Schizofrenie spectrum stoornissen

36 belangrijke vragen over Schizofrenie spectrum stoornissen

Wat is het verschil tussen paranoia en sociale angst?

  • Paranoia: externe bedreiging, ongegrond, irrationeel
  • Sociale angst: interne dreiging, op bewijs gebaseerd, bevat realiteitselement

Wat is het verschil tussen PTSS en psychose?

  • Thema in psychose gelinkt aan levenservaringen, niet altijd letterlijk
  • PTSS: traumatische herinnering met contextuele elementen

Op welke manieren kan een traumatische herinnering opgeslagen worden?

  • Sensorisch (info of context)
  • Bij PTSS: context vaak onthouden, sensorische minder
  • Bij psychose: context vaak ook niet meer bekend
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wordt een psychose altijd geassocieerd met schizofrenie?

  • Nee, kan voorkomen bij diverse stoornissen
  • Continuümhypothese: overgang van normaal naar psychotisch
  • Nadruk op preoccupatie en lijdensdruk

Hoeveel procent van de volwassenen heeft psychotische symptomen waar zij onder lijden?

- 4% van de volwassenen ervaart lijdensdruk onder psychotische symptomen.

Wat is het percentage van de volwassenenbevolking dat daadwerkelijk een psychotische stoornis heeft?

- 2-3% van de volwassenen heeft echt een psychotische stoornis.

Hoeveel procent van de volwassenen heeft schizofrenie?

- Ongeveer 0,6-0,7% van de volwassenen heeft daadwerkelijk schizofrenie.

Wat is de prevalentie van stemmen horen wereldwijd en in Nederland?

  • Wereldwijd: 5.2%
  • Nederland: 10.1%

Welk percentage stemmenhoorders ervaart een stem als iemand anders die tegen hen praat?

100%

Welke stoornis heeft het hoogste percentage stemmenhoorders?

Dissociatieve stoornis: 88%

Welke stoornis heeft het laagste percentage stemmenhoorders?

Depressie: 23%

Hoeveel procent van de mensen ervaart een erge dreiging volgens de piramide?

4%

Welke groep mensen ervaart sociale evaluatieve bezorgdheden volgens de piramide?

100% van de mensen, met bijvoorbeeld angst voor afwijzing en gevaarlijke wereld.

Wat gebeurt er met de dopamineafgifte bij mensen die gevoelig zijn voor een psychose?

  • Dopamine neemt toe op willekeurige momenten
  • Markeert wat belangrijk is ('salience'), vaak onterecht verhoogd bij psychose

Welke perceptuele afwijkingen kunnen voorkomen bij psychose?

  • Intrusies van geluiden of beelden
  • Afwijkende visuele percepties zoals flitsen of schimmen

Welke cognitieve tendensen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van wanen bij psychose?

  • Beperkte theory of mind of mimische affectherkenning
  • Neiging tot het zien van oorzakelijkheid (covariatietendens)
  • Neiging tot bevestiging (confirmatie tendens)
  • Onjuiste data-verzameling (JTC)
  • Problemen in bronmonitoring
  • Reflectie over eigen denkprocessen (metacognitieve tendens)

Hoe wordt dopamine-activiteit verbeeld in het model van psychose-ontwikkeling?

  • Activatie van dopamine bij signalen van belang, bijvoorbeeld een toeterende auto
  • Lagere drempel voor dopamineafgifte, waardoor willekeurige dingen als belangrijk worden gemarkeerd

Hoe interageert vermijdingsgedrag met de consolidatiefase in het model van psychose?

  • Versterkt waanideeën door selectieve aandacht en geheugen
  • Leidt tot gedragsaanpassingen die de psychose verder versterken

Wat is bronmonitorings bias?

- Gedachten van persoon herinnerd als die van ander; eigen gedachten toeschrijven aan ander

Wat is covariatie bias?

- Causaliteit zien in toevalligheden

Welke verschillen in de hersencortex zijn gevonden bij mensen met schizofrenie volgens het onderzoek?

  • Mensen met schizofrenie hebben dunnere cortexen.
  • Meeste verschillen zijn in de frontale en temporale kwabben.

Wat toont de tabel met betrekking tot MRI-scans van patiënten en controles met neurologische afwijkingen?

  • Tabel toont percentages van diverse pathologie subgroepen.
  • Patiëntengroep (N = 656), controle groep (N = 722).
  • Vergelijkbare percentages van afwijkingen bij patiënten en controles.

Wat is het grootste gevonden effect van Complement Component C4-genen op de kans op schizofrenie?

  • 1,37 grotere kans
  • 27% meer kans op schizofrenie

Wat is het relatieve risico op psychose voor mensen die een of meer traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt?

- 2,78 keer meer kans

Wat is de relatie tussen 'Childhood adversity' en de kans op psychose?

  • Vier keer grotere kans
  • Dose-effect

Hoe wordt het genetische risico voor schizofrenie beschreven in menselijke populaties?

  • Risico is wijdverspreid
  • Iedereen draagt een zekere mate van risico

Wat wordt genoemd als een beschermende factor tegen schizofrenie bij migranten?

- Community leven met dezelfde cultuur

Hoe wordt een verhoogde kans op psychose geassocieerd met migratie volgens een meta-analyse van studies?

- 170 tot 350% meer kans

Hoe kan THC het risico op psychotische ervaringen vergroten?

  • Psychotische ervaringen
  • Negatief affect
  • Meer kans om erin te blijven hangen

Welke gevolgen kunnen optreden bij regelmatig cannabisgebruik in relatie tot gehoorproblemen?

  • Sociale exclusie
  • Niet mee kunnen doen aan gesprekken
  • Grotere kans in de stad opgroeien dan op het platteland

Welke ontwikkelingsstoornissen verhogen het risico in verband met cannabisgebruik?

  • ADHD
  • Autisme, maar in mindere mate dan ADHD

Hoe kan vroeg beginnen met cannabisgebruik de kans op psychotische ervaringen beïnvloeden?

  • Vergroot de kans
  • Meer kans om erin te blijven hangen
  • 3,9 keer grotere kans = 290% meer kans

Wat is een mogelijke verklaring voor een grotere kans op ontwikkelingsstoornissen bij opgroeien in de stad in vergelijking met op het platteland?

  • Altijd 'aan' staan in de stad
  • Veel prikkels krijgen in de stad
  • Brein kan niet tot rust komen

Wat laat de donkerblauwe balk 'Oplopend specifiek effect' in de grafiek zien?

  • Toont de stijgende specifieke effecten op psychose per risicofactor.
  • C4 gen heeft een effect van 21%.
  • Trauma kan het risico met 178% verhogen.
  • Migratie toont een toename van 170%.
  • Cannabisgebruik kent een effect van 290%.
  • Gehoorproblemen verhogen het risico met 279%.

Welke risicofactoren kunnen leiden tot psychische stoornissen?

  • Prenatale ondervoeding/infecties
  • Minderheidsgroepen
  • Opgroeien in stedelijk gebied
  • Trauma
  • Life-events
  • Gebruik van cannabis

Welke groepen worden als risicogroepen beschouwd voor psychische stoornissen?

  • Cluster A persoonlijkheid: schizotypische PS, paranoïde PS, schizoïde PS
  • Milde positieve symptomen: oftewel psychotic like events (PLE’s), af en toe
psychotische klachten, zonder veel lijdensdruk
- BLIPS (Brief Limited Intermittent Psychosis): kortdurende psychose van minder
dan een week, hierna is het zomaar weg (zonder behandeling/medicatie). De kans
op een echte psychose wordt dan wel groter

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo