Meaningful Learning and Schema Theory - Betekenisvol leren in vergelijking met Schema's

6 belangrijke vragen over Meaningful Learning and Schema Theory - Betekenisvol leren in vergelijking met Schema's

Wat zijn verschillen tussen schema's (in de oudste vorm) en betekenisvol leren?

  • schemata zijn gebaseerd op waarnemingen en verankerde ideeën (Ausubel) zijn gebaseerd op cognitie
  • schema's gaan meer over het onthouden, betekenisvol leren gaat meer over het opslaan van kennis
  • bij herinneren is de kennis niet meer volledig zoals het in eerste instantie aangeboden is. Bij schema's is het wel hetzelfde gebleven.

Welke rol spelen schema's bij het begrijpen van teksten, aansturen van ons handelen en het oplossen van problemen?

Begrijpen van teksten: zin voor zin worden schema's opgeroepen en beoordeeld op relevantie voor het verhaal en of ze de feiten ondersteunen. Topdown en bottomup processing - gaat op en neer. Woord in tekst is stimulus - activeert een schema (bottomup) - beoordelen en evt aanpassen.
Aansturen van ons handelen: schema's kunnen menselijk handelen aansturen in situaties waarin moet interpreteren wat er gaande is en welke reactie daar gewenst is (restaurant script)
Oplossen van problemen: schema's worden ook aangepast en aangevuld tijdens het oplossen van problemen

Wat is een definitie van schema's ( Rummelhart)?

Een schema is een data-structuur waarin algemene concepten worden opgeslagen in het geheugen.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke kenmerken van schemata kunnen worden afgeleid uit de analogieën van Rummelhart

  1. Toneelstuk: een schema bevat gegevens over de verschillende aspecten van de omgeving, zoals een toneelstuk karakters, setting, acties bevat
  2. Theorieën: zorgen ervoor dat wij gebeurtenissen om ons heen kunnen begrijpen/interpreteren en voorspellingen over toekomstige gebeurtenissen kunnen doen.
  3. Actief als een computerprogramma:, evalueren continu de binnenkomende informatie op kwaliteit. waar het bij past en of er sub-procedures zijn.
  4. Als een ontleedprogramma's, een parser: delen informatie op en organiseren het zodat het in de juiste schema structuren past.

Welke 3 processen zorgen voor het aanmaken van nieuwe schema's en/of het aanpassen van schema's?

  1. Accretion = aanwas. Dit ontstaat bijvoorbeeld doordat men een concreet feit onthoudt na het lezen van een tekst of na een bepaalde gebeurtenis.
  2. Tuning = afstemmen. Dit gebeurt als schema's evolueren en meer samenhangend worden met ervaringen.
  3. Restructuring = het creëren van geheel nieuwe schema's die oude schema's inlijven of geheel vervangen.

Aan de hand van welke drie processen worden schema's opgedaan en aangepast? En wat houden die in?

Accretion (vermeerdering)
Leren van feitelijke informatie - die wordt toegevoegd aan je basiskennis. Er verandert niets substantieels aan de bestaande schemata wat betreft structuur en concept.
Tuning (afstemming)
Hier vindt wel enige wijziging plaats van schemata. Nieuwe informatie zorgt ervoor dat schemata kunnen worden aangepast (verfijnd)
Restructuring (herstructureren/opnieuw indelen)
Hier gaat het om grotere aanpassing of nieuwe schemata. Bestaande kennis wordt geherstructureerd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo