Revalidatiepsychologie - Pijneducatie, wat en waarom?

15 belangrijke vragen over Revalidatiepsychologie - Pijneducatie, wat en waarom?

Wat wordt er bedoeld met mentale representatie?

Als er ziektesymptomen ontstaan, zal iedereen daar een specifieke gedachte en emotie bij hebben. De gedachte en emotie samen noemen we de mentale representatie

Welke vorm van informatie is belangrijker voor de mentale presentatie? Concrete informatie of abstracte informatie

Concrete informatie. Je psyche reageert sneller op wat je lichamelijk voelt. Bij abstracte informatie kan een HA je een diagnose geven wat je zelf niet zo voelt en daarom dus de informatie makkelijker kan negeren.

Wat houdt het common sense model (zelfregulatie model) van Leventhal in?

Dit model kent een aantal domeinen waarin ziektepercepties ingedeeld kunnen worden. Deze domeinen zijn bruikbaar binnen de anamnese en de educatie, en kunnen als kapstok dienen om de vragen in de anamnese te structureren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij het domein 'oorzaak' van het common sense model zijn er vier attributiegroepen te onderscheiden. Welke 4 zijn dat?

1. Psychologische oorzaak: stress, overwerkt zijn, depressie etc.

2. Risicofactor: aanleg voor bepaalde ziekte, eigen gedag, slechte gezondheidszorg etc.

3. Afweerproblemen: een bacterie, virus etc.

4. Pech of een ongeluk.

Noem twee vormen van coping stijlen en leg uit wat beide betekenen.

1. Probleemgerichte coping: Gericht oplossen van het probleem of actie ondernemen, zodat de bron van de stress verandert.

2. Emotionele coping: Gericht op het verminderen van of omgaan met de emotionele ongemakken van de situatie.

Welke drie minder functioneel emotiegerichte coping van gedrag zijn er?

1. Het focussen op en uiten van emoties

2. Gedragsvrijmaking (toegeven dat je er niet mee om kan gaan en dit ook niet meer gaat proberen)

3. Mentale vrijmaking (fantaseren over andere dingen).

Door de ziektepercepties en emoties te inventariseren, kan een indeling volgens het stages of change-model gemaakt worden. De motivatie van iemand bepaalt op welke manier educatie aangeboden moet worden. Er zijn 5 fasen van de stages of chance model. Welke zijn dit?

1. Voorbeschouwingsfase / precontemplatie: PT overweegt niet om zijn gedrag te veranderen.

2. Overwegingsfase / contemplation: PT overweegt de voor- en nadelen van zijn huidige gedrag en eventueel ander nieuw gedrag

3. Voorbereidingsfase / preparation: PT neemt zich voor om binnen een maand wat aan zijn gedrag te doen

4. Actiefase / action: PT start met het nieuwe gedrag

5. Gedragsbehoud / maintenance: PT heeft het gedrag (al zes maanden) volgehouden.

Wat is de plaats van pijneducatie in de behandeling?

Eerst de Probleeminventarisatie (kennismaking, anamnese, motivatie en lichamelijk onderzoek). Dan de educatie en behandeling.

1. Wat komt naast pijnfysiologie nog meer aan bod als het gaat over educatie? En waarom in indiv aanpak vaak nodig?

Psychosociale onderhoudende factoren voor centrale sensitisatie, medicatiegebruik, inactief gedrag, middelengebruik, slaap, stress, dagindeling, etc.
Omdat  de onderhoudende factoren voor elke patiënt anders zijn.

1. Wat zijn de 3 redenen om pijneducatie te geven?

  • Patiënten informeren over oorzaak van hun (aanhoudende) onverklaarde pijnklachten.
  • Logische verbinding leggen tussen inventarisatie v klachten en evt beh.
  • Gedachten v patiënt afstemmen met die v behandelaar om beh soepel te laten verlopen en vergroten adherence.

1. Ziektepercepties ook bepaald door concrete en abstracte informatie. Wat wordt verstaan onder deze 2?

Concreet = interpretatie v lichaamssignalen, pijn) > is belangrijke bron voor mentale representaties, omdat info uit ons lijf al jaren linken aan bepaalde gedachten en/of gedrag > dus mogelijk foutieve processen, maar wel moeilijk te doorbreken.
Abstract = DIA huisarts, fysio > kan genegeerd worden bij niet passen bij ziektepercepties > bijv huisarts zegt dat het stress is en patiënt is het hier niet mee eens.

2. Naast de 5 domeinen die al eerder zijn genoemd: identiteit, oorzaak, gevolgen, tijdsduur en behandelbaarheid/controleerbaarheid, welke 3 domeinen vallen nog meer onder het zelfregulatiemodel v Leventhal? Blz 125

- Ziektebegrip
> kennis v ziekte en interpreteren v klachten.
> vaak gerelateerd aan catastroferen.
- Ziektespecifieke percepties
> bijv patiënten met artrose veronderstellen dat teveel beweging kraakbeen nog meer beschadigt.
> of: patiënte met fibromyalgie veronderstellen reumatoïde artritis te hebben.
> of: hoofdpijnklachten interpreteren als overdreven spierspanning.
> of: pijn hoort bij sport en dus geen reden om training aan te passen.
- Emotionele respons     
> sterk bepaald door soc context en door psycholo factoren als persoonlijkheid, autistische trekken, somatisatie, traumaklachten.

1. Wat zijn de verschillende aspecten van probleemgericht coping?

  • Zelfbeheersing
  • Actieve coping
  • Planning
  • Pacing
  • Onderdrukking v concurrerende activiteiten
  • Instrumentale steun zoeken.

2. Welke aspecten vallen onder emotiegerichte coping?

  • Emo steun zoeken
  • Positieve re-interpretatie en groei = ik groei door deze ervaring.
  • Acceptatie
  • Ontkenning
  • Religie omarmen
Minder functioneel is:
  • Focus op en uiten van emoties
  • Gedragsvrijmaking = ik geef toe dat ik er niet mee om kan gaan en ik stop met het proberen ervan.
  • Mentale vrijmaking = ik fantaseer over andere dingen.

Stages of Change- model zie blz 129

Okidoki

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo