

15.1 Wat is een eigenschap en hoe verschilt dat van een staat?

Eigenschap =
Relatief stabiele aanleg om jezelf op een bepaalde manier te gedragen.
Eigenschappen kun je in meer of mindere mate bezitten. Het is geen kwestie van alles of niets.

Staat =
Een staat van motivatie of emotie wordt, net als een eigenschap gedefinieerd als een innerlijke entiteit die afgeleid kan worden uit geobserveerd gedrag.

Verschillen:
Eigenschappen zijn blijvend en staten zijn tijdelijk.
In feite kan een eigenschap gedefinieerd worden als een blijvende eigenschap die de waarschijnlijkheid dat iemand tijdelijk een bepaalde staat betreed beschrijft.

Waarom zouden persoonlijkheid traits het duidelijkst zijn tijdens ongewone situatie's en levenswijzigingen?

Wanneer je mensen ziet in hun vertrouwde omgeving zal men zich eerder aan de aangeleerde sociale normen houden, de invloed van de situatie kan dan de  individuele persoonlijkheidsstijl onderdrukken.

Traits zijn het best waar te nemen in stressvolle, nieuwe, ongebruikelijke situatie's of tijdens veranderingen in het leven waarbij aanwijzingen voor gepast gedrag ontbreken of zwak zijn.

15.1.1 Wat is het doel van een trait theory?

Doel van een trait theory of personality =
Om een handbare set verschillende persoonlijkheidsdimensies te specificeren die gebruikt kan worden om de fundamentele psychologische verschillen tussen individuen te beschrijven.

15.1.1 Hoe worden de Big-five gemeten?

De meest gebruikte vragenlijst is de NEO Personality Inventory versie 3 (NEO-PI-3).
De bruikbaarheid van de vragenlijst is afhankelijk van de eerlijkheid en het zelfinzicht van de persoon die de lijst invult.

In hoeverre zijn persoonlijkheid traits zoals de big 5 erfelijk? Hoe is dit aangetoond?

Onderzoek met eeneiige tweelingen welke wel en niet door dezelfde ouders opgevoed komen beiden voor 50% overeen qua persoonlijkheid (erfelijkheid is .50)

In hoeverre komt persoonlijkheid voort uit de familie omgeving?

Hier ging men vroeger wel vanuit, een studie vanuit Minnesota toont echter aan dat de familie omgeving weinig overeenkomt met persoonlijkheid. Dit zou goed voort kunnen komen omdat 2 kinderen uit eenzelfde gezin de situatie thuis anders beleven en hierdoor dus ook ander gedrag vertonen.

Op welke wijzen kunnen we het begrip persoonlijkheid beschrijven?

Persoonlijkheid: persoonlijke stijl van interactie met de wereld en dan vooral met andere mensen.

Judith Harris omschrijft persoonlijkheid als de ontwikkeling tijdens kindertijd van chronische patronen van gedrag dat verschilt van persoon tot persoon.

Een basis aanname is dat het concept persoonlijkheid is dat mensen van elkaar verschillen in hun stijl van gedrag op een manier die redelijk consistent is in tijd en plaats.

Wat is het doel van 'trait theories'?

Het doel van deze theorieën is om een bepaalde set opvallende dimensies te specificeren,  dat gebruikt kan worden om fundamentele psychologische veranderingen tussen mensen samen te vatten.

Waarom wordt het 5-factoren model van persoonlijkheid tegenwoordig over het algemeen verkozen boven de theorie van Cattell (blz. 576)?

Veel persoonlijkheidsonderzoekers vinden de 16-factor theorie van Cattell veel te complex. D.W. Fiske rapporteerde dat veel van Cattell's persoonlijkheidstrekken met elkaar correleerden en zijn nieuwe analyse van de data resulteerde in een 5-factor oplossing. Volgens het vijf-factoren model, of de Big Five theorie, wordt iemands persoonlijkheid het meest effectief beschreven met zijn of haar score op vijf relatief onafhankelijke globale dimensies van persoonlijkheidstrekken: neuroticisme, extraversie, opstaan voor ervaringen, aangenaamheid en nauwgezetheid (onthouden met OCEAN: Openness to experience, Conscientiousness, Extraversion, Agreeableness, Neuroticism). Iedere dimensie heeft ook 6 ondergeschikte dimensies die facetten van die trek genoemd worden.

Welk bewijs is er dat persoonlijkheid relatief stabiel is gedurende de volwassenheid? Op welke manieren verandert persoonlijkheid met de leeftijd?

Correlatie coëfficiënten van belangrijke trekken op herhaalde metingen gedurende de volwassenheid lopen over het algemeen uiteen van 0,5 tot 0,7, zelfs met intervals van 30 of 40 jaar tussen de eerste en tweede testen. Dit kan niet komen door bias in hoe personen het invullen, want deze consistentie wordt ook gevonden wanneer andere personen die de persoonlijkheden van de deelnemers waarderen in de tweede test niet dezelfde zijn als in de eerste. Zulke studies indiceren ook dat persoonlijkheid toenemend stabiel wordt met toenemende leeftijd tot ongeveer 50 jaar, waarna deze relatief stabiel blijft.

Op welke manieren verandert de persoonlijkheid met de leeftijd?

Sommige veranderingen in persoonlijkheid met de leeftijd zijn relatief consistent in verschillende samples en bestaan uit wat algemeen beschouwd wordt als toegenomen rijpheid. Neuroticisme en openheid voor nieuwe ervaringen lijken wat af te nemen en nauwgezetheid en genoeglijkheid lijken wat toe te nemen.

Ander onderzoek indiceert dat de persoonlijkheid van een individu op iedere leeftijd en in iedere richting kan veranderen als reactie op een grote levensverandering.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo