Pediatrisch delier

12 belangrijke vragen over Pediatrisch delier

Noem ten minste drie veel voorkomende secundaire neuropsychiatrische stoornissen

  • Ziektegedrag
  • Koorts
  • Epilepsie
  • Katatonie
  • Delier
  • Refractoire agitatie (agitatie die doorgaat ondanks continue diagnostiek en behandeling)
  • Coma

Wat zijn de mogelijke kenmerken van ziektegedrag?

  • Aandachtsverstoringen
  • Vermoeidheid
  • Emotionele labiliteit
  • Prikkelbaarheid
  • Interesseverlies
  • Malaise
  • Anorexie

Hoeveel procent van de patiënten ontwikkelt een delier in:
  • Algemeen ziekenhuis
  • ICU
  • Oncologische afdeling (ouderen)

  • Algemeen ziekenhuis: 10-30%
  • ICU: 50%
  • Oncologische afdeling/ouderen: 80%
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de belangrijkste voorspeller van nabije dood bij ouderen en oncologiepatiënten?

Delier

Alle PICU patiënten zijn al predelirant. Hoe is dat te verklaren?

Alle PICU patiënten hebben zowel een pathofysiologisch probleem als een verstoorde aandacht/bewustzijn

Hoeveel risicofactoren heeft elke ICU patiënt ten minste?

13

Er zijn 5 presentaties van delier die vaak omschakelen tijdens dag en nacht. Welke zijn dat?

  • Hyperactief
  • Hypoactief
  • Subklinisch
  • Gemengd
  • Predominant neuropsychiatrisch (hogere corticale disfuncties, autonome disregulatie)

Waarom is het van belang dat delier niet over het hoofd gezien wordt in kritisch zieke kinderen?

  • PD is mogelijk acuut breinfalen, dus kan leiden tot problemen hele lichaam
  • Hyperactief PD kan leiden tot practische complicaties, e.g. extubatie
  • 33% van PICU kinderen die PD ontwikkelden ontwikkeld PTSD binnen 3 maanden na ontslag

Noem ten minste drie criteria van de cornell assesment of pediatric delirium (CAP-D)

  • Oogcontact met zorgverlener
  • Doelgerichte bewegingen
  • Bewustzijn van omgeving
  • Communicatie omtrent behoeften
  • Rusteloosheid
  • Ontroostbaarheid
  • Onderactiviteit
  • Schaarse/vertraagde respons

Katatonie is een gedragssyndroom met onvermogen om normaal te spreken/bewegen. Het kan zich kenmerken door immobiliteit, rigiditeit, posturing, staren, mutisme, stupor, negativisme, echolalie en echopraxie.

Welke subtypes katatonie zijn er?

  • Geïnhibeerd
  • Geëxciteerd
  • Maligne

Hoe behandel je katatonie?

  • Benzo's hooggedoseerd
  • ECT


Echter: cave verwarring met hyperactief delier of anti-NMDA-receptor encefalitis

Refractoire agitatie is een secundaire neuropsychiatrische stoornis. Wat is de DD van agitatie, wanneer diagnosticeer je refractoire agitatie en hoe behandel je refractoire agitatie?

DD:
  • Hyperactief delier
  • Paradoxale arousal door benzo's
  • E causa ignota


Behandel bovenstaande met haldol (adequate doseringen over beloop van 24 uur)

Indien door blijft gaan, stel diagnose refractoire agitatie.  Behandel dan met bijvoorbeeld:
  • Benzo's. Echter, pas op, benzo's kunnen delirogeen zijn.
  • Methotrimeprazine (antipsychoticum): weinig bijwerkingen, mogelijk zeer nuttig

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo