Naderend levenseind en rouw - De laatste levensfase, palliatieve zorg, verlies en rouwen
13 belangrijke vragen over Naderend levenseind en rouw - De laatste levensfase, palliatieve zorg, verlies en rouwen
Wat zijn volgens Kubler-Ross de vijf verwerkingsstadia van sterven?
1. ontkenning:
2. woede
3. onderhandelen: bijvoorbeeld nieuw dieet aannemen.
4. depressie
5. acceptatie: aanvaarden dat je dood gaat en in zekere zin in goede rust afscheid nemen.
3. Palliatieve zorg is geen terminale zorg. En wat is het verschil tussen het oude zorgconcept en het nieuwe (zie blz 154)
Wat is de latijnse benaming van palliatie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
4. Ondanks veel kritiek op de 5 copingfasen bij sterven en rouw (Kübler-Ross) wordt deze nog veel gebruikt. Wat zijn de 5 fasen? Zie blz 158
Protest (of boosheid): De patiënt protesteert tegen de verdrietige ervaring en kan hierbij woede richten op alles en iedereen. Hierbij komen vragen boven als ‘waarom ik?’ en ‘waarom nu?’. Door de vragen te stellen en zich druk te maken over de schuldvraag, ontwijkt men het gevoel van verlies en verdriet. Deze fase is voor de omgeving vaak lastig te begrijpen.
Onderhandelen en vechten: Het verwerken van het verlies van het leven door het stellen van een uitdagend doel voor de nog resterende tijd. Dit kan vele vormen aannemen, bijvoorbeeld blijven vechten voor het leven tot de geboorte van een kleinkind of zoals in de casus beschreven het lopen van een marathon.
Depressie: Als het naderende einde niet meer te ontkennen valt, treedt vaak depressie op. De persoon trekt zich terug uit het leven, voelt zich machteloos en sluit zich vaak af voor contact. Deze fase gaat vaker samen met gedragingen als weglopen, ziekmelden, drugs-/alcoholgebruik en/of het innemen van pijnstillers, kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen.
Aanvaarding: Na enige tijd ziet de persoon de waarheid van de naderende dood onder ogen en accepteert het verdriet. Door aanvaarding kan iemand met een zekere rust afscheid nemen.
Wat zijn de 3 fasen van palliatieve zorg?
2. Stervende fase: wanneer een patiënt nog maar een paar dagen te leven heeft
3. Nazorgfase: Na het overlijden. Gericht op omgeving van overledene.
Binnen de palliatieve zorg zijn verschillende disciplines actief, zoals specialisten, huisartsen, (wijk) verpleegkundigen, verzorgenden, vrijwilligers, maatschappelijk werkers, psychologen, geestelijk verzorgers, fysiotherapeuten en andere paramedici.
6. Wat zegt Manu Keirse over rouw?
- die indivu verricht wordt ondanks overeenkomstige taken, namelijk:
- onder ogen zien werkelijkheid vh verlies.
- ervaren v pijn v verlies.
- aanpassen aan wereld zonder deze persoon.
- opnieuw leren genieten vh leven.
Daan Westerink legt uit dat rouwverwerking een verkeerd woord is: verwerking van het verlies van iemand zegt meer iets over de reactie van de omgeving. Verlies wordt beter te dragen als het verdriet en de mooie herinneringen er mogen zijn. Erkennen dat je twee sporen mag volgen: genieten van dingen en tegelijk kunnen rouwen om het verlies. Het mag er beide zijn. Persoonlijke Waarden, wensen en behoeften zijn ook (of juist) in de terminale fase heel belangrijk
7. Noem de acht kenmerken van palliatieve zorg die door patiënten zijn genoemd, zie blz 156
- Markering
- Gezamenlijke besluitvorming
- Proactieve zorgplanning
- Individueel zorgplan
- Coördinatie en continuïteit
- Deskundigheid
- Effectieve communicatie
- Persoonlijke balans
Daan Westerink (Journalist, trainer en pedagoog) legt uit dat rouwverwerking een verkeerd woord is. Waarom zegt hij dit?
Wat zijn mogelijkheden om zelf de eigen regie te nemen als de patiënt voelt dat het einde nadert:
- Het stopzetten van eerder begonnen behandelingen
- Het stoppen met eten of drinken
- Vragen aan de arts of hij bereid is euthanasie te verlenen
- Zoeken van hulp bij zelfdoding
- Contact opnemen met het expertisecentrum euthanasie als de huisarts geen euthanasie wil toepassen. Het expertisecentrum geeft informatie en neemt de euthanasiewens in heroverweging
Wat is de oorsprong en betekenis van 'palliatie' in palliatieve zorg?
In de paper wordt beschreven dat de zorg in de palliatieve fase niet gericht is op curatie. Dat lijkt helder maar kunt u voorbeelden benoemen waarbij de lijn tussen curatieve en palliatieve zorg minder scherp is?
Welke kenmerken worden genoemd over het centraal stellen van de patiënt in de palliatieve zorg?
- De patiënt bepaalt waar hij/zij wil sterven.
- Hij/zij houdt de regie over belangrijke beslissingen (zolang dat kan).
- Er is passende emotionele, sociale en geestelijke ondersteuning.
- Extra ondersteuning is aanwezig indien gewenst
- De dierbare personen worden betrokken bij de zorg.
- Waarden, wensen en behoeften zijn bekend bij de zorgverleners.
- De kwaliteit van de zorg is goed.
Wat zijn taken die de (gezondheids)psycholoog kan vervullen bij palliatieve zorg
- bieden van ondersteuning bij vragen over zingeving aan patiënten
- een steunsysteem opzetten/aanbieden vanuit een organisatie of als zelfstandige om de patiënten te helpen zo actief mogelijk te leven tot de dood
- een steunsysteem opzetten/aanbieden vanuit een organisatie of als zelfstandige om naasten te helpen zich te redden tijdens de ziekte van de patiënten en bij hun eigen rouwproces
- de behoeften van de patiënten en hun naasten beantwoorden, inclusief ondersteuning bij de rouwverwerking
- vergroten van de kwaliteit van leven.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden