Samenvatting: Public Finance 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Public Finance 2
-
Belastingen Algemeen & belastingcriteria
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/04/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de relatie tussen belastingen en verzekeringen?
Particulieren verzekeringen: totaal anders, er is namelijk een verband tussen de premie en waarde en het risico.
Volksverzekeringen: zijn een soort doelbelastingen. Vooral gebaseerd op soladiriteitsbeginsel.
Werknemersverzekeringen: voornamelijk belastingkarakter
Ziektekostenverzekering: basisverzekering verplicht. Aanvullende verzekering vrijwillig en dus marktwerking. -
Hoe groot is de overheidssector in procent van het BBP?
Ongeveer 45% -
Wat zijn de drie belastingbeginselen?
- Profijtbeginsel (betalen = profijt hebben)
- Draagkrachtbeginsel
- Schadebeginsel (vervuiler betaalt)
-
Wat zijn doelstellingen van belastingen?
Hoofddoel: financieren van overheidsuitgaven
Nevendoelen: corrigeren market failures- Negatieve externe effecten (milieu)
- (de)merit goods (paternalisme)
- Stabilisatiepolitiek kort en lange termijn (conjunctuurbeleid en economische groei)
- Inkomensherverdeling
-
Wat zijn de economische gevolgen van belastingen?
- Effect op het aanbod van belastingen
- Afwenteling
- Optimale belsatingtheorie
- Ontgaan van belastingen
- Belastingconcurrentie tussen landen
-
Wat zijn de twee effecten op het aanbod van arbeid als gevolg van belastingen?
- Substitutie-effect: de prikkel om te gaan werken daalt als er meer belasting betaald moet worden, de vrije tijd wordt goedkoper t.o.v. werken.
- Inkomenseffect: je werkt een aantal uren en moet meer belasting gaan betalen. Je gaat dan proberen meer te werken of een bijbaan te nemen of zwart werken. Het aanbod van arbeid zal stijgen, want je wilt dezelfde koopkracht behouden.
-
Aan de hand van welke grootheid kun je bepalen wat de mate van afwenteling is?
Aan de hand van elasticiteit kun je meten hoeveel afwenteling een balastingverhoging tot gevolg heeft. Hoe elastischer de vraag naar een product hoe groter de verandering op de verandering op de toename of afname van bijv. de prijs van het product. Een belastingverhoging heeft in beginsel een prijsverhoging tot gevolg. Bij een elastische vraag, zou dit een grote daling in vraag naar het product tot gevolg hebben, vandaar dat bij een elastische vraag minder afgewenteld wordt en de producent dus een groter deel van de prijsverhoging 'voor zijn rekening neemt'. -
Wat houdt de primaire, secundaire en tertiaire inkomensverdeling in?
Primair: het inkomen zoals dat tot stand komt in de markt. Erg ongelijk.
Secundair: De overheid corrigeert het primaire inkomen met IB&LB, sociale premies en uitgaven. Herverdelende functie.
Tertiair: gebonden aan consumptie en overheidsfaciliteiten zoals btw, toeslagen en accijnzen. -
Wat is het verschijnsel "armoedeval"?
De armoedeval is het verschijnsel dat wanneer mensen met een laag inkomen als ze meer gaan verdienen meer belasting betalen, maar ook de inkomensgebonden subsidies wegvallen. Dit zorgt dus voor een verstoring op de arbeidsmarkt omdat het mensen tegenhoudt om te gaan werken. Earned Income Tax Credit, een beloning voor armen als ze werken, is een oplossing die in de VS gebruikt wordt. -
Wat zijn drie oorzaken voor de stijging van de topinkomens?
- Globalisering: fixatie waar het meest verdiend wordt.
- Neoliberaal klimaat wereldwijd: focus op de aanbodeconomie.
- Ondoorzichtige toezicht- en beheercultuur in het bedrijfsleven: marketfailure.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden