Religion in childhood

15 belangrijke vragen over Religion in childhood

Wat is het epignetisch- of aanpassingsprincipe?

Dit houd in dat ontwikkeling gebeurt door:
  • Assimilatie: de omgeving wordt veranderd of aangepast (Sinterklaas heeft een nep baard dus is het een hulp-sinterklaas) en de structuur blijft onaangepast.
  • Aanpassing: jij veranderd zelf of past je aan (Sinterklaas is nep, omdat hij een cultureel verschijnsel is). Jij veranderd de structuur waarin je leeft, je kader.

Wat staat er centraal in de sensorimotor stage?

In deze eerste stadium staat 'object duurzaamheid' (object permanence) centraal. Dit houd in dat het idee dat iets blijft bestaan ook al kun je het niet meer direct waarnemen begint te ontwikkelen.

Wat staat er centraal in de pre-operational stage?

In dit tweede stadium staat de ontwikkeling van taal en cijfers centraal. Dit houd in dat het kind zich leert uit te drukken linguïstisch en cijfers leert te gebruiken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat staat er centraal in de concrete operational stage?

In dit derde stadium ontwikkelt zich het idee van conservering en de logica. Dit houd in dat kinderen gaan inzien dat zolang het object niet veranderd het hetzelfde in volume, massa etc. blijft ook al ziet het er anders uit (water-test). Ze kunnen logische redeneringen maken en worden wiskundig ook beter.

Wat staat er centraal in de formal operational stage?

In dit laatste stadium staat abstract en hypothetisch denken centraal.

Welke opeenvolgende componenten van intelligentie zijn volgens David Elkind belangrijk voor religie?

  1. Behoud
  2. Zoektocht naar representatie
  3. Zoektocht naar relaties
  4. Zoektocht naar begrip

Hoe hangt religieuze ontwikkeling samen met Piaget's theorie in vergelijking met David Elkind?

  • In de pre-operationele fase kun je zeggen dat de demonatie vast staat en er wordt niet getwijfeld hierover (behoud).
  • In de concrete operationele fase is er sprake van een vastberadenheid over de waarheid van het eigen geloof (zoektocht naar representatie en relaties).
  • In de formele operationele fase wordt het mogelijk om te veranderen van religie. Hier kan er kritisch worden gereflecteerd op de eigen religie en andere religies (zoektocht naar begrip).

Wat wordt er geconcludeerd over de cognitieve ontwikkeling in relatie tot religiositeit?

Paiget's model kan handig zijn bij het begrijpen van religiositeit onder kinderen, maar religiositeit is niet afhankelijk van cognitieve ontwikkeling.

Fase 1: Preconventionele moraliteit

Gebaseerd op eigen belang, goed/slecht wordt aan de hand van fysieke consequenties bepaald.

Wat zegt de cognitieve emotie theorie?

Als er een mismatch plaatsvind tussen belangen en gebeurtenissen (die je meestal niet kunt beïnvloeden) leidt dit tot negatieve emoties.
Als er wel een match is leidt dit positieve emoties.
De omvangen van de emotie hangt af van de (mis-)match en de gevolgen en belangen daar omheen.

Hoe ziet de ontwikkeling van geloof (als in de religie van het ultieme belang) eruit volgens James Fowler? (7)

  1. Primair geloof (0-3 jaar): emotioneel vertrouwen.
  2. Intuïtieve/projectieve geloof (3-6 jaar): relateren van religie aan moraliteit.
  3. Letterlijk geloof (7-12 jaar): Letterlijke ideeën.
  4. Synthetische/conventionele geloof (12 jaar en ouder): meer persoonlijke relatie, weinig verandering en kritiek.
  5. Individuele/reflectieve geloof (18 jaar en ouder): kritiek en reflectie.
  6. Conjunctieve geloof: multi-perspectief.
  7. Universaliserende geloof: de ontwikkeling is compleet, je leeft volgens de ideeën die je hebt.

Hoe ziet de ontwikkeling van religieuze oordelen eruit volgens Oser?

  1. God intervenieert onverwachts.
  2. Straf en beloning komt van God.
  3. Onderscheid tussen transcendentie en immanentie.
  4. Autonomie is gelimiteerd door het ultieme zijn.
  5. Universele en onvoorwaardelijke religie.

Fase 2: Conventionale moraliteit

Gebaseerd op (sociale) goedkeuring/afkeuring. Gedreven door goedkeuring van de omgeving.

Fase 3: Post-conventionele moraliteit

Gebaseerd op moraliteit. Regels en overeenkomsten zijn gemaakt volgens een procedure, daarom zijn ze goed.

Waarom zijn de pre-conventionele, conventionele en post-convanetionele stadia van moraliteit dan wel "hard" of "zacht" stadia?

Harde stadia laten een duidelijke opeenvolging zien van hiërarchie, met een duidelijke toename van probleem-oplossend vermogen (het vermogen ontwikkelt om problemen aan te pakken). Het voorgaande stadium wordt ingeecorperrerd in de nieuwe en ontwikkeld zich duidelijk Zachte stadia laten expliciet affectie en/of reflectie zien en volgen geen duidelijke logische ontwikkeling. De stadia van moraliteit zoals omschreven door Kohlberg zijn daarom harde stadia.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo