Samenvatting: Psychopathologie Toets
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Psychopathologie toets
-
1 Psychopathologie toets
Dit is een preview. Er zijn 73 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Afwijkend of abnormaal? Invloed cultuur en maatschappij
Middeleeuwen : Invloed kerk
17e eeuw: Invloed geneeskunde
19e eeuw: zenuwziekten, als onderdeel geneeskunde
20e eeuw: invloed van freud
-> Jaren 60: doorbraak medicatie en antipsychiatrie (= een psychische stoornis = een vals label)
2015: Psychiatrie: vakgebied met biologisch, psychotherapeutisch en sociale richting -
Hoe kun je stigma bestrijden?
- Tegengaan van zelfstigma ( zelf niet meer vooroordelen)
- Persoonlijke empowerment
- Omgaan met het dilemma -
Wat heeft psychopathologie met SPH te maken?
- Het is een raakvlak met bijna alle terreinen van de SPH'er
- Je moet weten hoe je moet omgaan, hoe je begeleid en behandeld bij mensen met een psychische stoornis
- Je moet weten hoe je moet handelen bij het herkennen van symptomen
- Je moet de officiële termen kennen en deze om kunnen zetten naar jip en janneke taal -
Welke werkterreinen heb je binnen de GGZ?
- Intramurale of klinische zorg : opname, 24 uurszorg, psychiatrische inrichting
- Extramurale of ambulante zorg: Vrijgevestigde hulpverlener, polikliniek, je bent niet opgenomen
- Semimurale zorg: Beschermende woonvorm, deeltijdbehandeling psychiatrische kliniek -
leg de rehabilitatie en herstelgerichte benadering uit
Dit is een methode die gericht is op het ondersteunen van cliënten met een langdurige aandoening en beperking
Stappenplan:
1. De persoon staat centraal
2. De cliënt is persoonlijk en actief betrokken bij het plannen en uitvoeren van de zorg
3. de cliënt mag en kan zelf een richting kiezen
4. Hoop en groeipotentie staan centraal in de aanpak -
Noem de symptomen van de specifieke fobie volgens DSM-IV-TR-Classificatie:
- Er is duidelijke vrees die overdreven of onredelijk is wat komt door de aanwezigheid van een specifiek voorwerp of situatie. Blootstelling aan fobische prikkels veroorzaakt bijna zonder uitzondering een onmiddellijke angstreactie op, wat vorm krijgt van een paniekaanval.
- De betrokkene is zich ervan bewust dat de angst onredelijk of overdreven is en de situatie wordt vermeden of doorstaan met intense angst of lijden
- De fobie veroorzaakt klinisch belangrijk lijden of beperkingen van het functioneren
- dieren, bloed, injectie -
Noem de symptomen van Agorafobie volgens de DSM-IV-TR-Classificatie
- Duidelijke angst voor openbaar vervoer, openbare ruimte, gesloten ruimtes, in de rij of menigte staan of alleen buitenshuis zijn
- Angst vanwege gedachte dat ontsnappen moeilijk zal zijn er geen hulp is als er panieksymptomen komen
- De situaties worden vermeden of verdragen met intense angst
- De angst is buiten de proporties, duurt minstens zes maanden en veroorzaakt leidensdruk -
Noem de symptomen van de sociale angststoornis volgens de DSM-IV-TR-Classificatie:
- Angst of vrees voor situaties waarin betrokkene worden blootgesteld aan mogelijke kritische beoordeling van anderen
- Betrokkene vrees een negatieve beoordeling van anderen door zijn gedrag
- De situatie roept bijna altijd angst op, wordt vermeden, gedurende meer dan zes maanden en angst veroorzaakt significant lijden.
- podiumangst, bloosangst -
Noem de symptomen van de gegeneraliseerde angststoornis volgende de DSM-IV-TR-Classificatie:
- Er is sprake van buitensporige angst of bezorgdheid, vaker wel dan niet aanwezig, die niet in verhouding staat tot de kans op de gevolgen van de gevreesde gebeurtenissen
- De bezorgdheid is overheersend en kan moeilijk in de hand worden gehouden
- De bezorgdheid gaat samen met symptomen van motorische spanning (benen, spierspanning), verhoogde autonome prikkelbaarheid (droge mond, hartkloppingen) of rusteloosheid (schrikreacties).
- De angst, bezorgdheid of lichamelijke symptomen veroorzaken klinisch belangrijk lijden of beperkingen van het functioneren.
- De aandoening duurt tenminste zes maanden -
Noem de verklaringsmodellen voor fobische stoornissen:
Erfelijke factoren (biologische)
Karakter (eigenschappen)
Psychologische factoren (opvoeding)
Levensgebeurtenissen (trauma's)
Neurobiologische factoren (cognitief)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden