Samenvatting: Psychopathalogie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van psychopathalogie

• 1 psychopathalogie

  Dit is een preview. Er zijn 58 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Casus over een man die iets ingrijpends heeft meegemaakt of trauma (dissociatieve amnesie)

  Dissociatieve amnesie is een vorm van ernstig geheugenverlies over persoonlijke informatie. Als het niet verklaard kan worden door een organische aandoening (bijv hersenbloeding), dan is er sprake van een dissociatieve amnesie. Dit treed meestal plotseling op na een ingrijpende gebeurtenis zoals het verlies van een partner. De patient kan het voorval niet meer herinneren, maar functioneerd wel verder goed

• Twee factorentheorie met als voorbeeld autofobie en uitleggen met cognitieve therapie

  Twee factorentheorie: verklaring op grond van een combinatie van de twee leerprocessen
  
  Hierbij gaat het om de combinatie van klassieke en operante conditioneren als OORZAAK voor de stoornis. Er is geen sprake van klassieke conditionering bij het ONTSTAAN van de stoornis.
  
  Cognitieve therapie: cognitieve theorie zegt dat de mens denken kan. Dus dat de patient vroeger heeft geleerd om een verkeerd verband te leggen

• Waarom was tot 1980 diagnose psychiatrische stoornis lastig/niet mogelijk? En wat was het voordeel van DSM?

  Er waren diverse beschrijvingen van stoornissen waardoor dit zorgde voor begripsverwarring. Er was duidelijk behoefte aan een diagnostisch systeem die antwoord kon geven op de 2 basisprincipes:
  1. De ordening van psychiatrische stoornissen moeten losstaan van de mogelijke oorzakelijke verklaringen
  2. De indeling moet steunen op heldere en ondubbelzinnige criteria, die bruikbaar zijn in de diagnostische praktijk en het wetenschappelijke onderzoek

• Meneer is 63jaar en de laatste tijd vergeetachtig. Hij belt Alzheimer-lijn. Met een paar vragen of hij een grote kans heeft op Alzheimer en of dat komt omdat hij eenzaam is. Geef antwoord namens de hulplijn

  Aangeven dat 2.5% van de bevolking boven de 65 jaar kans hebben op Alzheimer en 5% op alle vormen van dementie
  
  Dementie is een versnelde verouderingsproces. Aangeven dat dit niet komt door eenzaamheid, maar dat het gaat om een psycho-organische reden

• Cognitief model en angst (pleinvrees/hartaanval)

  Uitlokker: Naar buiten gaan
  
  Veronderstelde dreiging: bang voor een hartaanval
  Angst: angst voor hartaanval
  Lichamelijke verschijnsel: hyperventilatie
  Catastrofale interpretatie: Als ik naar buiten ga, kan ik een hartaanval krijgen
  Terug bij veronderstelde dreiging

• Uit de artikelen: welke 2 dingen moeten nog aan gewerkt worden om Marokkaanse jongeren te helpen. Noem 2 verbeter-voorstellen.

  Vroege dropout: comobiditeit en verslaving
  Late dropout: coherentiegevoel en zelfeffectiviteit
  
  1.Meer voorlichting en psycho-educatie over GGZ
  2.Toepassen casemanagement
  
  Verbeter-voorstellen:
  1. Meer outreachend werken, actievere benadering
  2. Voorlichting kunnen geven in eigen taal over behandelplan en diagnostiek

• Uit de artikelen: Er zijn al een hoop dingen gedaan om de hulpverlening te verbeteren. Wat gaat nu goed en wat nog niet?

  Er is al een verbeterde toegankelijkheid van de GGZ voor verschillende groepen allochtonen. Ook ontvangen steeds meer allochtonen ambulante zorg als ze last hebben van psychische aandoeningen.
  
  Toegankelijkheid kan nog wel beter. Symptomen worden niet altijd door de huisarts herkend

• Hoe vult de cognitieve theorie de leertheorie als het gaat om autofobie?

  Autofobie is de angst alleen gelaten te worden.
  
  De cognitieve theorie verklaart dat het gaat om onlogische denkpatronen: lichamelijke signalen worden gezien als catastrofale signalen. De leertheorie verklaart dat de angst voor die gevaren toeneemt opnieuw aanwezig zijn en dus ook de lichamelijke verschijnselen. 
  
  Een vicieuze cirkel

• Jos (10) is een stoorzender in de klas. Verklaar dit vanuit de systeemtheorie en de leertheorie.

  Systeemtheorie:
  
  Vanuit de systeemtheorie kan het gedrag van Jos, te maken hebben met de wisselwerking tussen Jos en zijn docent/klasgenoten.
  
  
  Leertheorie:
  -Operant conditioneren: Jos krijgt aandacht ivm zijn gedrag
  -Klassiek conditioneren: Jos kan de klas associeren met drukte

• Rogers zegt "Het zit in je innerlijke zelf". Wat bedoeld hij daarmee?

  Het beeld dat we van onszelf hebben moet overeenkomen met hoe wij ons van binnen voelen.
  
  
  Wanneer je niet in een omgeving leeft waar je geaccepteerd wordt om wie je bent, dan raakt het geleidelijk vervreemd van zichzelf en ontstaat er een kloof tussen het zelf en het innerlijke ervaren.
  
  Voelen zich daardoor ontevreden, waardoor eer stoornissen kunnen ontstaan.