Omgaan met ziekte en herstel - Het consult en daarna - De periode na het consult
8 belangrijke vragen over Omgaan met ziekte en herstel - Het consult en daarna - De periode na het consult
1. Medische besluitvorming niet alleen beïnvloed door verwachtingen zorgverlener over patiënt, door collega's v zorgverlener of tijdsdruk. Waardoor nog meer?
- Onderzoek Afro-Amerikaanse patiënten met TIA wijst uit dat ook na correctie op demo-factoren, financiële belemmeringen en aanwezigheid andere ernstige ziektes > MINDER kans op DIAonderzoek door specialist dan witte patiënten. EN: ze kregen minder vaak een specialist toegewezen.
- Sekseverschillen > vrouwen vaker dan mannen pijnstillers v verpleegkundigen op spoedeisende hulp. Mannen vaker in revalidatieprogr dan vrouwen.
2. Med besluitvorming onder invloed van veel factoren genomen, op welke manier proberen artsen te diagnosticeren, volgens Elstein en Schwarz (2002)?
- Hypothese toetsen > gouden standaard
- Patroonherkenning > patronen v symptomen vergelijken met ziekteprototypen.
- Herzien v mening of heuristiek of bias > DIA door vuistregels.
Bijv:
framing-effect v geograf locatie
bias agv anker-effect vd 1ste DIA
beschikbaarh-heuristiek
blz 199
Computerprogramma's als een online DIA herinneringssysteem kan helpend zijn in besluitvorming DIA.
5. Hoe kun je er voor zorgen dat je de kans vergroot dat patiënt de voorgeschreven medicatie gaat gebruiken?
2. Inzicht maximaliseren door begrijpelijke taal, patiënt bereidt vragen voor (bijv dmv aandachtpuntenlijst).
3. Onthouden maximaliseren
> geschreven info, audio-opnames, vragenlijsten, navragen patiënt, vereenvoudigen taalgebruik, persoonlijke actieplannen.
> belangrijkste info vroeg of laat in stroom v info (primacy- en recency effect).
4. Door reminders, makkelijk te volgen schema, zelf bijhouden van inname, beloning, gezinstherapie, juiste info over medicatie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
6. Als het gaat over het volgen ve beh door de interventie gedragsverandering. Welke gedragingen zijn het moeilijkst te veranderen?
- Roken > succesvol stoppen is niet hoger bij groep die agv ziekte moeten stoppen dan de gezonde populatie. Wel zijn ih begin de stoppercentages hoger.
- Hoeveelheid lichbeweging.
- Voedingspatroon.
7. Wat zijn conclusies v onderzoeken over therapietrouw?
- Behandeling open been > lage adherence door pijn, gebrek aan duidelijkheid over oefeningen, ongemak.
- Vetarm dieet > lage adh door lage motivatie, moeite om anders te eten dan rest vh gezin.
- Lichbeweging > lage adh door gebrek aan tijd, slecht weer, bijkomende ziekten.
- Hartpatiënten + Diabetes II > lage adh door lage motivatie.
- Factoren als soc steun, familie OOK belangrijk.
- COPD > ziekteperceptie speelt rol bij adh.
8. Welke factoren vallen onder zelfregulatiemodel v Leventhal en dragen bij aan therapietrouw?
- intentie om te bewegen
- ervaren controle over het bewegen
- geloof in voordelen lichbeweging
- ervaren belemmeringen om te bewegen
- plannen v actie.
9. Wat is het GEZ-Actie-Proces Model?
10. Welke 4 componenten moeten centraal staan in gedragsveranderingsprogramma's volgens de ERIC-database en zijn onder te verdelen in zelfregulatie en motivationele strategieën?
- Zelfcontrolestrategieën > meer trouw als gedragsverandering door eigen moeite bereikt wordt, door verhogen zelfmanagement (monitoring, stellen v doelen).
- Terugvalpreventie
- Motivationele strategieën > stapsgewijs vooruitgang boeken door soc steun, ondersteunende benadering met duidelijkheid, zelfbeloning.
- Gewoonte maken v verandering > ook beloning is anders, dus niet iets eten als je op dieet bent.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden