Behavior therapy
18 belangrijke vragen over Behavior therapy
Waar zijn therapeuten bij gedragstherapie wel en niet geinteresseerd in
Wel geïnteresseerd in factoren analyseren die tegenwoordig een rol spelen in het behouden van onvrijwillig gedrag, de symptomen of de mentale stoornis.
Waar of niet waar
Bij gedragstherapie is er altijd een wetenschappelijke view op de toepassing van behandeling
Waarom zijn de fasen van gedragstherapie intertwined
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn belangrijke vragen om de connectie tussen problemen te checken bij holistische theroie
· Wat zijn de kwetsbaarheden van de patiënt?
· Welke eerdere ervaringen lijken verbonden met het probleem?
· Zijn er hoofdissues? (bv lage zelfwaardering, angst voor afwijzing, perfectionisme etc)q
Na de selectie komt een verdere precisie van het probleem, wat is hiervoor nodig
Goede zelf-monitoring levert relevante informatie voor behandelplanning en behandelprogressie
Het is belangrijk om te analyseren waarom bepaalde problemen blijven of terugkomen. Wat is hiervoor van belang?
· Functionele analyse (FA-analyse) à relevant voor operante conditionering
In fase 4 is het behandelplan en behandeluitvoering belangrijk. Wat wordt er in deze fase gedaan?
Wat was de vroegere view van klassieke conditionering
Wat is de huidige view van klassieke conditionering
Wat is het verschil tussen hoe er nu naar een UCS gekeken wordt als vroeger
Huidige view: UCS’s kunnen ook psychologische staten of gevoelens zijn, zoals onzekerheid, oncontroleerbaarheid, isolatie.
Op welke verschillende manieren kunnen de associaties tussen CS en CR geleerd worden
· Door anderen observeren: iemand zien flauwvallen in een drukke winkel. (model, observational of vicarious learning)
· Door instructie: verbale communicatie, bv als iemand je vertelt dat elke dag mensen ziek worden in een winkelcentrum.
Geef een voorbeeld waarom de associatie tussen CS en CR context specifiek is
Wat is het verschil tussen sequentieel en referentieel conditioneren
· Het winkelcentrum (CS) signaleert dat een paniekaanval (CR) gaat gebeuren.
Referentieel: als de CS een cognitieve representatie (een herinnering) triggert met emoties, gedachten en gedrag (CRs). Deze CR is onmiddellijk geactiveerd.
· Iemand met PTSS kan plotseling een flashback hebben / de situatie herbeleven. Je verwacht het hier niet, maar je herbeleeft de herinnering.
Wat is operant of instrumenteel leren?
Het gedrag wordt gecontrolleerd door de consequentie: R-Sr associatie.
Waarom wordt gedrag niet veroorzaakt door de CS bij operant leren
Wat zijn de behandel implicaties
Opletten: het gedrag kan overt (observeerbaar) of covert (onobserveerbaar maar rapporteerbaar door de patiënt) zijn, de gedragsverandering kan overt of covert zijn.
Grafiek klassieke conditionering en operante conditionering
Wat moet een therapeut doen wanneer er een therapeutisch breuk ontstaat
als het vaker voorkomt, zal de functie voor de patients conflict onderzocht moeten worden
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden