Samenvatting: Public Policy
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Public policy
-
1 Probleem 1 Probleemanalyse
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke factoren vormen het beleidsproces?
- Incidenten
- Media aandacht
- Objectieve druk op een probleem
- Politieke conflicten en competitie: wie bepaald hoe het beleid gaat?
- Instituties: maken wetten en regels tijdens beleidsproces; belang van samenleving wordt door informele regels gehandhaafd.
- Belangen en interesses: conflicten bij belangen. Landen beinvloeden elkaar.
- Europees gerechtshof: controleert beleid -
Wat voor soorten beleid zijn er?
Regulerend: beleid dat de controle en regels van de overheid toepast
constitutioneel: beleid dat nieuwe institutionele en organisatorische taken uitzet.
Verdelend: distributie/verdelen van nieuwe middelen onder actoren
Re distributie beleid: distributie en verdeling van bestaande middelen onder actoren
Provisie: beleid is er om te faciliteren -
1.2 Probleem 2 Agendasetting
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is policy punctuation?
Slaat op het doorbreken van bestaand beleid. Beleid bestaat al een lange tijd en wordt doorbroken door media -
Wat beschouwt kingdom als de meerdere agendastreams?
1. Probleemstroom: bestaat uit omstandigheden die beleidsmakers als problematisch beschouwen. De feitelijke toestand komt niet overheen met de toestand die beleidsmakers wensen.
2. Beleidsstroom: bevat grote verscheidenheid aan ideeen. Ideeen worden gegenereerd door specialisten in beleidsnetwerken.
3. Politieke-stroom: door transformatie binnen de politiek kan het zijn dat onderwerpen op de politieke agenda komen. Dit bestaat uit 3 factoren:
1. Nationale sfeer
2. Twee georganiseerde politieke krachten (verandering van politieke partijen)
3. Omwisseling in visie van de overheid -
Nadelen van multiple stream model
1. Politieke spelers hebben een vetorecht
2. Het is gebaseerd op toeval, maar problemen ontstaan niet uit toeval -
Wat is een policy entrepreneur
Zijn individuen die bepaalde onderwerpen aankaarten die volgens hun op de politieke agenda komen. Zij hebben oplossingen voor problemen, maar nog geen probleem die hier aan te koppelen valt. Zij presenteren hun ideeën zodat er zoveel mogelijk aandacht aan wordt besteed (venue shopping). Het belangrijkste wat zij doen is het bij elkaar voegen van de drie stromingen. -
Hoe kijken de 4 perspectieven naar agendavorming? Welke problemen krijgen aandacht volgens het rationele perspectief?
- Agendavorming wordt niet echt gewaardeerd, problemen worden niet op de agenda gezet door bepaald actoren, maar door informatie en bewijs.
- getemde problemen, een issue waarover de kennis heel groot is (operatie door arts)
- ongetemde problemen, een issue waarover weinig kennis is en veel onzekerheid
- bounded rationality, mensen hebben niet 100% kennis
- sommige beleidsproblemen zijn voor de lange termijn, gevolg is dat draagvlak weg kan vallen en de stromen niet meer bij elkaar gevoegd kunnen worden
- Agendavorming wordt niet echt gewaardeerd, problemen worden niet op de agenda gezet door bepaald actoren, maar door informatie en bewijs.
-
Wanneer is er een probleem die op de agendasetting kan komen?
Er is een probleem wanneer er een mismatch is van hoe iets moet zijn en hoe het nu is ß beleidsprobleem wanneer de norm niet vervuld wordt; bijv ic bedden te weinig tijdens covid, hier moeten er genoeg voor zijn, dit betekent een beleidsprobleem. Wanneer dit erkent wordt komt het op de agenda. -
Wat houdt de politics stream in?
advocacy groups, belangen groepen -
1.3 Probleem 3 beleidsformulering
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Beleidsmakers verzamelen relevante informatie om achter de oorzaak van het probleem te komen. Hier zijn een aantal aannames, welke:
1. Om beleid op te stellen Causaal model: Wat de oorzaak van het probleem en wat voor effecten heeft het probleem op de samenleving)
2. Systematiseren van middelen die er nodig zijn
Interventiemodel: Doelen en middelen. Welke acties er worden ondernomen en welke instrumenten er worden gebruikt. Eerst wordt het doel opgesteld. Daarna wordt er gekeken naar welke middelen nodig zijn.
3. Welke waarden hecht je aan bepaalde doelen. Maak je hiërarchie van hoofddoelen en subdoelenDoelen model: Hiërarchie maken van oplossingen. Waarden staan centraal.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden